- verg.28-2-1940 -
alsmede een kast en tal van doozen met "blanco materiaal.
De wanden der betreffende kamer zijn met deze kasten weinig
ordelijk bezet, op een wijze, dat de dubbele deur, toegang
gevend tot dit lokaal maar voor de belft meer open kan.
Voorts zijn op de secretarie nog aanwezig een kachel,het
groote bureau, een paar kleine bureaux en een tafel. Alsdan
houdt men het oppervlak over waarop het personeel moet
plaats vinden. Het zal wel geen verder betoog meer behoeven
dat dit een onhoudbare toestand is. Indien noodig kunnen
evenwel nog tal van motieven worden aangevoerd, die het nij
pend tekort aan werkruimte e.d. overduidelijk bewijzen.Zoo
moest b.v. de burgemeester, tijdens de vorstperiode, iedere
Zaterdag van het raadhuis wegblijven, wijl zijn kamer dan
noodig was voor het uitbetalen van de kostwinnersvergoeding
De Voorzitter heeft steeds het voornemen gehad concreete
voorstellen te doen tot uitbreiding van het gemeentehuis
dan wel een geheel nieuw raadhuis te bouwen. Hij zou niet
geaarzeld hebben deze voorstellen burgemeester en wethou
ders, de bouwcommissie en den raad voor te leggen, ware het
niet dat plots de tijdsomstandigheden van dien aard werden
dat het niet meer verantwoord geacht mag worden dergelijke
plannen tot uitvoering te brengen.
Zooals echter hiervoor reeds duidelijk is uiteengezet
moet er de noodige ruimte worden gevonden.De oplossing hier
voor ligt voor de hand.
Immers het heerenhuis A 16 van de familie van Ginneken
is voor opgemeld doel beschikbaar. Dit pand biedt voldoende
ruimte en is in de nabijheid van het gemeentehuis gelegen.
Het huis is, na eenig over en weer loven en bieden, voor
675»- per Daar "be huur. In de bouwcommissie is deze aange
legenheid uitvoerig besproken en toegelicht. Het huis moet
gehuurd worden voor een termijn van 5 jaar. Vertrouwd wordt
dat de huur zal kunnen ingaan op 1 April a.s. Vóór deze da
tum zal het huis evenwel nog geheel door de familie van Gin
neken moeten worden gerestaureerd. De wederzijdsche opzeg
gingstermijn bedraagt 6 maanden. Heeft geen opzegging door
een der partijen plaats dan zal de huur telkens stilzwij -
gend met 1 jaar worden verlengd.
De Voorzitter vraagt wie over het voorstel van
burgemeester
- verg.28-2-194-0 -
6
burgemeester en wethouders, zooals dat nader is omschreven in
het concept-huurcontract, het woord verlangt.
Wethouder van Ginneken verklaart dat hij in deze zaak, die
hem en zijn familie rechtstreeks aangaat, buiten debat wenscht
te blijven.
De heer S.P.van Hassel zegt, dat hij graag wil aannemen, da
de tegenwoordige secretarie te weinig plaats biedt aan werk
ruimte voor de ambtenaren. Er zal mitsdien de noodige ruimte
gezocht moeten worden. Burgemeester en wethouders meenen, blij
kens hun voorstel, door het huis der familie van Ginneken te h
ren de gewenschte oplossing te hebben gevonden. Spreker kan he
hiermede niet eens zijn. Hij acht een huur van 675»- per Da
veel te hoog. Bedoeld huis heeft lang leeg gestaan en nu zou
dit huis ineens een huur waard zijn van 675»- P©r jaar. Een
huurprijs van 400,- zou voor dit pand een zeer goede huur be
teekenen. Verder acht spreker een huurtermijn van 5 jaar te
lang. Beter ware het met een jaar te huren. Voorts begrijpt
spreker niet waarom burgemeester en wethouders voorstellen het
pand A 16 te doen huren, terwijl het door de gemeente aange
kochte huis, thans nog bewoond door den heer Peeraer, spoedig
leeg zal komen te staan.
De Voorzitter zegt, dat het pand A 16 voor/675»- te huur is
en niet voor een lager bedrag. Ook burgemeester en wethouders
hadden uiteraard liever voorgesteld het huis voor 400,- per
jaar te huren, doch voor deze huurprijs is het pand niet te
krijgen. De voorgestelde huurprijs is een uitvloeisel van over
en weer spreken. De bouwcommissie is in deze aangelegenheid
steeds gehoord.
Wat betreft het bezwaar van den heer van Hassel tegen den
termijn van 3 jaren, zij medegedeeld, dat burgemeester en wet
houders en opgemelde commissie hier geheel anders tegen aan
kijken. Zij zijn juist zeer gesteld op dezen termijn. Immers,
we mogen toch veilig aannemen dat we binnen 3 jaren nog geen
geheel normalen toestand zullen hebben. Burgemeester en wethou
ders meenden dus dat dit juist een daad van goed koopmansschap
was.
De heer van Hassel zegt, dat dit best mogelijk is, doch hij
zou toch liever geprobeerd hebben voor 1 jaar te huren en dan
telkens voor een jaar inhuren.
De