V£
8C
o-\
Vei
opc
sos
be]
-1.
Wyziging be-
grooting
dj. 1936.
-2.07.352.11
Beschikbaar
stelling
crediet voor
voorbereiding
slooping
oude toren.
-1.853.1
- verg.10 Juni 1936 -
De Voorzitter stelt namens burgemeester en wethou
ders voor opgemelde concept-besluiten aldus vast te
stellen.
Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
XI. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester
en wethouders tot wyziging der gemeente-begrooting,
dienst 1936.
Is ingekomen een concept-besluit,model D,opge
maakt door burgemeester en wethouders,tot wyziging
van de begrooting der inkomsten en uitgaven dezer
gemeente,dienst3aar 1936.
De Voorzitter stelt namens burgemeester en wethou
ders voor opgemeld concept-besluit aldus vast te
stellen.
Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
XII.Komt aan de orde het voorstel van burgemeester
en wethouders tot beschikbaarstelling van een crediet
van F 50.- voor dekking der eerste kosten van voor
bereiding slooping oude toren.
De Voorzitter zegt,dat over den Zundertschen toren
waarlyk zeer veel is geschfceven èn officieel èn in
de dagbladen.De betogen voor het behoud en voor af
braak van den toren schynen volledig gehouden te zyn;
nieuwe gezichtspunten zyn niet meer voorhanden.We kun
nen gerust zeggen,dat we over den toren zyn uitgepraat.
De jongste" brieven over deze aangelegenheid zyn van:
Burgemeester en Wethoud rs van Zundert,gericht tot
Z.E.den Minister van Onderwys,Kunsten en Wetenschap
pen, van 18-9-1935 Ho.444,in afschrift aangeboden aan
den heer Commissaris der Koningin in deze provincie
by dezerzydsch schryven van gelyken datum en gelyk
nummer,alsmede het daarop van Zyne Excellentie den
Minister voornoemd ontvangen antwoordschryven van 10-
3-1936 No.706 Ie Afd.K.W.,in afschrift aangeboden aan
den heer Commissaris der Koningin by dezerzyflschen
brief,van 17-3-1936 No.167.
Voormeld antwoordschryven van den Minister van
Onderwys,Kunsten en Wetenschappen luidt als volgt:
Het besluit van den raad Uwer gemeente,om den ouden
kerktoren af te breken,is indertyd niet vernietigd.
,rWel werd U van deze zyde herhaaldelyk de b^teekenis
van het bouwwerk als gedenkstuk van geschiedenis
en
- verg.10 Juni 1936 - 8.
en kunst^roor oogen gesteld en is U gewezen op het belang
van zyn behoud als onderdeel van den Nederlandschen monumen-
tenschat,maar de beslissing over zyn lot is door het achter-
wege blyven van een besluit tot vernietiging uiteindelyk in
handen van Uw gemeentebestuur-rzelf gelaten.
By herhaling is nu door Uw gemeentebestuur aan den Minister
van Onderwys, Kunst en en Wetenschappen gevraagd om een uit—
spraak,waardoor deze de afbraak van het monument als het
ware zou sanctionneeren.
Myn ambtsvoorgangers hebben er niet voor gevoeld,een zooda-
nige uitspraak te geven en ook ik vind hiertoe geen aanlei-
ding.Ik vind met hen,dat het op Uw weg ligt,den toren te
doen voortbestaan en moet,evenals zy,de verantwoordelykheid
voor het aan Uw zorgen toevertrouwde monument geheel aan Uw
gemeentebestuur laten.
De Minister van Onderwys,Kunsten
en Wetenschappen,
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
getLaban
l.S.G.
Op 27 Maart jl.had het gemeentebestuur de eer door den
heer Commissaris der Koningin in deze provincie te worden
ontvangen ter bespreking van "de toren-kwestie".By die be
spreking bleek,dat den heer Commissaris der Koningin het zeer
op prys zou stellen wanneer de toren behouden kon blyven.
De Commissaris blyft mitsdien betogen,dat het xeer gewenscht
is den toren te behouden.
Naar aanleiding van het vorenstaande is nogmaals volle aan
dacht aan de onderhavige aangelegenheid gewyd.
Resultaat i#s dat de raad unaniem blyft vasthouden aan het
door hem reeds lang ingenomen standpunt
de toren dient te worden afgebroken.
Daar deze afbraak door vaklieden dient te geschieden,zyn
burgemeester en vethouders voornemens by advertentie gegadigden
voor dien afbraak op te roepen.
Ter bestryding dezer advertentiekosten vragen zy den Raad
een crediet van F 50.- te willen voteeren.
Na goedkeuring van de daartoe strekkende begrd>ètingswyzi-
ging,zal onverwyld met de voorbereiding van de slooping van
den ouden toren een aanvang worden gemaakt.
Het voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
XIII
VC