- verg.20-8-1937 -
Zyn herbenoeming had dus plaats moeten hebben met in
gang van 22 April 1931.Dit is evenwel niet geschied.
Op 5 Mei 1931 besloot de Raad de secretaris-penning
meester in zyne betrekking te handhaven totdat herbe
noeming zou hebben plaats gehad.Die herbenoeming had
plaats op 18 Februari 1932.
De Pensioenraad maakt hiertegen echter bezwaar.Hy is
n.l.van meening,dat de herbenoeming van den heer van
Looveren had moeten geschieden met ingang van 22
April 1931.
Burgemeester en wethouders stellen voor aan het
verlangen van den Pensioenraad alsnog te voldoen.
Er behoort evenwel nog meer veranderd te worden.
In 1934- toch werd een nieuw reglement voor het bur-
gerlyk armbestuur vastgesteld.Ingevolge dit nieuwe
reglement zou de benoeming van een secretaris-pen
ningmeester niet meer voor den duur van 3 jaren
plaats hebben,doch voor vast.Wel werd in de vergade
ring van den Raad van 24 Maart 1934 by de behande
ling van het nieuwe reglement door een lid van den
raad gevraagd of by vaststelling van het nieuwe re
glement de secretaris-penningmeester automatisch voor
vast werd aangesteld,waarop door den toenmaligen Voor
zitter bevestigend werd geantwoord,doch de Pensioen
raad is van oerdeel,dat eene eventueele vaste aan
stelling by afzond^iyk besluit van den raad had moe
ten geschieden.
Burgemeester en wethouders stellen daarom voor de
heer G.E.van Looveren met ingang van 22 April 1936
voor vast te benoemen als secretaris-penningmeester
van het burgerlyk armbestuur.
De heer de Bie vraagt of deze raad bevoegd is tot
het nemen van de door burgemeester en wethouders voor
gestelde besluiten.
De Voorzitter antwoordt bevestigend/De heele zaak
is meer van formeelen aard.Het ging er hier aanvang-
kelyk over den heer van Looveren in het genot te doen
stellen van pensioen.Nu de heer van Looveren inmiddels
is overleden gaat het er om de weduwe in het bezit te
doen komen van weduwe-pensioen.
De voorstellen van burgemeester en wethouders worden
hierna zonder stemming aangenomen.
XIX
- verg.20-8-1937 - 12
Overdracht XIX. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en
grond^oude we-bilouders inzake vry-gekomen grond oude toren,
toren aan De Voorzitter zegt,dat burgemeester en wethouders inzake
HeTrudo"bUUr den tiiai:is vry-gekomen grond,waarop voor kort den ouden toren
1 qc,^ stond,het navolgende schryven hebben gericht tot den Zeer
Eerw.heer Pastoor van Güoot Zundert
Nu de oude toren is verdwenen,hebben burgemeester en
wethouders overwogen wat te doen met den thans vrygekomen
grond,aan de gemeente toebehoorend en gelegen temidden van
het terrein,eigendom van het kerkbestuur van de parochie
van den H.Trudo.
Wy kwamen tot het besluit den Raad dezer gemeente in over
weging te zullen geven bedoeld stuk gemeentegrond,voor Uw
kerkbestuur van zoo een groote waarde,aan U om niet aan te
üieden.
Dit aanbod zal evenwel geschieden onder een beding en dat
is: dat het kerkbestuur zoo spoedig mogelyk het geheele
terrein voor het kerkhof gelegen,dat dus eigendom is en
dan eigendom wordt van dat bestuur,zal brengen in een netten
staat,en dat,zoodra het seizoen zulks zal toelaten,bedoeld
terrein zal worden beplant met heesters,struiken of anders
zins, zoodanig, dat het terrein het aanzien krygt van een
plantsoen.
Het is ons bekend dat het voornemen om op gemeld terrein
een H.Hartbeeld te plaatsen reeds vaste vormen heeft aart-
genomen. Ons komt het voor dat de plaatsing van een H.Hart
beeld aldaar het aanleggen en in stand houden van een plant
soen niet alleen niet in den weg staat,doch zulks zelfs tot
op zekere hoogte vordert.
Jarenlang heeft de slordigheid van bedoeld terrein,midden
in de kom van ons dorp,de geheele omgeving ontsiert en hn
indruk gewekt dat dee overheid alhier geen gevoel voor net
heid zou hebben.
De toren stond echter zooals bekend in natuurlyken en in
overdrachtelyken z£n de opruiming van dien ongewenschten
toestand in den weg.
Nu de toren verdwenen is,mag het aangeduidèe opject van
ergernis niet langer blyven voortbestaan.De plaatsing van
een H.Hartbeeld temidden van een slordige omgeving zou o.i.
bovendien een profanatie lyken.
We