- verg.29-3-1938 -
24 November 1937 heeft besloten de loopende overeen
komst betreffende de uitvoering van de Vleeschkeurings-
wet in den kring "Breda",tegen 1 Januari 1939 op te zeg
gen.
De raad van genoemde gemeente is evenwel bereid deze
overeenkomst met ingang van 1 Januari a.s.voor den tyd
van zes jaren te verlengen op dezelfde voorwaarden als
daarin zyn genoemd,met uitzondering evenwel van het be
paalde in de laatste alinea sub 7betreffende het hef
fen van invoerkeurloon,waartoe Breda zelf de bevoegd
heid wenscht te hebben.
Over deze aangelegenheid is reeds eerder in den raad
gesproken.In de vergadering van den raad dezer gemeente
van 10 Juni 1936 werd nl.behandeld een verzoek van bur
gemeester en wethouders van Breda om de laatste alinea
onder 7 van de voorbedoelde overeenkomst te doen ver
vallen,waardoor voor de gemeente Breda de mogelykheid
geopend zou worden om door toepassing van invoerkeuring
en heffing van invoerkeurloonen op in de buitengemeen
ten geslacht vleesch tegen het voortbestaan van een on—
gewenschten toestand maatregelen te nemen.
Het is de raad evenwel bekend waarom de heele zaak
draaide ehl schynbaar nog draait.De slagers uit Breda
gingen nl.in de buitengemeenten slachten,omdat hun dat
goedkooper uit kwam.Voor het abattoir van Breda betee-
kende dit echter een gevoelig verlies.De gemeente Bre
da wilde waarom haar slagers dwingen in het abattoir
te slachten.Dit slachten in het abattoir van Breda kon
echter niet worden afgedwongen zoolang niet genoemde
laatste alinea sub 7 van de gemeenteschappelyke over
eenkomst was vervallen.Daar evenwel door het doen ver
vallen van die laatste alinea onze slagers,die vleesch
invoeren in Breda,getroffen konden worden,besloot de
raad afwyzend op het verzoek te beschikken.
Hiermede was toen de zaak voor eenigen tyd van de baan.
Thans zegt de raad van Breda echter de loopende overeen
komst op.Wat nu Dit zal vlug gezegd zyn.We zullen wel
verplicht zyn ons noodgedwongen naar den wil van Breda
te schikken.Immers op de eerste plaats staat de gemeen
te vrywel alleen.Aanvankelyk bood ook de gemeente Etten
hardnekkigen tegenstand.Deze gemeente heeft zich echter
inmiddels bereid verklaard eene nieuwe overeenkomst met
Breda te zullen sluiten. Blvft
- verg.29-3-1938 - 13
Blyft nog over de gemeente Rysbergen,die ook wel spoedig
voor de overmacht zal moeten zwichten.De gemeente Zundert
zal dan alleen staan,wyl alsdan alle buitengemeenten zich
aan den wil van Breda hebben onderworpen.
Wat kan nu Zundert alleen doen?
Theoretisch zou men kunnen zeggen zelf een vleeschkeurings-
dienst oprichten.Practisch is dit absoluut onmogelyk.Agge-
gien nog van het feit,dat Ged.Staten nimmer hun goedkeuring
zouden verleenen,zou een eigen dienst veelt en veel te duur
zyn.Stel eens,dat voor pl.m.E 1700.- per jaar zich in deze
gemeente een veearts zou willen vestigen,dan kan die man
toch niet aangesteld worden,daar een keurmeester geen prac-
tiseerend veearts mag zyn.Maar vooral de inrichting van den
dienst,wat zou dat niet gaan kosten Denken we b.v.eens
aan een noodslachtplaats;om van een laboratorium maar niet
te spreken.Aan de oprichting van een eigen dienst zit zoo
veel vast,dat het gewoonweg voor deze gemeente niet te be
talen is.Vroeger is zelfs door alle buitengemeenten gepoogd
een dienst op te richten,doch er kon niets van komen.Er is
dus geen denken aan,dat Zundert alleen een eigen vleesch-
keuringsdienst kan bekostigen.
De heer S.P.van Hassel zegt,dat destyds alle buitengemeenten
gezamenlyk getracht hebben een dienst op te richten.Ié dit
toen beslist afgewezen
De Voorzitter zegt,dat indertyd door de colleges van burge
meester en wethouders van alle kringgemeenten zeer veel ver
gaderd is geworden om tot oprichting van een dienst te ge
raken. Deskundigen heeft men geraadpleegd,ramingen gemaakt,
kortom alles is gedaan om een eigen dienst te krygen.
Uiteindelyk kwam er nog niets van,want Ged.Staten wilden
het niet.Zy dreigden eene toepassing van artikel 23a der
Vlèeschkeuringswet te zullen uitlokken.
De heer S.P.van Hassel vindt het erg jammer,dat de gemeente
gedwongen wordt zich eene nieuwe overeenkomst op te laten
dringen.Hy maakt zich sterk,dat voor F 1500.- een veearts
zich in de gemeente zal komen vesaigen.Hiermede zou een
groot algemeen belang gedient worden,want een veearts is
er hard noodig.
Wanneer het volgend jaar de nieuwe overeenkomst in werking
treedt,zal een allesbehalve gezonde toestand gaan ontstaan.
Alsdan toch zal het vleesch,hetwelk door de keurmeesters
van Breda in deze gemeente is gekeurd by invoer te Breda
nogmaals door diezelfde keurmeesters worden gekeurd,hetgeen
evenwel