- verg.21-11-194-0 -
is de minder gunstige veevoeder positie,waarin ons land
de oorlogsomstandigheden is komen te verkeeren.Hierdoor
is de noodzakelykheid gebleken maatregelen te treffen om
de voor veevoeder geschikte afvallen zoo intensief en eco
nomisch mogelyk in te zamelen en te verwerken.
De bedoeling is dus,dat er voor gezorgd wordt,dat geen
afval^ direct of indirect geschikt voor veevoeder verlo
ren gaat.
Welnu in deze gemeente gaat reeds nu geenerlei afval,dat
op eenige manier ala veevoeder dienen kan of dienstbaar ge
maakt kan worden,verloren.
Zundert toch is een volkomen landelyke gemeente.De bevol
king woont voor een zeer klein deel in een kom en voor het
overgroote deel zeer verspreid over het geheele groote ter
ritoir der gemeente.Niet alleen zy,die buiten de kom zoo
veel en zoo ver uiteen wonen,hebben vee,waaraan alle afval
van levensmiddelen wordt opgevoerd,maar ook de kombewoners
hebben vrywel zonder uitzondering vry groote achtererven,
waarop zy een varken,kippen,konynen of een hond houden.
°ok deze laatsten voeren hun afval voor wel 95% der geval
len een eigen dieren op.De enkeling,die schillen,groeten-
afval,brood en etensresten overhoudt,gooit dezen afval
nooijït weg maar geeft dezen aan buurman of familiedie dat
zeer op prys stellen nu veevoder zoo schaars is geworden.
Dit al is hier zoo sprekend,dat er niet alleen geen enkel
persoon te vinden is,die bedoelde afvallen voor eigen re
kening ophaalt,maar ook een betaalde man zou niets of vry
wel niets verzamelen,wyl zich hier slechts by hooge uit
zondering het geval/é voordoet,dat iemand tot levering ver
plicht is.Byna iedereen toch in deze gëmeente valt onder
artikel 2 lid 2 van het - Afvallenbesluit 194-0 I.
Op bovenstaande gronden hebben burgemeester en wethouders
de gevraagde ontheffing bepleit.
Zy vertrouwrndat de Raad het hiermede geheel eens zal
zyn en ge gevraagde ontheffing eventueel alsnog zal willen
ondersteunen.
Voorgesteld wordt dus geen vei*ordening vast te stellen
ten aanzien van de wyze,waarop de afvallen van levensmidde
len moeten worden bewaard en ter beschikking gesteld.
Mocht onverhoopt de gevraagde ontheffing niet worden ge
geven, dan zullen burgemeester en wethouders wel door den
Secretaris»Generaal van het departement van Landbouw en
Visschery worden uitgenoodmgd alsnog de deswege noodige
regelen
verg. 21-11-194-0 -
regelen vast te stellen.
Anderd staat de zaak met betrekking tot het vaststellen eener
verordening ingevolge het Afvallenbesluit 194-0 II (Dierlyke
afarallen) Het Af vallenbe sluit 194-0 II betreft afvallen van
abattoirs,slagersbedryven,poelierswinkels,vischwinkels,cada
vers van slachtdieren evdr- Het is de bedoeling,dat de in ge»1
noemdebedryven vrykomende afvallen worden verwerkt tot been
dermeel en diermeel.
Het inzamelen ook van deze afavllen zal slechts kunnen ge
schieden door hen,die in het bezit zyn van een door burge
meester en wethouders afgegeven vergunning.In verband met de
bovengenoemde bestemming dezer afvallen,zullen deze vergun
ningen moeten worden afgegeven aan beendermeel! abrifeanten
en destructiebedryven.
Het het oog vooral op de in deze gemeente gevestigde slage
ryen zal het dus noodig zyn,dat de raad eene verordening vast
stelt betreffende het ter beschikking stellen van dierlyke
afvallen en van cadavers van honden en kaften.
Een daartoe strekkende ontwerp-verordening wordt den raad
hierby ter vaststelling aangeboden.
Burgemeester en wethouders moeten alsdan zorgdragen,dat be
doelde afvalstoffen worden ingezameld.De inzameling vindt
plaats met in achtneming van de door of vanwege den Secreta
ris-Generaal gegeven aanwy zing en. Voor zoover de gemeente de
inzameling niet zelf ter hand neemt,geschiedt zy door per
sonen of lichamen,in het bezit van een voor dat doel door
burgemeester en wethouders afgegeven vergunning.
Te dezer zake zyn burgemeester* en wethouders reeds in con
tact getreden met den directeur van den Vlèeschkeuringsdienst
te Breda.In de auto's van den Vleeschkeuringsdienst zyn heel
goede bakken ingebouwd voor het meenemen van de afgekeurde
organen.Indien nu de slagers de afvallen uit hun bedryf ver
zamel en, kunnen zy deze aan den keurmeester,die by hun langs
komt,medegeven.
Voor wat de cadavers van keeien e.d.betreft,hieromtrent is
eene overeenkomst gesloten met den destructor te Son.
De uitvoering der verordening is dus vry eenvoudig.
ije heer S.P.van ^assel merkt op,dat de slagers de beenderen
zelf plegen te verkoopen.
De Voorzitter zegt,dat voor wat de slagers zelf willen ver
koopen zy hiermede kunnen blyven voortgaan.
Hierna