3.
- verg. 23-8-1935 -
9Balkdragende muur
een muur,waarop de uiteinden, van binten eener btxlKlaag
zyn opgelegd;
10.Balksteunende muur
een muur,welke een oi* meer binten eener balmlaag onder
st euntwaarvan de uiteinden elders zyn opgelegd;
11.Brandvry materiaal
metselwerk,beton,gewapend beton,bepleisterde netwermen van
metaal alsmede brandvrye platen,welke als zoodanig door
Burgemeester en wethouders zyn erkend
12.Bouwtoezicht
de ambtenaren,bedoeld in artikel 13»eerste lid,der Jo—
ningwet
In artikel 76,tweede lid,wordt m plaats van begrips
bepaling 5 gelegen S begripsbepaling 4
Na artikel 96 wordt ingevoegd een nieuw artikel,lui
dende als volgt
Artikel 96a
De beoalingen van dit hoofdstuk gelden zoowel
a.voor"woningen,gebouwen of bouwwerken,bestaande op het
oogenblik van in werking treden dezer verordening en
waarvoor het gestelde in dit hooxdstuk dadelyk van toe
passing wordt of kan worden,
a]_ g
b.voor woningen,gebouwen of bouwwerken nadien_in-of
opgericht en waarvoor eerst dan het gestelde in dit
hoofdstuk toepassèiyk wordt of kan worden.
Artikel 111 wordt gelezen <als volgt n
1Het handelen of doen handelen,het nalaten ox doen na~p
laten in stryd met de bepalingen dezer verordening,worlt—
voor zoover daartegen geen straf is bedreigd in xara-
eraaf 10 der Woningwet - gestraft met hechtenis van ten
hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste
drie honderd gulden.
2.Als overtreders zullen worden beschouwd de eigenaars,
vruchtgebruikers,beheerders of bewoners van het
rend goed,alsmede de architecten,bouwmeesters,opzichters,
aannemers en werkbazen,die eenige nandeling in stryd
met deze verordening hebben verricht of doen verrich
ten, nalaten of doen nalaten.
Aldus vastgesteld in de openbare verga
dering van den Raad der gemeente ZUN—
DERT van den 23 Augustus 1935-
Voorzitter.
tsecretaris.
Wyziging IV. Komt aan de orde het voorstel van burgemeester
en wethouders tot wyziging der algemeene plaatse-
Kampeer- lyke politieverordening.
verbod en t toerisme met het daaraan verbonden veelvuldig
Verbod hou-
den blind kampeeren neemt in den laatsten tyd dusdanige vormen
gemaakte aan,
- verg. 23-3-1935
vogelè
en volgels
in donkere,
kooien.
1.75
Af gekon-
d i^d
9-9-1935
aan, dat een kampeerverbod niet langer gemist kan worden.
Vooral in deze aan een groöten verkeersweg gelegen grens
gemeente is een verbod tot kampeeren zeer zeker gewenscht.
Tot dusver was hieromtrent in de plaatselyke politieverorde
ning niets geregeld.Het is dan ook voorgekomen,dat kampeeren-
den vlak langs den openbaren weg werden aangetroffen,hoewel
zy daar toch allerminst thuis behoorden.
Burgemeester en wethouders zyn van oordeel,^at zy met het
oog op de openbare veiligheid en zedelykheid op de hoo&te
moeten blyven van de personen,die in deze gemeente verblyf
wensdhen te houden en waar zy zich in de^ gemeente bebinden.
Ten einde aan het ongebonden kaapeeren in deze gemeente paal
en perk te stelleh,hebben zy gemeend den raad te moeten voor
stellen een verbod tot kampeeren,waarvan door hen ontheffing
kan worden verleend,in de algemeene plaatselyke politiever
ordening op te nemen.
Voorts stellen zy,naar aahleiding der brieven,van den
Commissaris der Koningin in deze provincie,van 18 Juni 1935
A.Nr.3 en 31 Juli jl.A.Ni?.21 inzake Verbod houden van blind
gemaakte vogeld en van vogelö in donkere kooien,voor de
deswege noodig geoordeelde aanvullingen in de algemeene
plaatselyke politoeverordening op te nemen.
Een ontwerp-besluit gaat ter vaststelling hierby.
De heer de Bie kan het voorstel van burgemeester Jfeii wet
houders, voor v/at betreft het verbod tot kamp eer en, niet anders
dan van harte toejuichen.
De heer Sprenkels vraagt of genoemd verbod toch ook geldt
vooryóersonen,die maar één nacht in de gemeente verblyven,
waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.
De heer Kustermans zegt,dat in Belgèëb.v.in Calmpthoutook
kampeerverboden bestaan.Daar moet men ook vergunning hebben
om te mogen kampeeren,doch bovendien moet er nog voor worden
betaald.
De Voorzitter zegt,dat ook in deze gemeente voor eane kam-
peervergunning leges is verschuldigd.
De heer Kustermans merkt voorts op,dat een verbod tot het
houden van blind gemaakte vogels en van vogels in donkere
kooien niet veel zin meer zal hebben,daar dit wettelyk al
verboden is,waarop de Voorzitter antwoordt,dat dit v/ettelyk
verbod aanvulling behoeft en dat de voorgestelde verbodsbe
paling slechts die aanvulling beoogt.
De heer de Bie zegt,dat hy,zooals hy reeds heeft opgemerkt,
een
n