- 4 -
waarin een nieuwe regeling is opgenomen inzake de controle
op de exploitatie der woningwetwoningen. Deze regeling
maakt het nodig, over te gaan tot het instellen van een wo
ningbedrijf. Er wordt immers voorgeschreven, dat een afzon
dert jke administratie moet worden gevoerd en dat deze naar
de dubbele methode dient te worden gedaan. Burgemeester en
Wethouders zijn van oordeel, dat deze administratie het best
aan de Afdeling Financien kan worden opgedragen. Men kan
dan eerst eens zien, hoe het loopt, en mocht later blijken,
dat de wenselijkheid bestaat om een administrateur aan te
stellen, dan kan hiertoe altijd nog worden overgegaan.
De bedoeling van dit alles is om een zuiver beeld te
krijgen van de exploitatie der woningwetwoningen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hier
na, zonder hoofdelijke stemming, aangenomen.
Gemeenschappelijke VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan
regeling verzof- ener gemeenschappelijke regeling inzake de verzorging zwak-
ging zwakzinnigen, zinnigen.
Ter bestudering van het vraagstuk, op welke wijze de or
ganisatie van het buitengewoon lager onderwijs dient te ge
schieden, werd een commissie ingesteld, welke tot de con
clusie is gekomen, dat het noodzakelijk is voor het regelen
dezer materie, een gemeenschappelijke regeling aan te gaan.
Bij deze gemeenschappelijke regeling zijn betrokken de ge
meenten Baarle-Nassau, Beek, Breda, Chaam, Dongen, Btten en
Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Hoeven, Hoge en Lage
Zwaluwe, Klundert, Made en Drimmelen, Nieuw Ginneken, Oos
terhout, Raamsdonk, RLjsbergen, Terheijden, Teteringen, Ze
venbergen en Zundert.
Het doel dezer gemeenschappelijke regeling is de verzor
ging'van kinderen, die geestelijk achterlijk zijn, te regelen.
Momenteel bestaat er al wel de gelegenheid om buitengewoon
lager onderwijs te volgen. Voor jongens is dat de St.Jan-
school te Breda. Deze school is echter te klein geworden.
Daarom is het de bedoeling een nieuwe school in Oosterhout
bj te bouwen, waarop niet alleen de geestelijk achterlijken
doch ook lichamelijk gebrekkigen geplaatst kunnen worden. De
Burgemeesters der aan te sluiten gemeenten zijn laatst naar
Zwijnaerde in België geweest, alwaar een dergelijke school
gevestigd is. De resultaten, die men daar bereikt, zijn bui
tengewoon goed. De kinderen, die het onderwijs aldaar vol
gen, kunnen, als ze 18 jaar zijn, hun eigen kost verdienen.
De Voorzitter sprak hierover met de Overste van de school.
Deze zei, dat de jongens, die de school verlaten, bij de
werkgevers erg in trek zijn. Dit komt vooral hierdoor, omdat
deze personen haast nooit in contact komen met de buitenwe
reld, zodoende niet zo veeleisend zijn en zich helemaal aan
hun beroep overgeven.
De kosten, die verbonden zijn aan de scholen in Breda en
Oosterhout worden procentsgewijze over de bij de regeling aan
gesloten gemeenten omgeslagen.
De heren zullen de grote voordelen van dit onderwijs be
grijpen, zegt de Voorzitter, als men in overweging neemt,
dat hier kinderen, die geestelijk of lichamelijk onvolwaardig
zijn, zodanig worden opgeleid, dat zij zelf hun kost kunnen
gaan verdienen, waardoor tevens voorkomen wordt, dat zij aan
^minderwaardigheidscomplex gaan lijden.
De heer de Bie vraagt, of het de Voorzitter bekend is,
welke, hoeveel en hoe dure gebouwen er zullen komen. Krijgt
U van te voren nog te horen, hoe hoog de kosten zijn, voor
dat U Uw goedkeuring eraan jjeoft, vraagt hij.
