- Verg.9-7-1935 -
Instelling van dezen nieuwen post tot het aangevraagde be
drag is dus noodig.
Volgn.185 en 191. 185 Invaliditeitsrente van voor rekening
der gemeente verpleegde krankzinnige. 191.Aandeel van de
provincie in de invaliditeitsrente van voor rekening der
gemeente verpleegde krankzinnige. Respect.F 13*59 F 4-*07.
Aan invaliditeitsrente werd voor de voor rekening der ge
meente verpleegde krankzinnigen nevensvermeld bedrag meer
ontvangen dan waarop by de primitieve begrooting was gere
kend. Vergroot ing van dezen post Met F 13.59 ea van den
correspondeerenden post met 30/100 X F 13*59 is F 4.07 is
dus noodig.
Volgn.185b.Terug ontvangst van teveel betaalde kosten van
verpleging en behandeling van arme krankzinnigeF 69*87
Wegens ontslag van een voor rekening der gemeente ver
pleegde krankzinnige ?;erd F 69*87 van den verpleegprys
gerestitueerd.Instelling van dezen nieuwen post tot het
aangevraagde bedrag is dus noodig.
Volgn.194c 195 en 196b. 194c Bydrage van het Eyk in de
kosten van werkverschaffing aan werkloozen F 238.11
195 Werkverschaffing aan werkloozenF 33oo.-
196b Subsidie in de kosten van werkverschaffing door
derden ondernomen(©entr.Werkverschaffing de Byloop)F56o2.48
In de openbare vergadering van den Raad van 30 Juli 1935
werd met algemeene stemmen besloten zich schriftelyk tegen
over Zyne Excellentie den Heer Minister van Binnenlandsche
Zaken te verbinden,geen enkele maatregel ten aanzien van
alles wat de werkloozenzorg in den breeden zin des woords
betreft in te voeren of te laten invoeren,voordat hy er
zich van overtuigd heeft,hoe de regeering tegenover de te
nemen voorziening staat.De Raad werd hierby geleid door de
volgende overwegingen.Door het Waterschap de Aa of Weerys
was besloten de Byloop in werkverschaffing uit te diepen.
Die Byloop is gedeeltelyk op het grondgebied dezer gemeente
gelegen.Aan dit werk zou blykens ingewonnen informaties
F 31.000.- verloond worden.
Aan deze werkverschaffing kon by flink werken 22 xzent per
uur verdiend worden plus kindertoeslag.
Onverantwoord werd het geoordeeld met de werkverschaffing
op de# oude# wyze door te gaan,vooral nu weldra in Zundert
zelf in werkverschaffing zou worden gearbeid aan een werk
voor Zundertsche ingezetenen van belang,dat,zou Zundert
niet
- Verg.9-7-1935 - 5.
niet meedoen,zou worden uitgevoerd door werkloozen van elders
die op Zundertsch gebied een hooger loon zouden verdienen dan
de Zundertsche werkloozen zelf.
By de toen gegeven toelichting werd o.m.medegedeeld,dat Ryk
en Gemeente tezamen 90% zouden bydragen in de kosten der loo-
nen,rentezegels,kindertoeslag,regenverlet en 3/4 der premie
ingevolge de Ziektewet.Deze informatie was ontleend aan den
brief van den Minister van Binnenlandsche Zaken aan het be
stuur van het Waterschap de Aa of Weerys,d.d.17 Januari 1934,
No.2687 I afd.W.S.
Op de vraag hóe die 90% tusschen Ryk en Gemeente zouden ver
deeld worden kon toen geen afdóend antwoord worden gegeven
aangezien deze verhouding afhing van meerdere factoren op dat
moment nog onvoldoende bekend.Vermeend werd echter dat het Ryk
in deze kosten ongeveer een derde zou bydragen zoodat twee
derde voor rekening der gemeente zou blyven.
Het behoeft wel geen betoog,dat het schryven van den Minister
van Sociale Zaken,Binnenlandsche Zaken en Financien,d.d.8-lo-2-
Augustus 1934.afd.W.S.No.4/1230 afd.BB.No.l9075>afcl*Gen.Thes. 'e
Nó.152 een bittere teleurstelling beteekende.Volgens dit schry
ven n.l.zou door het Ryk slechts een zeer klein percentage aan
Zundert dat eerst medio Augustus met de centrale werkverschaf
fing ^egon,worden bygedragen.
In een zeer uitvoerig schryven 7 Dec ember 1934 Bo.508
werden alsnog pogingen aangewend de Minister van Sociale Zaken
te overtuigen,dat Zundert in deze aangelegenheid een byzondere
positie innam en verzocht hem daarby haar voor 1934 een sub
sidie toe te kennen tot een bedrag gelyk aan het verschil tus
schen hetgeen de gemeente nu te betalen zou hebben aan de werk
verschaffing en hetgeen zy zou betaald hebben indien zy in de
werkverschaffing was blyven voorzien op de wyze als tevoren
geschiedde.
By schryven van den heer Minister van Sociale Zaken,d.d.29
Maart 1935>No.64/2509 afd.W.S.,1106 I werd ons echter bericht,
dat na ampele overweging,geen aanleiding gevonden was,de ge- ir
meente Zundert over 1934 na subjectief oordeel een subsidie
ter bestryding van de uitggven in de werkverschaffing toe te
kennen.Een dergelyk subsidie kon slechts in zeer byzondere om
standigheden worden toegestaan:zoodanige omstandigheden waren
z.i.in het onderwerpelyke geval niet aanwezig. cd.
Daar de draagkrachtfactor ter berekening van de ryksbydrage
in de gemeentelyke uitgaven voor werkloosheidszorg voor 1934
is