Adhaesie-betui- ging adres Stand - daarbuiten,her zie ning vergoe ding oorlogs schade - verg.29.4.1946 - De commissie is van oordeel,dat ook de hieraan verbonden kosten door dé gezamenlyke gemeenten naar inwonertal die nen te worden gedragen.Het bedrag dier kosten is moeilyk te ramen,doch het verdient aanbeveling te rekenen op en kele duizenden guldens bysr.F 3000.-. Het totaal aamtal inwoners der gezamenlyke gemeenten bedraagt ruim 200.000. De commissie zal gaarne vernemen of deze gemeente bereid is een aandeel in deze voorbereidingskosten te dragen. Het gaat er hier dus vooralsnog over of de raad zich in principe wil uitspreken,dat de noodige plannen worden voorbereid om tot nieuwbouw eener school te komen en mits dien uiteraard ook bereid is de daaraan verbonden kosten mede te dragen.Over de kosten van stichting der niéuwe school gaat het dus nu niet.^eze kunnen wel 3 a f 400.000, ja misschien wel F 500.000 feaan bedragen.Dit is echter een zorg voor later.Nu wordt een beginsel-verklaring ge vraagd om by te dragen in de voorbereidingskosten. üe heer de Bie houdt er zich van overtuigd,dat allen wel bereid zyn hiertoe hun medewerking te verleenen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierna zonder stemming aangenomen. IX. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet houders om adhaesie te betuigen aan het verzoekschrift van den gemeenteraad van Standdaarbuiten betreffende herzie ning vergoeding oorlogsschade. Ingekomen iseen adres van. den raad der gemeente Stand daarbuiten, gericht aan de Tweéde Kamer der Staten-Generaai betreffende herziening vergoeding van oorlogsschade. Verzocht wordt aan dit adres adhaesie te willen betuigen. De inhoud van het adres luidt als volgt Het feit,dat het Ryk geleden oorlogs-schade alleen wenscht te vergoeden op basis van de pryzen van. 1940,heeft, evenals overal elders,ook by de oorlogsgetroffenen in deze streek zeer groote ontstemming gewekt. Hoe ongelukkig zyn onze landgenooten,die de barbaarsche felheid van den oorlog in hun eigen dorp moesten beleven en die nog versuft staan by hun verpulverde bezittingen en turen naar de schamele resten van hun tot puin geschoten woning en inboedel.Honderd-duizenden hebben alles,maar dan ookr alles verloren.wat zy bezaten.Het is niet te schatten wat hier aan een eenvoudig en nyver volk ontrukt werd. Herstel zal nu eenmaal moeten geschieden op basis van het thans geldende loonpeil en van de kosten der benoodigde materialen,welke beiden zooveel hooger liggen dan in 1940. Het is uitgesloten,dat de getroffenen het verschil in kos ten tusechen 1940 en heden zèéf kunnen dragen.Bovendien zou dit zeer onrechtvaardig en oïübillyk zyn,daar de oor logsramp toch ongetwyfeld een nationale ramp is en het niet aangaat,om de geldelyke gevolgen daarvan voor een deel af te wentelen op landgenooten,die toch reeds zoo zwaar ge troffen zyn. Het is een eere-taak voor Nederland om gezamelyk de las- ten van den oorlog te dragen. Terecht vragen de oorlogsgetroffenen om begrip voor hun moeilyke omstandigheden en voelen zy het als een groote en grove onrechtvaardigheid,indien zy in de toekomst by- zondere lasten van dezen oorlog zouden te dragen krygen. ïïy mogen er daarom by U metzeer veel klem op aandringen, om te bevorderen,dat de huidige regeling betreffende ver goeding van oorlogsschade in dien zin wordt herzien,dat de hiórilgar regadcoig schaderegeling wordt gebaseerd op den grondslag van de werkelyke kosten van herstel. De - verg.29.4.1946 - De Voorzitter zegt,dat deze materie moeilyk is en om in deze tot