- verg.23 Jan.1956 - zynde punt van behandeling het navolgende mede te deelen en voor te stellen Het is naar aanleiding van een verzoek van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken dat Ged.Staten hebben overwogen eene verlaging van pl.m.24* toe te passen op de wedden van burgemeester,secretaris,ontvanger en wethouders dezer gemeente. Hieruit zyn twee fei^ten te lezen lo.het initiatief tot deze verlaging gaat niet van Ged.Staten doch van den Minister,dus van de Regeering uit. 2o.het is geen korting,die in overweging gegeven wordt maar eene verlaging; ergo heeft die vermindering zyn reflex op alle andere inkomsten afhankelyk van het salaris: kindertoeslag,pensioen. Alvorens deze suggestie - het lykt burgemeester en wethouders geen voorstel - te overwegen,dient tweeer lei te worden vastgelegd a. Burgemeester en wethouders zyn zich ten volle be wust dat iedere gedachte aan eigen belang meer dan verwerpelyk is.Ondervolgde gedachten zyn dus volko men zakelyk.Zelfs de schyn dat aan eigen baat zou zyn gedacht achten zy voor ziah een beleediging. b.Zy zyn volkomen bereid persoonlyk ieder offer te brengen en den Raad in overweging te geven dat ook anderen offeren,mitshen duidelyk is dat zoo'n offer noodig,althans sprekend gewenscht is.Het nuttig ef fect moet das begrypelyk zyn.De korting ié van zelf billyk. Uit dit laatste spruit voorthetgeen overigens wel van zelf spreekt,dat sentiments overwegingen in dit verband geen waarde hebben.In een tyd,dat het velen niet goed gaat,komt by sommige slachtoffers den tydsomstandigheden in neerslachtige buien wel eens een spytig gevoel op,dat,ruw weergegeven,hierop neerkomt :Wy verdienen zooveel minder,hun -n.l.van overheidspersoneel - inkomsten zyn nog lang niet zooveel gedaald,dus moeten hun salarissen naar be neden. Burgemeester en wethouders wyzen een dergelyken ge dacht engang af.Men kan en mag de salarissen der amb tenaren niet vergelyken met de inkomsten van niet- ambtenaren, - verg.2^ Jan-1936 - 3. ambtenarep,zeker niet met de verdiensten van hen wier inkomen op en neer gaat met de markt van producten of met den loop van een winkel.Béide soorten van inkomen hebben een totaal verschillende bron,hebben hun eigen voor en tegen. Landbouw,nyverheid en handel geven een inkomen dat sterk beinvloed wordt door het risico.Dit risico is haar sterkte en tegelyk haar zwakte.Dat het haar sterkte is,wordt bewezen door de welstand,die in den loop der tyden,vergaard werd. Waar toch komen de ryken,de bemiddelden,vandaan Niet uit ambtenaarskringen.De ambtenaren toch dienen de overheid,wor den daarvoor gehonoreerd.Hun inkomen is getypeerd doordat bedoeld risico element er in ontbreekt.Men zou dus met eenige vryheid kjmnen zeggen,dat de inkomens van niet-ambtenaren en dié van ambtenaren zich omgekeerd verhouden tot maatschappe- lyken welvaart dan wel maatschappelyke malaise. Gaat het in het algemeen goed,dan verdienen de niet-ambtena- ren evenredig veel meer dan de ambtenaren:gaat het in het al gemeen slecht,dan is het inkomen der ambtenaren evenredig beter - tot op zekere hoogte ~,dan van de niet-ambtenaren. Nu is het een feit,dat,alhoewel beiden soor^ten van inkomens op totaal verschillende wortels stoelen,ze niettemin,zy het dan ook indirect,de neiging hebben elkander min of meer te beinvloeden. In tyden van hoog-conjunctuur toch,wordt alles duurder. Hierdoor daalt de waarde van het geld met gevolg dat de vaste inkomens der ambtenaren dan practisch verlaagd worden.Immers voor eenzelfde bedrag kunnen zy dan minder koopen.Dit leidt er dan toe,dat allengs een noodtoestand voor de ambtenaren gaat ontstaan,welke er ten slotte toe voeren moet dat hun salarissen worden verhoogd. Dit proces gaat langzaam.Wantvooraleer de Overheid van een beter geworden economischen toestand profiteert,gaan er eenige jaren voorbyImmers moet de Overheid de verbeterde situatie eerst in haar kas hebben,vooraleer aan verhooging van ambte naren-salarissen kan worden gedacht.Dit is een der factoren die voor de ambtenaren de aanpassing vertragen. Dat een en ander geen frase is bewyst de fjractyk van een kleine twintig jaren gelden. Tot Januari 1919 was het salaris van den Burgeimester,re- sp.van den Secretaris van Zundert F 1650 en F 1550 per jaar, een inkomen dat voor dien zeer duren tyd belachelyk was en overtroffen werd door datgene wat Jan van de Straat in die periode

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1936 | | pagina 5