c
C.ÓnJ". Va
- verg- 2-4-1947
De Raad der gemeente Z u n d e r t
gezien het verzoek,dd.28 Februari 194? van het bestuur
der Bijzondere Lagere Jongensschool, te Zundert,om een voorxs#
schot op de gemeentelijke vergoeding overeenkomstig artikel
103,lid 6, derr Lager Onderwijswet 1920 over het jaar 1947;
overwegende dat voor genoemd jaar bij raadsbesluit van
27 December 1946 werd beschikbaar gesteld een bedrag van f/Xt
f 11,20 per leerling van bovengenoemde school;
dat volgens den maatstaf van artikel 28 van meerge
noemde wet het aantal leerlingen over 1946 voor bedoelde
school 279 bedroeg;
dat het schoolbestuur voldoende borgstelling heeft
verleend;
besluit:
l.aan bovengenoemd schoolbestuur het gevraagde voorschot te
verleenen tot een bedrag van 279 x 11,20 of 3124,80;
2*te bepalen, dat dit voorschot zal worden uitbetaald in nier)
zooveel mogelijk gelijke termijnen,vervallende de eerste en
de tweede termijn op 15 April 1947, de derde op 15 Juli 1947
en de vierde op 15 October 1947
3.afschrift van dit besluit,ter uitvoering van lid 7 van ar
tikel 103 van meergenoemde wet, bij aange teek enden brief te
zenden aan bovengenoemd schoolbestuur en aan den Hoofdin
specteur van het Lager Onderwijs, te Nijmegen.
bAldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 2 April 1947»
De Raad voornoemd,
^^wretaris,
De Raad der gemeente Zundert
gezien het verzoek,dd.30 Januari 1947 van het Bestuur
der Bijzondere Lagere School te Wernhout,oM een voorschot
op de gemeentelijke vergoeding overeenkomstig artikel 103
lid 6, der Lager Onderwijswet 1920 over het jaar 1947»
overwegendedat voor genoemd jaar bij raadsbesluit van
27 December 1946 werd beschikbaar gesteld een bedrag van
12^45 per leerling;
dat volgens den maatstaf van artikel 28 van meerge
noemde wet het aantal leerlingen over 1946 voor bedoelde
school 267 2/3 bedroeg;
dat het schoolbestuur voldoende borgstelling heeft ver
leend;
beskuit
1.aan bovengenoemd schoolbestuur het gevraagde voorschot te
verleenen tot een bedrag van 267 2/3 x 12,45 of 3332,45;
2.te bepalen,dat dit voorschot zal worden uitbetaald in vier
zooveel mogelijk gelijke termijnen,vervallende de eerste en
de tweede termijn/ op 15 April 1947,de derde op 15 Juli 1947
en de vierde op 15 October 1947»
3.afschrift van dit besiöuit,ter uitvoering van lid 7 van ar
tikel 103 van meergenoemde wet,bij aangeteekende brief te
zenden aan bovengenoemd schoolbestuur en aan den Hoofdin
specteur van het Lager Onderwijs, te Nijmegen.
Aldus vastgesteld in de openbare ver
gadering van 2 April 1947.
De Raad voornoemd,
De Secretaris, De Voorzitter,
verg. 2-4-1947~ -
De Raad der gemeenèe Zundert
gezien het verzoek,dd.28 Maart 1947 van het Bestuur
der Bijzondere Lagere Meisjesschool te Zundert,om een voor
schot op de gemeentelijke vergoeding overeenkomstig artikel
103,lid 6, der Lager Onderwijswet 1920 over het jaar 1947»
overwegende,dat voor genoemd jaar bij raadsbesluit van
27 December 1946 werd beschikbaar gesteld een bedrag van 12,
45 per leerling;
dat volgens den maatstaf van artikel 28 van meerge
noemde wet het aantal leerlingen over 1946 voor bedoelde
school 294 2/3 bedroeg;
dat het schoolbestuur voldoende borgstelling heeft
verleend;
besluit:
1-aan bovengenoemd schoolbestuur het gevraagde voorschot te
verleehen tot een bedrag van 294 2/3 x 12,45 of 3668,60;
2.te bepalen,dat dit voorschot zal worden uitbetaald in vier
zooveel mogelijk gelijke termijnen,vervallende de eerste en de
tweede termijn op 15 April 195?,de derde op 15 Juli 1947 en de
vierde op 15 October 1947»
3.afschrift van dit besluit,ter uitvoering van lid 7 van ar
tikel 103 van meergenoemde wet,bij aangeteekende brief te zen
den aan bovengenoemd schoolbestuur en aan den Hoofdinspecteur
van het Lager Onderwijs, te Nijmegen.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 2 April 1947.
De Raad voornoemd,
De Secretaris,
De Raad der gemeente Zundert
gezien het verzoek,dd.28 Maart 1947,van het Bestuur der
Bijzondere Meisjesschool voor Uitgebreid Lager Onderwijs, te
Zundert,om een voorschot op de gemeentelijke vergoeding over
eenkomstig artikel 103, lid 6, der Lgger Onderwijswet 1920
over het jaar 1947»
overwegendedat voor genoemd jaar bij raadsbesluit van
27 December 1946 werd beschikbaar gesteld een bedrag van ƒ22,71
per leerling;
dat volgens den maatstaf van artikel 28 van meergenoemde
we/t het aantal leerlingen over 1946 voor bedoelde school
50 2/3 bedroeg;
dat het schoolbestuur voldoende borg*stelling heeft ver
leend;
besluit
1.aan bovengenoemd schoolbestuur fret gevraagde voorschfct te x
verleenen tot een bedrag van 50 2/3 x 22,71 of 1150,64;
2.te bepalen,dat dit voorschot zal worden uitbetaald in vier
zooveel mogelijkgelijke termijnen,vervallende de eerste en
tweede termijn op 15 April 1947,de derde op 15 Juli 1947 en de
vierde op 15 October 1947»
3.afschrift van dit besluit,ter uitvoering van lid 7 van arti
kel 103 van meergenoemde wet,bij aangeteekende brèef te zenden
aan bovengenoemd schoolbestuur en aan den Hoofdinspecteur van
het Lager Onderwijs, te Nijmegen.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 2 April 1947.
De Raad voornoemd,
De Voorzitter