65 Ook hij was -zoals het lid Schipper stelde- bijzonder onaangenaam verrast toen bleek dat uit het bedrag van 50 miljoen ook de sloop van 65 woningen moest worden bekostigd. Het lid SCHIPPER zegt in tweede instantie dat zijn vraag om een goede voor lichting naar de bewoners toe niet is beantwoord. Hij wil daaraan toevoegen dat het niet sympathiek overkomt wanneer er op de voorlichtingsavond bepaalde lokaties worden genoemd als mogelijke bouwlokatiesterwijl de grondeigenaren daar nog niet van op de hoogte zijn gesteld. Het lid REIJNDERS zegt dat hij, met hetgeen hij heeft gezegd over de relatie tussen provincie, Breda en Prinsenbeek heeft willen beogen om in elk geval richting rijksoverheid duidelijk te maken dat er voor wat Brabant betreft geen ruimte is voor een verdeel- en heerspolitiek. Als wethouder Jansson zegt dat Breda en Prinsenbeek met hun harde afwijzende opstelling nog geen resultaten hebben geboekt, stelt hij dat "aan de meet de prijzen worden uitgereikt" en dat -ook volgens tal van waarnemers- Breda en Prinsenbeek daar toch wel eens goed uit zouden kunnen komen. Overigens laat hij in het midden welke attitude voor Rijkswaterstaat verkies lijk is, maar in elk geval mag over het inhoudelijke geen enkel misverstand bestaan. Het is een verdiepte ligging of een ligging op maaiveldhoogte. Er is voor zijn fractie geen ander alternatief mogelijk. Ook Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zijn deze mening toegedaan en wat dat betreft wenst hij met de provincie op één lijn te blijven. Voor het overige sluit hij zich aan bij hetgeen het lid Schipper heeft gezegd over de verrekening van de sloop van de woningen in het bedrag van 50 miljoen. Wethouder JANSSON is met het lid Reijnders verheugd dat de standpunten van de provincie en de gemeente Zevenbergen in deze hetzelfde zijn, hetgeen de verde diging van dit standpunt richting Den Haag sterker maakt en kans op realisatie hiervan vergroot Wat betreft de opmerking van het lid Reijnders dat "aan de meet de prijzen worden verdeeld" stelt hij dat het geen garantie is dat "als je hard sprint, je ook in de prijzen valt", maar hij geeft hem gelijk wanneer hij stelt dat provincie, Breda, Prinsenbeek en Zevenbergen met een eensgezind standpunt naar Den Haag moeten blijven gaan. Hij is het eens met het lid Schipper dat de voorlichting alsnog gegeven moet worden. Hij stelt voor om tijdig tot een inventarisatie van onderwerpen te komen Hij zegt namens het college toe om daar veel aandacht aan te besteden. De VOORZITTER benadrukt dat het college voet bij stuk zal houden en er voor zal blijven ijveren om voor Zevenbergschen Hoek een adequate oplossing te be reiken. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 16. Voorstel tot instemming met de jaarcijfers over 1995 van CAI Klundert-Zevenbergen B.V. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees ter en wethouders 17. Voorstel tot het vaststellen van de nota grondbe leid gemeente Zevenbergen. Het lid SCHOUWENAARS zegt dat er bij de nota grondbeleid twee aspecten zijn namelijk een inhoudelijke analyse en het maken van beleidskeuzes.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1996 | | pagina 65