- verg.23 Jan.1936 - periode verdiende. Van I9I6-I9I8,toen de tyd toch ook al duur was,wa ren cU,ze honoxnria F 1100 resp.F 1300,tevoren waren ze nog lager. Op 1 Jan 1919 werden deze salarissen op peil gebracht toen toch werden ze verhoogd van F 1630 op F 3730 en van F 1550 op F 3100. U moet uit deze geweldige sprong zien,hoezeer het oude salaris by een passend inkomen toen ten achter was. In tegengestelde richting doet zich bedoeld verschyn- sel ook voor,mits de economische wetten in hun natuur- lyke werking niet worden gehinderd. By laag conjunctuur toch,in tyden dus als we thans beleven,wordt er weinig verdiend.Logósch zou nu zyn dat nu alle goederen in prys daalden,Ware dit zoo,dan zou het vaste inkomen van het Overheidspersoneel in waarde stygen.De Overheid zelf ontvangt minder in kas,wordt daardoor gedwongen tot bezuiniging.Zoo volgt dan een salarisvermindering van het Overheidspersoneel,welke billyk is.De salarissen worden aangepast Als we nu na deze beschouwingen teruggaan naar het onderhavig schryven van Ged.Staten,dan vragen wy ons af Waarom die korting Burgemeester en wetgouders vinden in twee gevallen deze salaris-verlaging gemotiveerd,n.l. Ie.als de overheid het noodige geld voor de geldende salarissen niet meer kan viHriwH missen, 2e.als de geldende saï^issen te hoog voor dezen tyd genoemd moeten worden. Kan thans de overheid,in casu de gemeente Zundert,de thans uitbetaalde salarissen,voor bedoelde functiona rissen per jaar in totaal groot F 8892.50,niet meer geheel betalen en moet zy daarom 2.\% daarop dat is F 222,31 bezuinigen Bezien we de begrooting totaal F 134.620,66 dan blykt de bedoelde bezuiniging 0,17% te zyn.Het wil ons voorkomen dat een en ander meer lykt op een druppel in de zee of een storm i$ een glas water dan op wat anders.Wy zien niet in dat deze kor ting voor de gemeentekas van groote beteekenis is, allerminst dat deze korting voor de gemeentekas nood- zakelyk is en dus ook niet dat de gemeentekas bedoeld bedrag niet meer kan missen. Is - verg.23 J an.1938 - Is het dan juist dat de tegenwoordige salarissen voor dezen tyd te hoog genoemd moeten worden Burgemeester en wethouders voelen dat zy hier de kern van de kwestie gaan naderen.Zy ruiken "de aanpassing ",wel be kend als de ijrfdee van de tegenwoordige centrale regeering. Moet er nu worden aangepast Opgemerkt werd reeds wanneer "aanpassing billyk is.Dat is in tyden van laag-conjunctuur wanneer door geldschaarschte de goederen in prys dalen waardoor hy die eenzelfde inkomen behield betrekkelyk in het voordeel komt.Maar is dat nu zoo Zyn de goederen in waarde gedaald,zyji de lasten die een gezin als van genoemde func tionarissen drukken - belasting,schoolgeld,transportkosten - verminderd Zyn de normale economische wetten in hun na— tuurlyke werking niet gehinderd Burgemeester en wethouders beantwoorden de laatste vraag bevestigend.Het is niet aan hen te beoordeelen of het in- grypen der centrale regeering in het economische leven al dan niet juist is,doch zy constateeren,zooals iedereen dat dagelyks ondervindtdat de Regeering rigoureus ingreep, met gevolg dat tal van artikelen duur bleven en meerdere lasten niet verminderden doch eerder vermeerderden. De normale omsoandighèden,die een "aanpassing billyken zyn aldus naar de meening van burgemeester en wethpuders niet aanwezig. Toch dient er naar de bekende regeeringsopvatting te wor den aangepast. Burgemeester en wethouders beseffen,dat zy zich nu gaan wagen op het terrein van de Landspolitiek.Zy zyn daartoe gedwongen omdat zy elders geen fundament zien voor de be sproken inkomsten-verlaging. Waartoe dient do-ze verlaging Burgemeester en wethouders weten het niet,mogen alleen spreken van een bevroeden. Zy denken er dit van.Er bestaat een meening dat er in het algemeen te veel wordt betaald aan loonen en dat daardoor de rentabiliteit van tal van bedryven zoek is.Welnu,dan worde aangestuurd op verlaging van alle loonen.De Overheid gaat voor,de rest volge. Dit is een probleem,van enorme breedte en diepte.Burge meester en wethouders voelen zich klein tegenover de groote koppen die zich daarover uiten.Ware het nu zoo dat de geleerden

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1936 | | pagina 6