- verg.5-11-1926 - v
college van burgemeester en wethouders in het tewerk
stellen van werkloozen de noodige soupelheid betracht.
Voor het instellen van een onderzoek naar de loonen
zal spreker dankbaar zyn.Dit komt echter alsdan 2 maan
den te laat.
De Voorzitter zegt,dat deze opmerking van den heer
Huybregts niet aan gaat.De organisatie had in deze
voor moeten gaan.Burgemeester en wethouders treft in
deze geen enkel verwyt.
pe heer Huybregts zegt,dat het hier niet gaat over
hetgeen de organisatie had behooren te doen.Het gaat
er over,wat hebben burgemeester enA°thouders gedaan.
De Voorzitter zegt,dat hy niet wenscht te accepteren,
dat het college nalatig is geweest.De h«er Huybregts
moet wel bedenken,dat burgemeester »n wethouders °r
voor moeten waken,dat de werkverschaffing niet gaat
zuigen en hierop gaat het zoo nu pn dan toch erg ly*
ken.
De heer Huybregts zegt,dat de werkloozen,die geen
kindertoelage genieten,momenteel F 9.- per week ver
dienen.Men zal het. met hem eens moeten zyn,dat dit
g«en aardsparadys is.
De Voorzitter zegt,dat het dit ook geenszins moet
zyn.Het werkloozencyfer wordt maar steeds hooger.
Voorts heeft de gemeente nog voor andere menschen
te zorgen dan alleen voor de werkloozen.
De heer Huybregts zegt,dat de styging van het werk-
loozencyfer het gevolg zal zyn van het nog steeds
slechter worden der tyden.
De Voorzitter zegt,dat de werkverschaffing de nei
ging begint te vertoonen van een instituut voor ar
menzorg. Hy vraagt of de h«er Huybregts er «en agen
dapunt van wenscht te maken om alsnog by den Minis
ter van Sociale Zaken aan te dringen op intrekking
van zyn genomen besluit tot loonsverlaging,
De heer Huybregts z«gt,dat de Raad burgemeester en
wethouders wel kan opdringen alsnog de hoodige slap
pen te doem om de vermindering van loon ongedaan te
maken,doch z.i.zal de beste weg zyn om langs orga-
nisatorischen weg het beoogde doel tien te bereiken.
We kunnen dan maar kyken wat de toekomst geeft.
Op het oogenblik is spreker evenwel niet bevredigd.
De
- verg.'r 9-11-1936 - 10.
De Voorzitter zegt,dat hy vertrouwtdat de bond in zyn tot
den Minister te richten adres ook vooral cyfers zal gebrui
ken.
de Bie. De heer de Bie zal gaarne worden ingericht ov°r den stand
termyn vast-van zaken betreffende het uitbreidingsplan.Dit toch zou
stelling uit-
breidings- binnen een jaar gereed moeten zyn en die tyd is byna ver
plan. streken.
-1.7/7.811 voorzitter zegt,dat aan het uitbreidingsplan voordurend
wordt gearbeid.Burgemeester en wethouders vertrouwen den
Raad spoedig te kunnen uitnoodigen eens met de wethouders
over het plan te komen praten.De werkzaamheden aan het plan
hebben eenige vertraging ondervonden tengevolge van de on
zekerheid, die er bestaat,over de omlegging van den ryksweg.
Vanwege de Rykswaterstaat is geen zekerheid te bekomen om
trent het tracé van omlegging van den grooten ryksweg.
De gem««nte kan hierop met haar uitbreidingsplan evenwel
niet blyven wachten.
De heer de Bie zegt,dat met dit al het plan niet binnen den
voorgeschreven termyn klaar zal zyn.
De Voorzitter zegt,dat g«en enkele gemeente binnen dien
tyd is klaar kunnen komen.
De he«r de Bie zegt het navolgende
de Bie. «»op 3 September 1935»dus ruim o»n jaar geleden,hebt U by de
VP9.g^H 1 Z
wethouder- wethoudersmeuze aan den heer van Hassel medegedeeld,dat zyn
Vhouder^n^~ wethouderschap moeilykheden zou geven voor zyn vergunning.
S.P.van Has- Tot nu toe vroegen wy daar niet na,ook al meenden wy te
weten,dat een wetsartikel dergelyke combinatie uitsluit.
-1.7°1.11 Aangezieh we dienaangaande echter niets zien veranderen,is
myne vraag of deze combinatie intusschen wel wettelyk blykt,
en byaldien deze wet niet is veranderd,U ons wilt mededee-
len of
die zaak de noodige aandacht Uwerzyds h°eft,
deze toestand bestendigd blyft,
of en wann«er die zal worden oeeindigd
De Voorzitter zegt,dat hy inderdaad in d° vergadering van
den Raad,van 3 Beptemoer 1933>t>y de candidaat-stelling van
den heer van Hassel tot wethouder,m«ende goed te doen er
den he«r van Hassel attènt op te maken,datwanneer hy wet
houder mocht worden,zyn drankvergunning in gevaar zou komen.
De heer van Hassel zag mede deze moeilykheden en vroeg
daarom den Minister zyn inrichting te willen verklaren tot
eene inrichting voor maatschapp°lyk verk°«r.
Hi«rna