- verg.20-8-1937 - in de provincie Noord—Brabant,ten aanzien van het hpuden van een gecertificeerde politie—diensthond dat het eveneens met belangstelling kennis nam van de voor dat doel uitgetrokken post F 4500.- op de Ryksbegrooting voor 1937 van het Departement van Justitie dat,naar zyne meening,daaruit duidelyk blykt.dat be doelde Overheids instanties van het nut van een zoo- danigen hond voor den politiedienst overtuigd zyn, en laatstbedoelde Autoriteit daarvoor ook een ver goeding aan de ryksveldwachters toekent dat die meening ook wordt gedeeld door de Staten- Generaal,die bedoelden post van F 4500.- heeft goed gekeurd dat ook naar de meening van het Hoofdbestuur het bezit van een gecertificeerde hond,zoowel voor een behoorlyke surveillance,alsook voor grootere veilig heid van den betrokken politieambtenaar.noodzakelyk en gewenscht is te achten dat echter de kosten van aanschaffing en onderhoud de financieele draagkracht van de betrokken politie ambtenaren te boven gaah redenen waarom het Hoofdbestuur Uwen Raad beleefd verzoekt wel te Trillen besluiten dat voor het aan schaffen en houden van een zoodanigen hond,aan de betrokken ambtenaar een vergoeding worde toegekend, wei$ke een bedrag van F 100.— per jaar niet be boven gaat. Vertrouwende dat Uwen Raad wel aan ons beleefd verzoek zal willen voldoen,teekent met eerbiedige hoogachting, Namens het Hoofdbestuur, (get) onleesbaar. Burgemeester en wethouders zyn van oordeel,dat voor meld verzoek niet voor inwilliging vatbaar is en stellen daarom voor afwyzend op het verzoek te be schikken. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen. By dra ge aan XV. Komt aan de orde het voorst e% van burgemeester Comité bestudee- en wethouders tot toekenning kleine bydrage aan co- ding v?insecten- mité ter bestudeering en bestryding van insecten plagen in bos- plagen in bosschen. £,e schen -1.823.2 - verg.20-8-1937 - De Voorzitter zegt,dat het Comité ter bestudeering en bestry ding van insectenplagen in bosschen verzoekt haar werk door een jaarlyksche geldelyke bydrage te steunen in het belang van de instandhouding van het Nederlandsche hosch. Het comité is reeds begin Augustus op bescheiden wyze met het antomologische onderzoek aangevangen.Daartoe is een eenvoudig laboratorium ingericht in een gebied op de Veluwe, dat is aangetast door de dennenbladwesp.Dit onderzoek zal aanvangkelyk worden verricht door een jong entomoloog onder leiding van Prof.Dr.W.Roepke,Hoofd van het Laboratorium voor Entomologie te Wageningen. De werkwyze van het comité zal dus analoog zyn aan die van het bekende Comité ter bestudeering en bestryding van de iepenziekte ",een voorbeeld van gelukkkige samenwerking van de overheid met andere belanghebbenden. In het comité hebben zitting de heeren ïï.D.van Dissel, Directeur van het Staatsboschbeheer te Utrecht.Voorzitter, Ir.N.van Poeteren,Inspecteur,Hoofd van den Plantenziekton kundigen DienstWageningen,Secretaris Prof.Dr.Joha.Westerdyk,Directrice van het Phytopathologisch Laboratorium "Willy Commelin Scholten" te Baarn. Prof.Dr.W.Roepke,Hoofd van het Entomologisch Laboratorium te Wageningen. Jhr.W.H.De Beaufort,te Maarn. Dr.J.De Hoogh,Houtvester by het Staatsboschbeheer te Utrecht,2e secretaris. Burgemeester en wethouders zyn van oordeel,dat,ware deze gemeente geen Zundert,mogelyk afwyzend op het verzoek zou moeten worden beschikt.Deze gemeente met haar bosschen en boomkweekeryen hoort evenwel in het gezelschap thuis. Burgemeester en wethouders stellen daarom voor op de be grooting 1937 voor opgemeld doel F 10.- uit te trekken. Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen. VerstrekkingCVI. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet- voorloopige k0U£ers -tot verstrekking voorloopige vergoeding art. 101 der Lageronderwyswet 1920 over 2de halfjaar 1937. De Voorzitter zegt,dat,zooals bekend,de Minister van On- derwys,Kunsten en Wetenschappen,by beschikkingen van 27 Februari 1937 Nos.2312 en 2312 I de vergoeding/bedoeld in artikel 101 der Lageronderwyswet 1920 voor de byzondere scholen in deze gemeente,over net tydvak van 1 Jan. tot 1 Juli 1937 heeft vastgesteld op F 5.50 per leerling. Ingevolge vergoeding art.101 L. O.Wet 1920 aan byz. scholen over 2de halfjaar 1937. -1.851.2B 07-2

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1937 | | pagina 46