Bemaling aantal op centen gem.fonds belasting 1936/1937. -1.714.524 - verg.3 Apr.1936 - zyn superieuren geen toestemming.Dezerzydsche pogingen de noodige toestemming voor bedoelden ryksambtenaar te verkrygen faalden eveneens.Het bleek den uitdruk- kelyken wil van den Minister te zyn,dat door ryksamb- tenaren geen nevenbetrekkingen als deze mochten wor den bekleed. Burgemeester en wethouders hebben alstoen den heer van Dorst,die reeds in andere gemeenten het ambt van deurwaarder vervultaangezocht eene eventueele benoe ming tot deurwaarder aan te nemen.De heer van Dorst verklaarde zich daartoe bereid voor een bedrag van F 100.- voor het eerste jaar.Voor de gemeente komen daar geen verdere kosten by.Voor volgende jaren zal het salaris nader worden vastgesteld.Burgemeester en wethouders vertrouwen,dat alsdan met minder salaris kan worden volstaan.Het eerste gaar zal echter van wege den achterstand,die er is en steeds grooter wordt,meer werk zyn te verrichten.Burgemeester en wethouders vragen daarom voor het eerste jaar F 100.- op de begrooting 1936 uit te willen trekken.Het vol gend jaar zullen zy dan op deze zaak terugkomen. De heer de Bie vraagt of de te benomen deurwaar der eene vaste aanstelling krygt. De Voorzitter antwoordtdat de heer van Dorst in vasten dienst zal worden aangesteld,doch,zooals reeds gezegd,zal zyn salaris na het eerste jaar na der worden geregeld.De mogelykheid kan alsdan komen te ontstaan,dat geen overeenstemming omtrent het verder te genieten salaris wordt verkregen,zoodat de heer van Dorst zyn ambt neerlegtomda. hy de wedde te laag vindt. De heer Fr.Kustermans zegtdat-,wanneer de heer van Dorst voor zyn bemoeiingen F 100 moet hebben,er uit- eindelyk by de gemeente niet veel in 't laadje zal komen.Hy vraagt daarom of het niet mogelyk is den bestaanden achterstand door een deurwaarder te laten invorderen en geen deurwaarder in vasten dienst aan te stellen.Voorts zal hy gaarne vernemen wat burgemeester eni^ethouders denken te doen met de menschen,die niet kunnen betalen. De - verg.3 Apr-1936 - 3- De Voorzitter zegt,dat door de benoeming van een ambtenaar voor de beteekening van stukken betreffende vervolging ter invordering van plaatselyke belastingen en de tenuitvoerleg ging van dwangbevelen met de daaraan verbonden uitgaven wel licht geen batig saldo zal komen te ontstaan,doch hierom is het burgemeester en wethouders in deze niet op de eerste plaats te doen.Het gaat hier voornamenlyk tegen de onwilligen. De gemeente mag niet over zich laten loopen.Het prestige moet gehandhaafd blyven.Burgemeester en wethouders achten daartoe de aanstelling van een deurwaarder onontbeerlyk. De stok moet steeds achter de deur staan anders gaat ongetwy- feld een toestand ontstaan als zich thans voordoet en waar aan burgemeester en wethouders spoedig een einde willen maken. Wat betreft de menschen,die inderdaad niet in staat zyn te betalen,zullen door burgemeester en wethouders worden voor gedragen voor afschryving der verschuldigde belasting. Hierover behoeft de heer Kustermans zich niet ongerust te maken. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierna zonder stemming aangenomen. De begrooting 1936 zal dienovereenkomstig worden gewyzigd. V. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet houders tot bepaling van het getal opcenten op de hoofdsom der gemeente-fondsbelasting voor 1936/1937- De Voorzitter zegt,dat onder a van volgnummer 238 op de gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1936 is geraamd als opbrengst van de te heffen opcenten op de gemeentefondsbe lasting een bedrag van F 3333.- De raming der opbrengst dezer opcenten voor het belasting jaar 1936/1937 bedroeg derhalve 3/2 maal F 5333»- is F 7999.- of rond F 8000.-. De heer Inspecteur der directe belastingen te Breda schat één opcent van de opbrengst der gemeentefondsbelasting be treffende het belastingjaar 1936/1937 op F 160.-. Voor het verkrygen eener opbrengst van F 8000.- moeten derhalve geheven worden 8000 160 is 50 opcenten. Burgemeester en wethouders stellen mitsdien voor het aan tal te heffen opcenten op de gemeentefondsbelasting voor het belastingjaar 1936/1937 te stellen op 50. Het voorstel wordt by het hieronder volgend besluit zon der stemming aangenomen. De Raad der gemeente Zundert besluit het

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1936 | | pagina 13