(JSPLv. yv-• - verg.28-6-1940 - genoemde erfpachters gestichte gebouwen dat alzoo de overdrachten van de hiervoor bedoelde op stallen geconstateerd by gemelde akten d.d.6 Maart 1920 en 17 November 1926,moet worden beschouwd als te zyn ge schied onder de ontbindende voorwaarde,ook al is deze ontbinde voorwaarde niet uitdrukkelyk vermeld),dat die opstallen niet vóór den 1 Januari 1937 van het gemelde perceel kadastraal sectie E.No.1920 zouden zyn weggeno men, welke ontbindende voorwaarde blykens het hiervooraf- gaande is vervuld dat alzoo blykens het hiervoorafgaande de hiervoor be doelde zich thans op het gemelde perceel kadastraal sec tie E.No.1920 bevindende gebouwen mede door dé gemeente Zundert behooren te worden overgedragen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders gelet op artikel 228 der gemeentewet besluit l.in te trekken gemeld raadsbesluit van den 11 Januari 1959. 2.aan genoemden Jacobus van ^assel,landbouwer,wonende in de Wernhoutsche heide onder Zundert uit de hand te ver- koopen voor de som van F 500.-,het perceel gelegen te Zundert,kadastraal bekend gemeente Zundert sectie E.No. 1920,groot 53 aren 80 centiaren,met inbegrip van de daar op zich bevindende door de genoemde erfpachters daarop gestichte gebouwen,echter met de navolgende bedingen. a. dat de genoemde kooper Jacobus van ^assel zal afstand doen van al zyne rechten,welke hy tegenover de gemeente Zundert zou kunnen doen gelden op grond van het feit,dat die opstallen door hem zyn gesticht of aan hem zooals hiervoor is gemeld zouden zyn overgedragen b.dat de genoemde kooper Jacobus van Hassel de gemeente Zundert zal vrywaren voor alle aanspraken,welke és erven van genoemde Jacobus Augustinus van Hassel ten laste van de gemeente Zundert zouden kunnen doen gelden op grond van het feit,dat de hiervoor bedoelde opstallen öf door genoemden Sprenkels zyn gesticht,öf aan genoemden Jaco bus Augustinus van Hassel zooals hiervoor is gemeld zou den zyn overgedragen,öf door laatstgenoemde zouden zyn gesticht. Vastgesteld in de openbare vergadering van den 28 Juni 194-0 De/ITècretaris, yBa Burgemeester, Jyziging rechtstoe standsver or deningen -2.08.17 - verg.28-6-1940 - IVKomt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet houders tot wyziging van het ambtenarenreglement,het ar- beidsovereenkomstenbesluit en de reglementen rechtstoestand secretaris,ontvangefl/en ambtenaar van den burgerlyken stand nopens gelyktydig genot burgerlyke en militaire belooning door gemobiliseerd overheidspersoneel. ileeren Gedeputeerde Staten dezer provincié berichten by hun briefvan 13 Maart 1940 G.Nr.460 het navolgende Op verzoek van den Minister van Binnenlandsehe Zaken dee- len wy U het volgende mede. A. Ambtenarenreglementen. Gelyktydig genot van burgerlyke en militaire belooning door gemobiliseerd overheidspersoneel. By Koninklyk besluit van 28 Februari 1940,S.343,is met in gang van 1 Maart gl.het bepaalde in artikel 19 van het al gemeen ryksambtenarenreglement door het volgende vervangenj Artikel 19. 1. De ambtenaardie in verband met oorlog,oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden verplichten werkelyken dienst verricht,geniet,zoo hy gehuwd is,gedurende 30 dagen de volle aan zyn ambt verbonden bezoldiging en daarna het geen deze meer bedraagt dan zyne militaire belèoning.Is hy ongehuwd,dan geniet hy gedurende 30 dagen de volle aan zyn ambt verbonden bezoldiging en daarna hetgeen 70 ten honderd van die bezoldiging meer bedraagt dan zyne militaire beloo ning. 2. Ongehuwde eenige kostwinners worden voor de toepassing van het eerste lid gelykgesteld met gehuwden.Onée^ Minister, Hoofd van het betrokken Departement van Algemeen Bestuur, beslist,of een ongehuwde als eenig kostwinner beschouwd wordt. 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is eerst van toe passing, nadat de militair,hetzy vóór,hetzy gedurende de bui tengewone omstandigheden,een werkelyken dienst van 11 maanden, of,indien hy eene eerste oefening van korteren duur te ver- villen had deze oefening heeft volbracht. 4. Het bepaalde in het derde lid geldt niet a.ten aanzien van de buitengewone dienstplichtigen,die eerst in werkelyken dienst behoeven te komen na het jaar der lich ting,waartoe zy behooren of naar hun leeftyd gerekend kunnen worden te behooren; b.voor de vrywilligers van den landstorm,die hetzy een rang bekleeden,hetzy het bewys van voorgeoefendheid hebben verwor ven. By

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1940 | | pagina 15