C&-
- verg. 26 - lo- '48
Verordening art,
13. li.0.wet
1
kc
nog
ië
ruimte beschikbaar is. Maar nog is de voorzitter niet tevre
den, hij zal niet rusten voor er binnen afzienbare tijd ook
een lagere tuinbouwschool binnen deze gemeente gevestigd is
Dit is een wens en tevens een dringende eis.
Terugkomend op het schriftelijk voorstel stipt de voor
zitter nog even aan, dat de Pastoor van Zundert zo welwillend
was aanstonds de bovenverdieping van het parochiehuis voor
dit doel af te staan, waarvoor burgemeester en wethouders
dankbaar zijn. Pest nog, zo vervolgt de voorzitter, de scho<j>
de beschikking te geven over ongeveer 30 aren grond voor pr
tische lessen. In het huren van deze grond zijn burgemeeste
en wethouders nog niet geslaagd: zij stellen voor dit in ov*j?
leg met de leeraren te doen en zij stellen daarom voor, dat
hen machtiging gegeven wordt een dergelijk perceel grond te
huren,
Daarna vraagt de voorzitter of een der leden mogelijk
iets te vragen heeft.
De heer Buijs vraagt voor welke termijn de bovenverdiepi
van het parochiehuis gehuurd wordt.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit voor één jaar,is
maar dat het niet zo gestald is, dat de school plots op
straat komt te zitten: demogelijkheid is er om van jaar to'
jaar te huren.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming de voorstellen v&o
burgemeester en wethouders aangenomen.
De Raad der gemeente ZUNDERT
gelet op het voorstel, dd. 20 October 1948, van Burgemeeste£
en Wethouders dier gemeente;
besluit:
met ingang van 1 October 1948 ten behoeve van de daarin onlef
te brengen, door de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond
opgerichte tuinbouwvakschool, onderhands te huren de boven
verdieping van het Parochiehuis, alhier, plaatselijk gemer
wijk A. no: 28, in eigendom toebehorend aan het R.K. Paroc
aal Kerkbestuur van de H. Trudo, tegen een jaarlijkse ver
goeding van f.600,
Aldus vastgesteld in de openbare verg
dering van 26 October 1948.
De Raad voornoemd,
De Secretaris,
XI. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststel
ling van een verordening, regelende de tegemoetkoming
in de vervoerkosten van schoolgaande kinderen.
De voorzitter zegt, dat bij de laatste wijziging van de
lager onderwijswet 1920 ook artikel 13 gewijzigd is, welke
wijziging verstrekkende gevolgen heeft.
Burgemeester en wethouders, zo vervolgt de voorzitter,ach
ten ïiet van groot belang, dat de gemeente dat soort de grooms'15
mogelijke medewerking verleent voor het volgen van onderwij
elders, dat ter plaatse niet gegeven wordt,temeer waar deze
gemeente zo afgelegen is.
tCfc
bi*'
- verg. 26 - 10 - '48 -
'Voor de toepassing van de voorliggende verordening, wordt
de gemeente verdeeld in kilometer-afstanden; het blijft om het
even of voor schoolbezoek gebruik gemaakt wordt van de B.B.A.
bus of van een rijwiel. Voor alle soorten onderwijs, behalve
het buitengewoon lager onderwijs, worden de vervoerkosten gefi
xeerd op 1 1/4 cent per k.m. en voor het buitengewoon lager on
derwijs op 1 3/4 cent per k.m. Voor de eerst-bedoelde soorten
onderwijs komt dit neer op de volle kosten van de B.B.A.-bus,
terwijl voor het buitengewoon lager onderwijs dit iets hoger
ligt, omdat de ouders van kinderen, die dat onderwijs moeten
volgen, nog meerdere extra-kosten hebben.
Aan de hand van de schoolgeldmaatstaf wordt dan bepaald,hoe
veel ieder in die gefixeerde kosten zelf moet betalen en hoe
veel de gemeente in die kosten bijdraagt.
Ter verduidelijking van een en ander geeft de voorzitter eni
ge cijfer-voorbeelden, waaruit voldoende de werking van de voor
liggende verordening kan worden afgeleid.
Deze regeling, zo vervolgt de voorzitter, is deels wettelijk
opgelegd en deels vrijdit laatste wat betreft de leerlingen
van het lager nijverheidsonderwijs, het middelbaar en voorbe
reidend hoger onderwijs. De tarieven zijn echter aan meen enke
le bepaling gebonden, daarin is de gemeente geheel vrij.
Hoewel deze regeling verstrekkende financiële gevolgen heeft
menen burgemeester en wethouders de invoering ervan toch te moe
ten voorstellen, vooral ook, omdat het een vrij algemeen gevolg
de gedragslijn is. Ten slotte zegt de voorzitter nog, dat op
grond van deze regeling toch nog ieder geval door de Raad be
keken zal worden, maar dat volgens vaste regelen gehandeld moet
worden.
De heer de Bie maakt van de geboden gelegenheid gebruik om
vragen te stellen en informeert of de regeling zal gelden voor
het lager èn voor het middelbaar èn voor het voorbereidend hon
ger onderwijs, hetgeen door de voorzitter bevestigd wordt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
burgemeester en wethouders aangenomen en wordt vastgesteld de
verordening, regelende de tegemoetkoming in de vervoerkosten
van schoolgaande kinderen.
XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanvulling
van de verordening tot verdeling van de gemeente in wij
ken.
De voorzitter zegt, dat in voorbereiding is de verdeling
van de gemeente in wijken om te zetten in een verdeling in
straten^ Wijl dit werk echter nog enige tijd in beslag zal ne
men, menen burgemeester en wethouders reeds nu al enige namen
te moeten geven aan bestaande wegen,waarvoor in aanmerking ko
men de straat tussen de nieuwe huizen over de Wippenberg,welke
burgemeester en wethouders gaarne de Nachtegaalstraat genoemd
zagen, omdat de omgeving aanleiding tot die naam geeft.
De verbindingsweg tussen ./erahout en de Heistraat, welke in
de volksmond reeds Diepstraat heet, wensen burgemeester en wet
houders officieel zo genoemd te zien, terwijl het eveneens als
zodanig reeds bekend staande Tiendpad volgens burgemeester en
wethouders ook recht heeft op een officieele benaming als Tiend
pad.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemees
ter en wethouders hierna aangenomen.