van een dsrgelyke commissie niet.Zy hebben dan
ook geineend in deze geen voorstel te moeten doen
Na in korte trekken het algemeen 'doel der com
missie sub a te hebben uiteengezet gaat de Voor-
zit ter tot eene artikelsgewyze behandeling der
ontwerp-verordening over.
Niemand omtrent het ;tan de orde zynde onder
werp van behandeling sne t woord verlangende stelt
de Voorzitter namens burgemeester en wethouders
voor tot vaststelling der ontwerp-verordening
over te gaan.
Hiertoe wordt,by het onder volgend' besluit,
zonder stemming besloten
(-R.07.515)
Verg.30-7-'34
De raad dwr gemeen te ZuncTe r 6 in zyne
van 30 Juli IS34;
gelet op artikel 61 der gemeentewet;
heeft besloten
vast te stellen de navolgende
VERORDENING-, regelende de aamenstelling en den werkkring
van de commissie van bystand voor de be
bouwde eigendommen der gemeente en v©or de
wegen en waterleidingen.
Artikel 1.
Ingesteld wordt een commissie van bystanu, bedoeld in ar
tikel 60, tweede lid der gemeentewet, voor de bebouwde eigen
dommen der/gemeente en voor de wegen en waterleidingen.
Artikel 2»
De commissie bestaat uit ten hoogste zes leden, den voor
zitter daaronder begrepen.
z. By afwezigheid 0f ontstentenis van den Voorzitter der com
missie wordt deze als lid en v;oorzittsr vervangen' door een
der andere leden van het college van burgemeester en wethou
ders, door dat college aan te wyzen.
Artikel 3.
1» De voorzitter der commissie treedt om de vier jaar af op
den eersten Dinsdag van September ia het jaar, v/aarin de pe
riodieke raadsverkiezingen hebben plaats gehad; de leden tre
den ^aarlyks af op den eersten Dinsdag van September,
h. Voor of op den dag van aftreding wordt voorzien in de ver
vulling van de opengevallen plaatsen in de commissie.
3. De aftredenden zyn terstond weder herkiesbaar.
Artikel 4.
5. De leden der commissie kunnen tusschentyds ontslag nemen.
3e d0°f 0ïltslagaemen, aftreding als raadslid of overlyden
opende zalmen plaats wordt binnen twee maanden door den 'ameeu
teraad aangevuld.
o. Behoudens net g,v 1, dat zy ophobden leden van den gemeen
teraad te zyn, blyven de léden by onfeslagaemen in betrekking,
totdat hunne opvolgers hunne benoeming hebben aanvaard#
Artikel 5.
Burgemeester en wethouders zyn bevoegd voor eene benoeming
"fan een of me^r leden der commissie den raad eene aanbeveling
uq - oen van een of meer personen voor iedere te vervullen
praats
14.
vergadering
Artikel 6.
1. De vergaderingen van de commissie mogen ook worden byfe-
wooad door die ieden van het college van burgemeester en wet
houders, dLe niet van de commissie deel uitmaken.
Deze leden hebben in de vergaderingen een raadgevende
stem.
Artikel 7.
-t v