7. - verg. 23-8-1935 - momenteel tal van gemeenten zyn waar 200 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting worden geheven. In deze gemeente worden thans 140 opcenten geheven,dus eigenlyk 140 meer als de wetgever oorspronkelyk heeft bedoeld.Gezien de in den loop deré tyden plaats gegre pen verandering van omstandigheden ten aanzien der be lasting op het biljart,meenen burgemeester en wethouders den raad te moeten voorstellen den grondslag met 50 te verlagen. De heer van Hassel zegt,dat hy,hoewel hy liever had gezien dat de belasting op biljarts was gaan verdwynen, het al flink vindt,dat burgemeester en wethouders met dit voorstel zyn gekomen.Het zal den caféhouders ongetwy- feld al eenige verlichting brengen.Niet vergeten mag worden,dat deze belasting uitsluitend drukt op de her bergiers.Er moet echter nu eenmaal geld zyn,zoodat spre ker zyn stem aan het voorstel zal geven. De heer de Bie zegt,dattoen ]gy dit voorstel op de agen da zag,hy zich he^rinnerdedat deze aangelegenheid reeds eerder in den raad was gehandeld geworden.In de vergade ring van den raad van 25 September 1931 is n.l.deze zaak ook aan de orde geweest.Alstoen werd voornamelyk als mo tief voor niet inwilliging van het verzoek aangevoerd, dat er geen partygeld werd geheven.Burgemeester en wet houders waren toen van oordeel,dat de casteleins eerst zelf moesten trachten door invoering van c^artygeld het biljart ksxksdesn. zyn belasting te laten opbrengen.Het voorstel,hetwelk was tot stand gekomen met medewerking van dezelfde wethouders van thans,werd door dezelfde raad van heden aangenomen.Niettegenstaande dat zal de heer de Bie zich niet tegen het voorstel van burgemees ter en wethouders verzetten.De toestanden voor de café houders zyn er sindsdien niet beter op geworden,hoewel ook niet vergeten mag worden,dat de kas der gemeente er evenmin goed voor staat.Spreeer zou gaarne zien,dat by aanneming van het voorstel het beding wordt gemaakt,dat, wanneer de toestanden voor het cafébedryf beter worden, de belasting weer op haar ouden basis wordt teruggebracht. De Voorzitter zegt,dat hy het met di^ laatste niet eens kan zyn.De kwestie is niet gaat het de herbergiers in economisch opzicht niet goed en daarom belastingverlaging. Neen,voor burgemeester en wethouders is de zaak,is die belasting belasting onbillyk ja of neen.Is er eenige ónbillykheid,dan moet die worden uitgesneden. Burgemeester en ethouders nu zyn van oordeel,dat tengevol ge van de gewyzigde tydsomstandigheden het onbillyk is de belasting op biljarts ongewyzigd te laten.Zy meenen dit duidelyk uiteengezet te hebben.Het gaat er hier niet over de casteleins ter wille te zyn,een bepaalde categorie van ingezetenen a.h.w.dus te bevoordeelen.De ^aak is alleen,de thans bestaande onbillykheid moet worden weggenomen en dit meenen burgemeester en wethouders door hun voorstel te bereiken.Zelfs al zou het de herbergiers niet slecht gaan dan nog zouden burgemeester en wethouders voorstellen de belasting te verlagen. De heer de Bie zegt,dat de belasting op biljarts juist door het groot aantal opcenten zoo hoog is.Wanneer te eeni- ger tyd dat aantal opcenten aanmerkelyk verlaagd kan wor den, zal er misschien toch wel reden zyn de basis van vroe ger terug in te voeren. De Voorzitter zegtdatwanneer de economische omstandig heden gunstiger mochten worden,men niet eerst naar de cas teed eins mag gaan grypen. De heer de Bie zegt,dat hy dit nog niet precies inziet. De mogelykheid zou alsdan toch kunnen ontstaan,dat zy het beter op kunnen brengen als anderen. De Voorzitter zegt,dat hy den heer de Bie en zyn fractie- genooten geenszins eenige toezegging kan doen later een voorstel te zullen formuleeren tot herstel van den ouden grondslag. De heer van Hassel vindt het zonderling,dat het voorstel van burgemeester en ethouders nog eenige bestryding onder vindt. Het is toch erg duidelyk,dat een biljart noodzakelyk is voor het cafébedryf.Het biljart moet zuiver worden be schouwt! als een gereedschap.A^nd'-re dingen,als daar zyn het gereedschap van den smid,van den timmerman,van den schil der of schoenmaker,worden toch ook niet aangeslagen. Spreker ziet daarom niet in waarom nu juist het biljart wel aangeslagen moet worden.Dit mag z.i. nieA. De Voorzitter zegt,dat hy het ook met de®cl(eer van Hassel niet geheel eens kan zyn.De heer van Kajüfeapfjftert het biljart gelyk met een gewoon meubel.Dit is nle^psbiké.Oorspronkelyk beteekende het biljart een soort weeldeTDii^ts weliswaar in den loop der^ tyden erg veranderd,doch,er blyft tmeh altyd nog

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1935 | | pagina 63