eene eenigszins bevredigende oplossing te geraken,zal moeilyk blyven. Vast staat nu reeds,dat het ryk voor deze aan gelegenheid een enorm bedrag zal moeten fourneer en. Dat het ryk geleden oorlogsschade alleen zou vergoeden op basis van de pryzen van 1940 wekt inderdaad groote ontstemming.Burge meester en wethouders achten het daarom meer billyk,dat de huidige regeling in dien zin wordt herzien,dat de schaderege ling wordt gebaseerd op den grondslag van de werkelyke kosten van herstel,weshalve zy voorstellen de gevraagde adhaesie te betuigen. De heer de Bie zegt,dat deze materie inderdaad uiterst moei lyk is.In het adres wordt evenwel gevraagd de bestaande rege ling in dien zin te herzien,dat de werkelyke kosten van her stel aan de pryzen van heden zullen worden vergoed.Het wil spreker voorkomen,dat dit toch wel wat ver gaat.Dat niet ver goed mag worden naar de pryzen van 1940 is duidelyk.De ge troffen menschen zyn toch al erg gedupeerd.Om hen nu alleen maar de waarde van de vernielde en verloren gegane eigendom men te betalen naar de pryzen van 1940 zou verschrikkelyk zyn. Dus geen schaderegeling op basis der pryzen van 1940.Dit gaat eenvoudig niet.Om nu echter ineens over te stappen naar eene schaderegeling gebaseerd op den grondslag van de werkelyke kosten van hetstel gaat z.i.ook niet op. Neem b.v.iemand van wien tengevolge der oorlogshandelingen een oud gebouw is ver loren gegaan.Hy zou alsdan voor groot geld in 19^6 een. geheel nieuw gebouw terugkrygen.We moeten voelen,dat ook dit niet in orde zou zyn.En gaan we zonder meer op de gevraagde adhaesie- betuiging in dan onderschryven we daarmede deze nieuw te schep pen - niet gewilde - regeling.Het ware mitsdien beter,dat er eene regeling kwam waarby de vergoeding voor geleden schade in procenten werd uitgedrukt.Wel dus betalen naar de werke lyke kosten van hefcstel,maar in procenten uitgedrukt al naar gelang der waarde van het vern&èide gebouw. De Voorzitter zegt,dat voor de redeneering van heer de Bie zeer zeker een en ander valt te zeggen. Een oorlogs-schade-regeling op basis van de pryzen van 1940 is uit den booze;hierover zyn we het allen eens.Er zou eene meer redelyke oplossing moeten komen, lel licht lean deze gevon den worden in den geest als door den heer de Bie uiteengezet. 7e zouden dit by eene eventueele adhaesie-betuiging tot uit drukking kunnen brengen. De Voorzitter vraagt of de raad hiertegen geene bedenkingen heeft. Niemand heeft hiertegen eenig bezwaar,waarna het voorstel van burgemeester en wethouders zonder stemming wordt aange nomen X. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethou- .ders tot ilr-rwg vaststelling eener nieuwe instructie voor de gem een te-ge nee she er en. Reeds by brief van den toenmaligen Commissaris dezer provin cie waarnemende de taak van Ged.Staten,van 21 April 1943 G.Nr. 256,werd verzocht tot wyziging der instructie voor de gemeente geneesheeren over te gaan.De instructies voor de gemeente- ge nee she eren, tevens belast met de armenpraktyk,bevatten veelal een bepaling,volgens welke de gemeente-geneesheer ingeval van afwezigheid of verhindering (ook wegens ziekte) verplicht is onder goedkeuring van burgemeester en wethouders zonder be zwaar voor de gemeentekas in de waarneming van den dienst te voorzien;heeft hy niet aan die verplichting voldaan,dan wordt in de waarneming op kosten van den gemeente-geneesheer door burgemeester en wethouders voorzien. De zorg Vaststelling instructie gem geneesheeren. -2.08.3

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1946 | | pagina 15