2
3
m
Medewerking art.
72 L.Cy./et 1920
KI e in- 2 und e rt
- verg. 8-4-1948 -
3.idem dd.18 Februari 1948,G.nos.938 en 938a,houdend goed
keuring van het raadsbesluit dd.3 September 1947,gewi jzig.
bi^ raadsbesluit van J>0 Januari 1948,tot instelling van
een tak van dienst "Gemeente—.Verken".
4.idem^dd. 3 Maart 1948, G.No. 754, tot verdaginm van hun
beslissing op het raadsbesluit dd. 28 November 1947 tot
aankoop van grond voor woningbouw.
5.Idemdd. 18 Februari 1948, G.No. 944, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit dd. 30 ^anuari 1948, tot wijziging
van het raadsbesluit dd. 28 November 1947, goedgekeurd
aoor Neren Gedeputeerde N-^aten bij hun besluit van 10 De
cember 19477 G. No. 901j betreffende het aangaan van een
kasgeldlening, groot F. 300.000, met de N.V.Noord-Holland
se evensverzekeringsmaatschappij te Alkmaar.
6.een Koninklijk Besluit van 16 Februari 1948, No. 7, strek
kende tot goedkeuring van het raadsbesluit dd. 27 Juni
1947, houdende vaststelling van een verordening op de hef
fing van keurlonen in de gemeente Fundert.
7.een verzoek, dd. 21 Februari 1948, om adhaesie—betuiging
aan een door de raad der gemeente Beerta aangenomen motie
m zake de arbeidsvoorwaarden bij de D.U.iV.
burgemeester en .iethouders stellen voor op gemelde stukken
voor kennisgeving aan te nemen, waartoe zonder stemming
wordt besloten.
III. Voorstel van Burgemeester en Jethouders tot het verle
nen van medewerking,ingevolge artikel 72 der Lager Onder-vijs
wet 1920, op een verzoek van het Bestuur der S.K.Bijzonder
Magere School te Klein-kundert.
De voorzitter zegt, dat deze aanvraag ten dele betreft het
herstel van door de school geleden oorlogsschade, en wel
aan schilderwerk, waarvan de kosten ongeveer belopen
I10.000,—. en aan timmerwerk, waarvan de kosten ongeveer
x'35O bedragen. Het schilderwerk zal voor 38% ongeveer
bestreden worden uit de vergoeding ingevolge artikel 101
van de Lager Onderwijs .»et 1920, welk deel beschouwd kan
worden als uitgesteld onderhoud; het timmerwerk daarentegen
betreft uitsluitend oorlogsschade. De Inspecteur van het La
ger Onderwijs te Breda over deze aanvrage gehoord, adviseerfl»
de gevraagde medewerking te verlenen.
zender hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Burge
meester en Jethouders aangenomen bij het volgende besluit:
De Eaad der gemeente zundert in zijn openbare vergadering
van 8 April 1948: 00
gezien een ingekomen verzoek, dd. 27 Februari 1948, van
het Bgg-fcuur der Bijzondere School voor Gewoon Lager Onder
wijs te Klein-Dundertten einde de nodige gelden beschik
baar te stellen, benodigd voor het herstellen van door oor
logsgeweld en bezetting opgelopen schade aan timmer- en
schilderwerk;
overwegende, dat blijkens overgelegde begrotingen de kos
ten in totaal belopen:
a. schilderwerk (binnenwerk) F. 7.650,-.
b. schilderwerk (buitenwerk) 2.240,-.
c. timmerwerk 558j_-.
in totaal F. 10.440,-.
- verg.8-4-1948 -
dat de totale post schilderwerk voor ongeveer 38% uit
gesteld onderhoud betreft en derhalve bestreden dient te
worden uit de vergoeding ex artikel 101 der Lager-Onder-
wijswet 1920
dat de overige herstellingen,ad.f.550.,voor 100% kun
nen worden aangemerkt als zijnde schade tengevolge van
bezetting en oorlogsgeweld;
dat omtrent de aanvrage het gevoelen is ingewonnen van
de Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie
Breda,die bij brief van 25 Maart 1948 No.1948/698,adviseerde
de gevraagde medewerking te verlenen;
gelet op artikel 72 der Lager-Gnderwijswet 1920
besluit
de gevraagde medewerking te verlenen en wel ten aanzien
van:
a.het timmerwerk voor 100% van de werkelijke kosten;
b.het schilderwerk voor 7°% der werkelijke kosten;
onder voorvaarde,dat,indien t.z.t. oorlogsschade wordt uit
gekeerd,deze vergoeding,betrekking hebbende op deze her
stelwerken, geheel in de gemeente-kas wordt teruggestort.
DE RAAD VOORNOEMD
DE/6SCRETARIS,
Voorschot 1948 IV.Voorstel van Burgemeester en ethouders tot het verlenen
vergoeding art van voorschot op de vergoeding voor 1948,bedoeld in artikel
101 L.O.wet 101 der lager onderwijswet 1920,aan de besturen der bij-
1920. zondere scholen.
De voorzitter zegt,dat ingevolge artikel 103 der lager
onderwijswet 1920 aan de besturen der bijzondere scholen
een voorschot op de exploitatie-vergoeding ing.art.101
dier wet moet worden verleend.
Donder hoofdelijke stemming wordt op de desbetreffende
door de schoolbesturen ingediende verzoekschriften gunstig
beschikt bij ondervolgende besluiten:
De Raad der gemeente 2 U N D E R T
gezien het verzoek dd.30 Maart 1948,van het Bestuur der
Bijzondere Meisjesschool voor Uitgebreid Lager Onderwijs
te Zundert,om een voorschot op de gemeentelijke vergoe
ding overeenkomstig artikel 103»lid 6,der L.O.wet 1920,
over het jaar 1948;
overwegende,dat voor gehoemd jaar bij raadsbesluit
van 30 Januari 1948 werd beschikbaargesteld een bedrag van
f.22,71 per leerling;
dat volgens maatstaf van art.28 van meergenoemde wet
het aantal leerlingen over 1947 van bedoelde school 55 1/3
bedroeg;
dat het schoolbestuur voldoende borgstelling heeft
verleend
besluit
1.aan bovengenoemd schoolbestuur het gevraagde voorschot
te verlenen tot een bedrag van 55 1/3 x f.22,71=f.1256,62;
2.te bepalen,dat dit voorschot zal worden uitbetaald in
vier,zoveel mogelijk gelijke termijnen,vervallende,de
eerste en tweede termijn op 15 April l§48,de derde op