- verg. 9-11-19:5S~ -
mededeeling gedaan, docii een punt van beraadslaging
heeft het niet uitgemaakt.Het is dus gewoon voor ken
nisgeving aangenomen.Spreker weet mitsdien niet hoe
de wethouders over meerbedoeld besluit denken - mo-
gelyk zyn zy bereid den Raad hun zienswyze in deze
kenbaar te maken - by hem was evenwel de stellige
indruk gevestigd,dat elk verzet toch tot niets zou
leiden.Deze indruk vond zyn grond in het navolgende:
Het was den Voorzitter bekend,dat het uurloon van
32 cent voor deze gemeente reeds geruimen tyd de aan
dacht had getrokken van den inspecteur voor de ryks-
werkverschaffingDe Voorzitter heeft by iedere ge
legenheid dat op dit loon van 22 cent werd gewezen,
gepoogd eene verlaging tegen te houden.Tot voor kor
ten tyd mocht hy hierin ook slagen.Toen evenwel de
loonsverlaging toch kwam,was het voor hem eon afge
dane zaak,waaraan niets meor te veranderen viel. .an-
neer de heer Huybregts hem zelfs zou vragen alsnog
pogingen in het werk te stellen het lóón wederom op
22 cent per uur te doen brengen, zou hy dit verzoek
van de hand wyzen.
De Voorzitter gelooft n.l.dat het door den Minister
genomen besluit niet ongemotiveerd is.De werkver
schaffing toch mag in geen geval een aantrekkings
kracht bezitten boven het vrye bedryf.Sn hiervoor
moeten we in Zundert zeer voorzichtig zyn.De loonen
hierv ter plaatse zyn nu eenmaal,door allerlei om
standigheden, laag. De loonen in de werkverschaffing
moeten daarom ook l^ag zyn anders gaat het beslist
verkeerd loopen.
De heer Huybregts zegt,dat hy niet met den Voorzit
ter van m^ening kan zyn als zou de loonsverlaging
gemotiveerd zyn.Integendeel,hy kan weliswaar niet
direct cyfers noemen,maar is er toch zeker van,dat
de plaatselyke loonstandaard ver uitsteekt boven het
loon in de werkverschaffing.Neemt de loonen by de
boomkweekeryen,de steenfabriek en de sigarenfabriek
en hierin zitten toch veruit de meeste arbeid-rs,
dan zal men tot de conclusie moeten komen,dat de
plaatselyke loonstandaard beduidend hooger is dan
de loonen aan de werkverschaffing.
De
- verg.5-11-1956"-
9.
De Voorzitter zegt,dat de heer Huybregts in d^ze aen voor
name categorie van arbeiders vergeet h.l.de boerenarbeiders.
De heer Huybregts zegt van oordeel te zyn,dat het wer-
kelyke boerenarbeiders,die °en hraei jaar op een ander gaan
werken,in Zundert klein is.Hy blyft by zyn meening,dat de
loonsverlaging ongemotiveerd is.By het reeds door hem naar
voren gebrachte komt nog,dat de devaluatie de arbeiders
ook geen winst heeft gebracht.Integendeel,er h^eft prys-
styging plaats gevonden.Nu het loon is verminderd zyn de
arbeiders aan de werkverschaffing dubbel getroffen.
Spreker betreurt het daarom,dat burgemeester en wethouders
geen stappen hebben gedaan de loonsverlaging ongedaan te
maken.T3r waren daarvoor z.i.all°szóns gegronde reden aan
wezig.
De Voorzitter zegt,dat er in het b°toog van den h^er
Huybregts wel een tendence zit,die pleit voor herziening
van 's Ministers besluit.Burgemeester en wethouders kunnen
hier evenwel niet mede voor den dag komen.Dit ligt op den
weg der organisatie.De h«er Huybregts is de °erste,die
over düse aangelegenheid begint.Noch van de organisatie,
noch van de werkloozen werd iets vernomen.
De heer Huybregts zegt,dat burgemeester en wethouders de
eersten waren,die van het besluit van den Minister kennis
gregen.Het bevreemd spreker,dat burgemeester en wethou
ders zich niet tegen de loonsverlaging hebben verzet.
De 3&2S3EK Voorzitter zegt,dat de heer Huybregts dit toch
niet behoeft te bevreemden.Er zouden anders mogelyk. voor
de werkloozen wel grootere scherven hebben kunnen vallen.
heer Huybregts zegt,dat hét hem in ieder geval tóch
sterk bevreemd,dat er burgemeester en wethouders niet over
hebben gesproken.
Wethouder van Ginneken zegt,dat hy het schryven van den
Minister heeft beschouwd als °en voldongen feit,waaraan
niets m°er te doen was.
- Wethouder van Hassel is van hetzelfde gevoelen.Men zou,
aldus sprekerevenwel eens kunnen informeeren naar de loo
nen en daarnaar consequenties trekken.Hy vreest alsdan
echter,dat dit voor de werkloozen wel eens minder prettige
gevolgen zou kunnen hebben.Niet vergeten moet worden,dat
burgemeester en wethouders erg soupel zyn in het tewerk
stellen van werkloozen.
De heer Huybregts zegt,dat hy gaarne aanneemt,dat het
college