- 5 -
De Voorzitter antwoordt, dat de definitieve cijfére nog worden
medegedeeld en door hem aan de raad zullen worden doorgegeven..
De beslissing, welke de Raad thans te nemen heeft, is, dat hij
zich met de regeling in principe accoord verklaart.
De heer de Bie vraagt, of de kosten ponds ponds gewijze over
de diverse gemeenten worden verdeeld.
De Voorzitter zegt, dat de kostenverdeling zeer juist gere
geld is. Vroeger betaalde de gemeente per geplaatste leerling,
terwijl dit nu geschiedt naar rato van het aantal inwoners, het
welk iedere gemeente telt. Dit is veel beter. Hierdoor wordt
voorkomen, dat kinderen, die voor plaatsing in aanmerking ko
men, toch niet de school gaan volgen, omdat dit de gemeente
te duur uitkomt.
Hierna besluit de raad met algemene stemmen toe te treden
tot de gemeenschappelijke regeling ten behoeve van de verzor
ging van zwakzinnigen, zoals deze in ontwerp was gevoegd bij
het schrijven van de- Burgemeester van Breda èd. 22 Mei 194-7
no. V/7320.
Bijdrage in ver- VII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
voerkosten ener tegemoetkoming in de kosten van vervoer van twee leer-
leerplichtige plichtige kinderen,
kinderen Hint- j
zen. De Voorzitter gééft voorlezing van een schrijven, waarbij L.
L.Hint zen verzoekt om vergoeding van reiskosten voor zijn twee
leerplichtige kinderen, die per 1 September a.s. de Christelij
ke School te Breda zullen gaan bezoeken.
Hij zegt, dat artikel 13 der Lager-Onderwijswet 1920 de moge
lijkheid schept om een tegemoetkoming in de reiskosten te geven
indien de gemeente het verlangde onderwijs niet geeft.
Hij voegt eraan toe, dat Hint zen, die geëvacueerd is, een
asthmalijder is. Gezien de financiële omstandigheden, waarin hij
verkeert, meenden Burgemeester en Wethouders in dé reiskosten,
welke voor de 2 kinderen 30»- Ppr maand zullen zijn, 75%
door de gemeente te doen Bijdragen en 25% hiervan door hemzelf
te laten betalen.
De heer van Hasselt meent, dat Hintzen momenteel zonder be
trekking is. In dit geval vindt hij 25% nogal hoog om door hem
te laten bijdragen.
De Voorzitter zegt, dat het een vergoeding moet blijven, zo
dat Hint zen zelf ook een bijdrage zal moeten leveren. Daar
Hintzen er echter moeilijk schijnt voor te zitten, is de Voor
zitter wel genegen de gemeentelijke bijdrage tot 85% te verho
gen.
De heer de Bie vraagt, of het de bedoeling is om Hintzen,
door hem 25% te laten betalen, te bewegen naar Vlissingen te
rug te keren.
De heer Buijs is het met raadslid van Hasselt eens, dat 25%
te hoog is om door betrokkene te laten bijdragen. Hintzen heeft
nagenoeg geen inkomsten, zodat men hem zo weinig mogelijk moet
laten bijbetalen. Of deze man geëvacueerd is en mogelijk de wen
selijkheid zou bestaan, dat hij terug naar Vlissingen vertrok,
mag in deze geen rol spelen.
Nadat het voorstel van Burgemeester en Wethouders gewijzigd
is in deze zin, dat de gemeentelijke bijdrage op 85% en de door
Hintzen zelf te betalen reiskosten op 15% werden gesteld, wordt
dit bij het hierondervolgeni besluit, met algemene stemmen aan
genomens-
De Raad der gemeente Zundert
voorgenomen een verzoek, dd. 18 Juni 194-7» van L.L.Hintzen,
wonende te Zundert A 4-9, om een tegemoetkoming te verlenen uit