/fair.
- 12-4-1937 -
Ongeveer 20 jaren geleden is deze ruiling by monde
linge overeenkomst tot stand gekomen.Nimmer is hiervan
echter iets beschreven, zoodat de beide perceelen zyn
blyven staan ten name van de oorspronkelyke eigenaars.
Tengevolge van het overlyden der weduwe Willemsen
moeten hare eigendommen onder de erfgenamen worden
verdeeld.
Geconsi^teerd is nu dat juridisch nimmer is vastge
legd geworden wat ongeveer 20 jaren geleden mondeling
wwrd overeengekomen.
Om den bestaarden toestand te wettigen is opgemeld
verzoekschrift gedaan.
De Voorzitter stelt voor tot inwilliging van dit ver
zoek over te gaan.
Hiertèe wordt by het ondervolgend besluit zonder
stemming besloten.
De Raad der gemeente Zundert in zyne openbare ver
gadering van 12 April 1937
gezien het verzoekschrift,d.d.12 April 1937»van
Adrianus Josephus Willemsen,letterzetterte Zundert,
handelende voor zich en als gemachtigde der overige
eigenaars van het perceel kadastraal bekend gemeente
Zundert,sectie K.No.538»om ruiling van een strookje
grond
heeft besloten
aan de tegenwoordige eigenaren van het gemelde per
ceel sectie K.No.538,af te staan ongeveer een are en
vyf en zeventig centiaren van het ongenummerde per
ceel, gelegen ten zuidoosten van de kadastrale per
ceelen sectie K.Nos.1320 en 1321,in ruil tegen on
geveer vyf en zeventig centiaren van het kadastrale
perceel sectie K.No.538,en zulks onder voorwaarde,
dat de kosten op deze ruiling vallende geheel ten
laste van requestranten komen,zynde na de totstand
koming der ruiling juridisch vastgelegd datgene wat
ter plaatse ongeveer 20 jaren geleden in feite is ge
schied.
De Raad voornoemd,
- 12-4-1937 -
8.
Vernieuwing XIII. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet-i
v ergunnmg
aan N.V.
Radio-
Centrale
Zundert.
-1.818.1
houders tot vernieuwing vergunning,aan de N.V.Radio-Centrale
Zundert,tot het hebben van geleidingen of palen op,onder of
boven den voor den openbaren dienst bestemden gemeente-grond.
De Voorzitter zegt,dat de Minister van Binnenlandsche Zaken
by brief,van 23 October 1938 No.25984 afd.B.B. bericht,dat
het hem bekend is,dat tal van gemeenten in de vergunningen
aan de radiodistribuanten verleend,tot het hebben van ge
leidingen of palen op,onder of boven den voor den openbaren
dienst bestemden gemeentegrond ten behoeve van de radiodis
tributie onder meer de bepaling hebben opgenomen,dat de ver
gunninghouder verplicht is jaarlyks aan de gemeente een ver
goeding te betalen.
Naar 's Ministers meening is het niet in overeenstemming
met het bepaalde in artikel 275,derde lid.juncto artikel 269
der gemeentewet,dat bedoelde vergoeding in de vergunning
wordt geregeld.
In verband met het vorenstaande stellen burgemeester en
wethouders voor uit de geldende gemeentelyke vergunning de
artikelen 3,4 en 5,i£tzake vordering van vergoeding,te doen
vervallen.
Verder bericht de directeur-generaal der Posteryen,Tele
grafie em Telefonie by schryven van 10 November 1938 No.
12985 S,dat de Minister van Binnenlandsche Zaken met betrek
king tot de verlenging van de voor de radiodistributie ver
leende machtigingen,waarvan het meerendeel in April 1937
afloopt,het standpunt heeft ingenomen,dat,indien de radio
distribuanten zich blyven beyveren om de machtigingsvoorwaar
den zoowel technisch als exploitatief zoo stipt mogelyk na
te komen,er in het algemeen in April 1937 geen aanleiding
zal zyn een anderen exploitatie-vorm voor die verzorging in
het leven te roepen.
Met inachtneming van het vorenstaande en aannemende,dat de
radiodistribuanten in het bezit van de vereischte gemeente-
lyke vergunning zyn,zullen dan ook de thans loopende machti
gingen met een termyn van 5 jaren,dit is tot 1 Mei 1942
verlengd kunnen worden, met de bepaling,dat deze termyn
na ommegang wederom met 5 jaren,dit is tot 1 Mei 1947,ver
lengd kan worden,indien mocht blyken,dat by het beëindigen
van den eerstbedoelden vyfjarigen termyn daartegen geen
technische en/of exploitatieve bezwaren kunnen worden aan
gevoerd.
In
s