35 omdat een jaar of drie geleden eenzelfde voorval met dezelfde dienst heeft plaatsgevonden. Overigens blijft hij er principieel op tegen om dit soort za ken te financieren. Beide partijen dienen hun verplichtingen na te komen. Een dienst aan wie door de gemeente geld ter beschikking wordt gesteld, dient zelf zorg te dragen voor een gezonde financiële huishouding. Hij is niet gelukkig met het antwoord van de wethouder dat het slechts een eenmalige uitkering be treft, mede gezien de ervaringen in het verleden. Overigens blijft hij het vreemd vinden dat dergelijke toezeggingen reeds zijn gedaan, terwijl er nu pas over gediscussieerd wordt in de raad. Die discussie heeft zijns inziens der halve geen zin. Het lid KRAMER sluit zich aan bij de woorden van het lid Schipper. Vele van deze eenmalige zaken lopen behoorlijk op en om principiële redenen is hij dan ook tegenstander van dergelijke ontwikkelingen. Voor wat betreft de gronduitgifte aan de Pastoor van Kessellaan geeft hij ui ting aan zijn bezorgdheid. Als wethouder van de wetering stelt dat de grond- verkoop ten behoeve van kantorenbouw stagneert en als er behalve seniorenbouw dan niks gebeurt, vindt hij dat een uiterst zorglijke ontwikkeling. Het ter rein is uiterst snel vrijgemaakt en het kost nu gewoon geld om het zomaar te laten liggen. Hij verzoekt de wethouder hier nogmaals duidelijk op te reage ren Overigens geeft hij in overweging dat het wellicht zinvol is om daar met goede P.R. wat aan te doen. In dit verband wijst hij op de borden aan de invalswegen van Zevenbergen, waarop weliswaar geschreven staat over een goede raad in Ze venbergen, maar waarop wel onjuiste telefoonnummers staan vermeld en waarvan enkele borden door graffiti onleesbaar zijn geworden. Vervolgens pleit het ervoor om Groene Ster als omnivereniging niet te laten verslonzen, temeer daar Willemstad zich heeft gemanifesteerd als waterrecrea tiegebied en Klundert een zwembad met allerlei accommodaties daaromheen heeft. Hij zou graag de omnivereniging en met name de atletiek voor de toekomstige gemeente als een centrum op dat gebied laten uitkomen. Tenslotte gaat hij in op de notitie over de begraafplaatsen. Tijdens de behan deling van de begroting werd de kwestie van de kostendekkendheid dusdanig in gewikkeld dat daar nog eens over nagedacht zou worden. Als er thans geen moge lijkheid bestaat dit af te handelen, is het voor hem geen halszaak, doch hij stelt dat het probleem niet door hen is opgeworpen. Het lid REIJNDERS is eveneens voorstander van een goede atletiekbaan. Hij heeft steeds betoogd dat een dergelijke voorziening op de maat van Zevenbergen te fors was. Hij zou het toejuichen als op de maat van de nieuwe gemeente er voldoende draagkracht voor een dergelijke baan zou zijn. Hij verzoekt om in het overleg met de fusiepartners af te checken of op die schaal de behoefte daaraan bestaat. Hij wijst erop dat op het gebied van deze voorzieningen reeds een overschot bestaat. Dat hoeft overigens geen belemmering te zijn om een dergelijke voorziening aan te leggen, maar dan wel op de schaal waarop hij thuishoort WETHOUDER KRIJNEN-BOOT wil niet de indruk gewekt zien dat het college met re gelmaat met verhoging van bijdragen aan de onderwijsbegeleidingsdienst gecon fronteerd wil worden. De laatste jaren zijn er goede afspraken gemaakt met de onderwijsbegeleidingsdienst, zij heeft reeds aangegeven dat het een accuut probleem was. Ze is ervan overtuigd dat de onderwijsbegeleidingsdienst zich terdege bewust is van het feit dat het budgetrecht bij de raad ligt. Hoewel via de brief de intentie van burgemeester en wethouders werd kenbaar gemaakt, lag dat voorbehoud er toch. Vervolgens zegt WETHOUDER VAN DE WETERING dat voor wat de Pastoor van Kessel laan betreft er zeer zeker geen afwachtende houding wordt aangenomen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1996 | | pagina 35