9 - verg.28-2-1940 - is, omdat een ander meer krijgt. Een ieder moet zijn eigen zaak kunnen verdedigen. De werkliedenvereeniging kome dus met bewijsmateriaal. Hiermede wil niet beweerd worden, dat, wanneer deze zaak ddor de werkliedenvereeniging anders word" aangepakt, een hernieuwd verzoek dan succes zal hebben. Dit is nog een vraag. Er zullen diverse moeilijkheden zijn. De heer de Bie informeert of de Voorzitter zich nog kan herinneren, welke de motieven waren, die voor de verlaging gegolden hebben (van 22 op 20 cent) en of die motieven hun kracht nog steeds bezitten. De Voorzitter zegt, dat al hetgeen hij over deze rnateri* bezit, ter beschikking staat aan hen, die er zich voor inte resseeren. De heer van den Hoven vraagt het verzoek aan te houden De Voorzitter antwoordt, dat hiertoe z.i. geen redenen aanwezig zijn. De werkliedenvereeniging toch kan steeds een ander rekwest indienen. Hierna wordt zonder stemming besloten het verzoek van de R.K.Werkliedenvereeniging om medewerking tot verhooging van het uurloon af te wijzen. De heer van'den Hoven verzoekt aanteekening, dat hij geacht wilde worden tegen het voorstel van burgemeester en wethouders te zijn. IX. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet- litiebondNherzië-houders a:fwijzing verzoek Alg.Ned.Politiebond om herzie ning salarissen ning van de salarissen der gemeenteveldwachters. Ingekomen is een adres van het Hoofdbestuur van den Al gemeenen Nederlandschen Politiebond te Amersfoort, van Janu ari 1940, waarbij wordt verzocht te willen bevorderen, dat de salarissen van het politiepersoneel, c.q. van de veld - wachters zullen worden herzien. De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders er vooralsnog niets voor voelen den raad voor te stellen om verzoekschriften als het onderhavige, waarbij de prijsstij ging ten grondslag ligt, in te willigen. Burgemeester en wethouders zijn van meening, dat de regeering in deze voor moet gaan. Indien het Rijk overgaat tot herziening der sa larissen van het Rijkspersoneel zullen burgemeester en wethouders Afwijzing ver- gem. veldwachters). II 08.041 - verg.28-2-1940 - Afwijzing be zwaarschrift L.Schellekens ^egen aanslag schoolgeld "^lasting. -1.851.2 02.2 wethouders gaarne een herziening van de salarissen van de veld wachters in overweging nemen. Thans meenen zij den raad te moeten voorstellen afwijzend op het verzoek te moeten beschikken. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen. X. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders tot afwijzing van het verzoek van L.Schellekens om verlaging aanslag schoolgeld. De Voorzitter zegt, dat de heer L.Schellekens, alhier, B 156 bij brief van 15 December 1939 mededeelt dat hij over het heffingsjaar 1 April 1938 t/m 31 Maart 1939 is aangeslagen voor schoolgeld voor het bijzonder gewoon lager onderwijs, tot een te betalen bedrag van ƒ6,-; dat hij bij beslissing van den heer Inspecteur der directe belastingen te Breda, d.d. 22 Augustus 1939» ontheffing van zij Personeele belasting over 1939 wegens de tweede grondslag heeft verkregen dat hij bij beslissing van den heer Inspecteur der directe belastingen te Breda, d.d. 29 Juli 1939» voor de helft van zijn aanslag in de Personeele belasting 1939 vermindering heeft ver kregen Reden waarom hij zich tot den raad wendt met beleefd verzoek zijn aanslag in de schoolgeldbelasting te willen herzien, en overeenkomstig de vermindering van zijn aanslag in de Personeel belasting te willen verlagen. De Voorzitter zegt, dat hier van de zijde van adressant een misverstand bestaat. De verleende afschrijving en vermindering van personeele belasting heeft betrekking op het belastingjaar 1939 welk belastingjaar als grondslag dient voor het opmaken van het schoolgeldkohier 1939/1940. Bij het opmaken van dit ko hier zal dus met dezen verminderden aanslag rekening worden ge houden. Thans kan geen vermindering van den aanslag in de school geldbelasting worden toegestaan, daar die aanslag terecht heeft plaats gehad naar den aanslag in de personeele belasting over 1938. Burgemeester en wethouders stellen dus voor afwijzend op het verzoek te beschikken. Hiertoe wordt zonder stemming besloten.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1940 | | pagina 10