- verg.28-2-1940 -
Afwijzing ver
zoek R.K.Werklie4
denvereeniging
De Voorzitter zegt, dat inderdaad de stichting hij de re
geering moet aandringen de verplichte bijdrage te verhoogen.
Burgemeester en wethouders hebben er niets op tegen deze
stichting te helpen, doch zij wenschen niet van de wal in de
sloot te geraken. Eene uniforme regeling moet er zijn.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders
zonder stemming aangenomen.
VIII. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet
houders tot afwijzing van het verzoek der R.K.Werkliedenver-
om verhooging uureeniging te Zundert, van 4 Januari 1940, houdende verzoek te
loon in werkver- j_
willen helpen bewerkstelligen, dat het uurloon in de werkver
schaffing.
-1.836.1
schaffing in deze gemeente met 0,03 zal worden verhoogd en
derhalve zal worden gebracht op 0,24.
De Voorzitter zegt, dat het altijd prettig is er aan mede
te kunnen werken om de menschen een hooger loon te doen vei 1
dienen. Het ware burgemeester en wethouders dus wel aange
naam geweest te kunnen voorstellen het verzoek in te willi
gen. Zij kunnen hiertoe echter tot hun spijt niet overgaan.
In het adres wordt eigenlijk gezegd: in de gemeenten Hoeven
en Etten is het uurloon 24 cent en in Princenhage, landelijk
gedeelte, zelfs 26 cent, dus in Zundert moet het uurloon met
0,03 worden verhoogd. Met deze redeneering zijn het burge
meester en wethouders in het geheel niet eens. Wanneer in
Hoeven of Etten 24 cent wordt betaald, wil dit nog geenszins
zeggen, dat in Zundert ook 24 cent betaald moet worden. In
tegendeel ;wordt b.v. in Hoeven 24 cent betaald dan is dit
een zaak, die Hoeven aangaat maar niet deze gemeente. Om an
dere gemeenten zoo maar zonder meer met deze gemeente te
gaan vergelijken, is fout. In Etten, Hoeven en Princenhage
worden de werkloozen gedurende een zekeren tijd in de steun
regeling opgenomen, terwijl in deze gemeente -met uitzonde
ring van de winterperiode dan- alleen werkverschaffing be
staat. Hierdoor wordt natuurlijk in opgemelde gemeenten het
gemiddelde naar beneden gedrukt. Tusschen een gemeente, die
alleen werkverschaffing kent en een gemeente, die een rou
leersysteem heeft, is dus groot verschil. Het zou voor de
werkloonen in deze gemeente een beduidend verschil uitmaken
of zij gegegeld in de werkverschaffing kunnen werken of ge
deeltelijk in een steunregeling zouden zijn opgenomen.
Het
- verg.28-2-1940 -
8
Het zal daarom thans wel duidelijk zijn, dat een vergelijk
met andere gemeenten zonder meer niet opgaat. Opgemerkt moet
worden, dat in het adres niet wordt genoemd de gemeente Alphen
en Riel, alwaar een uurloon van 20 cent wordt betaald.
De hoofdzaak is, dat het loon in werkverschaffing beneden
het loon in het particuliere bedrijf moet blijven. Het ware dus
verstandiger van adressante geweest, wanneer zij had kunnen beï
toogen, dat bij een basisuurloon van 24 cent de loonen in werk
verschaffing nog beneden de loonen in het vrije bedrijf zouden
blijven. Rekwestrante heeft zulks evenwel verzuimd te doen-voo
burgemeester en wethouders althans- een nietszeggend verzoek
ingediend.
Burgemeester en wethouders voelen er dan ook niets voor de
raad voor te stellen de gevraagde medewwrking te verleenen. He
wil hun voorkomen, dat de Minister, op de argumenten als door
de werkliedenvereeniging naar voren gebracht, zeer zeker niet
tot verhooging van het basisuurloon zal besluiten.
De heer van den Hoven zegt erg teleurgesteld te zijn door
de houding van burgemeester en wethouders. Hij is er van over
tuigd, dat eene verhooging van het basisuurloon hoog noodig is.
De werkloozen hebben een zeer ongunstigen winter moeten door
maken. De noodzakelijke levensbehoeften zijn nog steeds stij
gende. Ook mag niet uit het oog verloren worden, dat alle werk
loozen niet geregeld in werkverschaffing zijn geplaatst. Hij
hoopt, dat de raad de inwilliging van het verzoek toch nog in
overweging zal willen nemen.
De heer Chr.van Hassel vraagt of bijaldien de raad het ver
zoek mocht afwijzen de werkliedenvereeniging toch nog het rech
behoudt om op deze zaak teru& te komen.
De Voorzitter antwoordt, dat de werkliedenvereeniging steed
het recht heeft op deze aangelegenheid terug te komen. Zij kan
zich ook rechtstreeks tot den Minister wenden.Zooals het ver
zoek thans luidt, kan de raad dit onmogelijk steunen. Immers
men zou ook moeten bewijzen waarom het uurloon met 3 cent
moet worden verhoogd. De Voorzitter gelooft niet, dat de raad
hierin zoo direct zal slagen. Neen, het verzoek is fout;hier-
mee is alles gezegd. De inhoud van het verzoek lijkt veel op
hetgeen wel wordt ondervonden bij de vaststelling van kostwin
nersvergoeding. Het kom# hierbij voor, dat men niet tevreden
is