29 Vervolgens werd na enkele dagen een notitie in het vooruitzicht gesteld. Naar deze notitie is nimmer gevraagd en desgevraagd wist mevrouw Krijnen-Boot de vraag niet te beantwoorden waarom deze notitie verscheen. Vervolgens heeft spreker gevraagd om -als deze notitie dan toch verscheen- deze te laten zien in de eerstvolgende commissievergadering. Tijdens de vergadering van 6 mei jongstleden was de notitie echter niet aanwezig, terwijl dat thans wel het geval is. Blijft de vraag waarom er niet wordt opgetreden tegen het toenemend aantal middelgrote vrachtwagens dat in de gemeente wordt geparkeerd, waarbij duidelijk wordt gesteld dat begrip wordt getoond voor de mensen die in de kern werken en wonen. Het aantal mensen, dat elders werkt en met de bedrijfswagen naar huis komt, neemt toe. In deze bewering werd spreker overigens tijdens de commissievergadering gesteund door fractievoorzitter van CDA en PvdA. Als dan wordt beweerd dat er geen klachten binnenkomen en er dus niet zwaar aan wordt getild, wordt dat als hoogst onrechtvaardig ervaren. Er zijn namelijk chauf feurs die met hun truck naar huis willen rijden, hetgeen niet wordt toege staan, terwijl anderen, die een ander soort wagen hebben -die overigens ook niet aan de afmetingseisen voldoet- ongemoeid worden gelaten. Concrete vraag is nu waarom het college vindt dat aan deze onbillijke gang van zaken niets gedaan behoeft te worden. Tevens wil hij hieraan de vraag koppelen waarom niet wordt gewerkt met de verordening, waarvan mag worden aangenomen dat hierin zaken staan waar de hand aan wordt gehouden. De VOORZITTER constateert dat het goed is dat de notitie, waarin wordt aange geven waarom het college van mening is dat er niet behoeft te worden opgetre den ten opzichte van bestelwagens, thans toch nog op tafel ligt. Overigens maakt het gemeentebestuur niet uit of er wel of niet opgetreden wordt. Dat zal de politie op een gegeven moment moeten doen. Het gaat immers om overtredin gen, om strafbare feiten en de officier van justitie zal uiteindelijk moeten uitmaken of het al dan niet gebeurt. Het gaat thans om de interpretatie van de betreffende bepalingen in de APS. Het is de bedoeling om overlast en ontsie ring te voorkomen. Voor wat betreft de overlast en ontsiering door een enkele geparkeerde bestelwagen, is hij van mening dat dat nogal mee valt. Het college is van mening dat niet gekomen behoeft te worden tot een letterlijke interpre tatie van de betreffende bepalingen in de APS, maar dat geïnterpreteerd dient te worden naar rato van de vraag wat de doelstelling is geweest. Het college Het college is van mening dat op deze wijze hiermee kan worden volstaan. Mochten er in de toekomst problemen ontstaan, dan zal de zaak opnieuw bekeken worden. Het lid KRAMER stelt dat er geen antwoord wordt gegeven op de vraag of het onbillijk wordt gevonden tegenover de andere categorie vrachtwagenchauffeurs en hij heeft -na telling- geconstateerd dat dit kan oplopen tot meer dan 15 van dit soort wagens, waarvan de maten uitsteken boven de maten die in de APS genoemd worden. Als er dan wordt gesteld dat er niets aan gedaan wordt, dan vraagt hij zich af waar het college de grens wel legt, temeer daar de politie heeft gezegd dat men niet weet wat men ermee aan moet. Er staat duidelijk: de grenzen zijn getrokken. Waarom zijn die eigenlijk in de APS aangegeven, als er toch gesjoemeld wordt met de afmetingen? Hij vraagt zich af wat de uiteinde lijke afmeting mag zijn, 3 meter, 3,50 meter of 2,80 meter of wellicht 6 me ter? Hij vraagt of het niet onbillijk wordt gevonden tegenover de andere chauffeurs. Gekoppeld daaraan blijft de vraag welke afmetingen er in de toe komst gehanteerd gaan worden. De VOORZITTER geeft vervolgens het woord aan het lid van Ham. Het lid VAN HAM stelt dat als met de centimeter in de hand wordt gerede neerd, het lid Kramer gelijk heeft.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1996 | | pagina 29