Vaststelling
openstaande
notulen.
-2.07.51
Ingekomen stuk
ken.
-2.07.51
- verg.28-2-1940 -
de tegenwoordige moeilijke omstandigheden op de volle mede
werking van den raad kunnen rekenen.
I. Vaststelling openstaande notulen.
De Voorzitter vraagt of de leden "bemerkingen hebben tegen
de notulen van de vergadering van den 14n December 1939»
welke ter inzage hebben gelegen.
Geen der leden heeft daartegen eenige bemerking,zoodat
zij ongewijzigd worden goedgekeurd en vastgesteld.
.II. Ingekomen stukken. Ingekomen zijn
1.Eenige gegevens betreffende de gemeente Zundert over het
jaar 1939 (jaaroverzicht).
2.Dankbetuiging van de R.K.Stichting "Onze Lieve Vrouwe Ly
ceum" te Breda voor het toegekende subsidie van het jaar
1940.
3.Dankbetuiging van het bestuur der R.K.Land-en Tuinbouw
school te Breda voor het toegekende subsidie van 1940.
4.Dankbetuiging van het Hoofdbestuur van den Red. Bond van
Gemeente-ambtenaren voor de herziening der wedden van de
ambtenaren ter secretarie.
5.De bij Koninklijk Besluit van 22 Januari 1940 No.40 ver
leende goedkeuring,voor een tijdvak van 5 jaren,aan de ver
ordening, regelende de eischen van benoembaarheid en de be
zoldiging der gemeenteveldwachters.
6.De bij besluit van heeren Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie, van 24 Januari 1940 G.Nr.402 IVe afdeeling,verleen
de goedkeuring aan het besluit van den raad dezer gemeente,
van 14 December 1939,inzake instandhouding der O.L. School
in deze gemeente.
7.Beschikking van den Minister van Onderwijs,Kunsten en We
tenschappen te s-Gravenhagevan 18 Januari 1940 No.611 af
deeling L.O.houdende de inwilliging van het adres van den
raad dezer gemeente,d.d. 14 December 1939»inzake toepassing
artikel 55 quater der L.O. wet 1920 ten aanzien van de eeni
ge openbare lagere school over 1940.
8.Verslag van de commissie tot wering van schoolverzuim van
hare werkzaamheden in 1939*
9.Besluit van heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie,
van 31 Januari 1940 G.Nr.289 IHe afdeeling nopens machti
ging inkomsten en uitgaven begrooting 1940.
10.Verordening Hulp bij Militaire Wekzaamheden,
11.
- verg.28-2-1940 -
staangeld.
-1.754.2
11.Dankbetuiging van de heeren H.F.L.van de Wouw, W.M.Dekker en
L.J.Nelemans voor de toegekende salarisverhooging.
De Voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders voor
opgemelde stukken voor kennisgeving aan te nemen, waartoe zon
der stemming wordt besloten.
Intrekking ver-III. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethou-
beffing^van"^ ^ers intrekking verordening tot heffing en invordering van
staangeld.
De Voorzitter zegt, dat de verordening tot heffing van staan
geld in deze gemeente door den raad werd vastgesteld bij be
sluit van 16 October 1920, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 15 Januari 1921 No.88. Deze verordening is verouderd.
Ingevolge deze verordening moet voor kramen e.d., beslaan-
de een oppervlakte van minder dan 10 M tijdens de kermis 1.
per dag betaald worden. Al naar gelang der te beslagen opper
vlakte loopt het te betalen bedrag op tot maximum 15,- voor
den geheelen duur der kermis.
Voor schouwburgtenten, draaimolens, luchtschommels en der
gelijke bedraagt het staangeld 10,- per dag tot een maximum
van 30,- voor den duur der geheele kermis.
Nu is het de laatste jaren al meer en meer gebruikelijk ge
worden, dat groote kermisattracties als stoomcaroussel, auto-
skooter en cakewalk op de jaarlijksche kermis te Zundert een
plaats vinden. Voor deze groote attracties kan ingevolge de
geldende verordening slechte maximum 30,- staangeld worden ge
heven, hetgeen beslist te weinig is.
Het is vooral voor deze inrichtingen, dat de geldende ver
ordening niet meer de juiste maatstaf van staangeld aangeeft.
Zooals echter reeds medegedeeld, de verordening is verou
derd. Burgemeester en wethouders zijn mitsdien van oordeel,
dat zij ingetrokken dient te worden. Hierna zal, zooals meer
algemeen gebruikelijk is geworden, tot verpachting der staan
plaatsen worden overgegaan. In het orgaan van den R.K.Bond van
kermisvakgenooten "Utile Dulci" zal daartoe eene advertentie
worden geplaatst. Inschrijvingsbiljetten zullen vóór een be
paalden datum ingeleverd moeten worden. Burgemeester en wet
houders gaan hierna tot gunning der staanplaatsen over. Opge
merkt zij, dat zij niet bepaald verplicht zijn de staanplaat
sen aan de hoogste inschrijvers te gunnen. Wanneer daar
lieden
O