- verg.17-6-1938 - onder de ogen willen zien,zullen zj de gemeentenaren van Zundert en ook ondergetekende daarmede n zeer groot genoegen doen. In afwachting op Uw zoo zeer gewaardeerde beslissing blyf ik Hoogachtend (get) G.J.L.Heersche,Markt A 3 Zundert. De Voorzitter zegt,dat de heer HGersche dus een wo ning wenscht te stichten buiten het in wording zynde uitbreidingsplan in onderdeelen. Teneinde tot den bouw der bedoelde woning te geraken liet de heer Heersche de Commissie voor het Bouw-Wo- ning- en Welstandstoezicht het .verzoek doen hem mede te willen deelen of al dan niet een woonhuis mocht worden gesticht op het perceel,kadastraal bekend in sectie C No.841,gelegen aan den Meirschen weg. Na zich ter zake door den heer IrAlph.Siebers te hebDen laten voorliehtenHberichten burgemeester en wethouders den heer He.ersche by hun brief,van 6 Mei 1938,dat het in verband met het in bewerking zynde uitbreidingsplan voor deze gemeente niet geoorloofd was om op de door hem gewenschte plaats een gebouw op te richten,wyl deze plaats viel buiten de gegren- zing van het ontworpen uitbreidingsplan in onderdee len.Ter nadere toelichting werd nog medegedeeld,dat slechts in de hiernagenoem.de gevallen bebouwing bui ten de begrenzing van het ontworpen uitbreidingsplan in onderdeelen was toegestaan woningen en andere gebouwen behoorende tot 1.agrarische bedryven. 2.inrichtingen van openbaar nut. 3.instellingen of gestichten voor religieuzecultu- reele,of liefdadige doeleinden. 4.zeer groote buitenverblyven. Het gebouw,hetwelk de heer Heersche wenscht te stich ten, behoort tot geen der geneemde vier categoriëen. Na ontvangst van opgemelden. brief drong de heer Heersohe mondeling by burgemeester en wethouders op herziening van hun schryven aan. By brief van 23 Mei 1938 No.253 berichten burgemees ter en wethouders,dat er geen termen aanwezig waren om hunne beslissing,neergelegd in hun brief van 6 Mei 1938,te herzien. 24 Mei 1938 - verg.17-6-1938 - 3. 24 Mei 1938 kwam reeds het zgn.bezwaarschrift van den heer Heersche in,hoewel zyn eigenlyke aanvrage om ver gunning tot het bouwen der bedoelde woning eerst door de commissie voor bouw^woningyen welstandstoezicht aan bur gemeester en wethouders werd .verzonden by haar advies van 1 Juni 1938 No.D/Z 466. Onmidellyk namen burgemeester en wethouders hun besluit, hetwelk als volgt luidt Burgemeester en wethouders der gemeente Zundert in hunne vergadering van 2 Juni 1938 beschikkende op het verzoek d.d.14 Mei 1938 van G.J.L. Heersche wonende te Zundert A 3,om vergunning tot den bouw van een woonhuis op het perceel,kadastraal bekend gemeente Zundertsectie C.No.841 overwegende dat de raad der gemeente Zundert in zyne openbare ver gadering van 5 November 1937 heeft bepaald,dat de vast stelling van een plan van uitbreiding voor de geheele ge meente in voorbereiding is dat dfcb besluit op 5 November 1937 door het hoofd van het gemeentebestuur van Zundert ter openbare kennis is gebracht dat de bevoegdheid tot het vaststellen van vorenvermeld besluit en het afkondigen daarvan is vastgelegd in arti kel 36,lid 4,der woningwet dat by artikel 6,lid 4,der woningwet is bepaald,dat de beslissing op een verzoek om vergunning,dat is ingekomen, nadat een besluit,als bedoeld in artikel 36,vierde lid, ter openbare kennis is gebrachtindien er overigens geen grond is om de vergunning te weigepen,by besluit van Bur gemeester en wethouders wordt aangehouden tot de beslis sing over het plan (van uitbreiding)onherroepelyk is ge worden of het besluit,als bedoeld in artikel 56,vierde lid (der woningwetvervallen is dat er overigens geen grond is om de gevraagde vergun ning thans te weiAeren dat een beèlis^ng over het plan van uitbreiding nog niet heeft plaats gehad dat het besluit van den raad dezer gemeente,als bedoeld in artikel 36,vierde lid,der woniggwet,niet vervallen is; gelet op de desbetreffende bepalingen der woningwet besluiten de

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1938 | | pagina 32