(pd-i-
- verg. 28-11-47 -
overwegende, dat vóór 1 December 194-7 moet worden vastge
steld het bedrag der exploitatie-vergoeding voor de bijzon
dere Lagere Jongensschool alhier, over 1946, alsmede het be
drag der volgens artikel 101, lid 1, der L.O.-wet 1920 voor
vergoeding in aanmerking komende uitgaven; -
dat het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 101, lid 5,
der L.O.-wet 1920 bij besluit van da Raad dd. 31 Januari 1946
is vastgesteld op 8,62 per leerling; -
dat over 1946 het gemiddeld aantal leerlingen van bovenbe
doelde school bedroeg 279;
gelet op de door het bestuur der bedoelde school ingediende
bescheiden;
mede gelet op de betrekkelijke bepalingen van meergenoemde
wet;
besluit:
a. her beurag der vergoeding voorde Bijzondere Lagere Jon
gensschool te Zundertover het jaar 194-6 vast te stellen op
279 x 8,62 2404,98
het verstrekte voorschot bedroeg:
288 x 8,62> 2482,96
zodat over 1946 moet worden terugbetaald: 7738
b. het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende uit
gaven over 1946 voor genoemde school vast te stellen op
f 3352,98.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad
der gemeente Zundert van 28 November 194-7.
De Raad voornoemd
De Raad der gemeente Zundert;
overwegende, dat vóór 1 December 194-7 moet worden vastge
steld het bedrag der exploitatie-vergoeding boor de Bijzon
dere Lagere Meisjesschool alhier, over 194-6, alsmede het be
drag der volgens artikel 101, lid 1, der L.O.-wet 1920 voor
vergoeding in aanmerking komende uitgaven;
dat het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 101, lid 5»
der L.O.-wet 1920 bij besluit van de Raad dd. 31 Januari 194-6
is vastgesteld op -9 >4-7 per leerling;
dat over 194-6 het gemiddeld aantal leerlingen van bovenbe
doelde school bedroeg 294- 2/3;
gelet op de door het bestuur der bedoelde school ingediende
bescheiden;
mede gelet op de betrekkelijke bepalingen van meergenoemde
wet
besluit:
a. het bedrag der vergoeding voor de Bijzondere Lagere Meis
jesschool te Zundert over het jaar 1946 vast te stellen op:
294 2/3 x 9,4-7 2790,49
het verstrekte voorschot bedroeg:
302 x 9,4-7 2839,94-
zodat over 194-6 moet worden terugbetaald: 69,4-3
b. het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komert.de uit-
gaven
ra, Or.a
- L
roe 0 7
als non
rsio? ;i
V
- verg. 28-11-47 -
gaven over 194-6 voor genoemde school vast te stellen op:
f 3769,89»
aldus vastgesteld;: in de openbare vergadering van de Raad der
gemeente Zundert van 28 November 194-7»
De Raad voornoemd,
De Secretaris,
3
De Raad der gemeente Zundert;
overwegende dat vóór 1 December 194-7 moet worden vastgesteld
het bedrag der exploitatie-vergoeding voor de Bijzondere Lagere-
School te Wernhout, over 194-6, alsmede het bedrag der volgens
artikel 101, lid 1, der L.O.-wet 1920 voor vergoeding in aan
merking komende uitgaven;
dat het bedrag per leerling, bedoeld in artixel 101, lid 5,
der L.O.-wet 1920 bij besluit van de Raad dd. 31 Januari 194-6
is vastgesteld op 9>4-7 per leerling;
dat over 194-6 het gemiddeld aantal leerlingen van bovenbedoel
de school bedroeg 267 2/3;
gelet op de door het bestuur der bedoelde school ingediende
bescheiden;
mede gelet op de betrekkelijke bepalingen van meergenoemde
wet;
besluit:
a. het bedrag der vergoeding voor de-Bijzondere Lagere School
te Wernhoutover het jaar 194-6 vast te stellen op:
2534-,80
f 2793,63
f 238,83
267 2/3 x 9,4?
het verstrekte voorschot bedroeg:
295 x 9,4-7 1
zodat over 194-6 moet worden terugbetaald j 00,0?
b. het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende uitga
ven over 194-6 voor genoemde school vast te stellen op ƒ3331,80'
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der
gemeente Zundert van 28 November 194-7.
De Raad voornoemd,
e; c v
ieo.:i
r v
De Raad der gemeente Zundert;
overwegende dat vóór 1 December 194-7 moet worden vastgesteld
het bedrag der exploitatie-vergoeding voor de Bijzondere Lagere
School te Klein-Zundert over 194-6, alsmede het bedrag der vol
gens^ artikel 101, lid 1, der L.O.-wet 1920 voor vergoeding in
aanmerking komende uitgaven;
dat het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 101, lid S,
der L.O.-wet 1920 bij besluit van de Raad dd. 31 Januari 1946
is vastgesteld 0p 9,4-7 per leerling;
dat over 1946 het gemiddeld aantal leerlingen van bovenbedoel
de school bedroeg 277;
gelet op de door het bestuur der bedoelde school ingediende
bescheiden;
mede gelet op de betrekkelijke bepalingen van meergenoemde wet
h
ij 3 O
vj
b
V. "G 17
01
'SI 79?