- 126 -
WETHOUDER VAN DE WETERING stelt dat de gehele procedure nauwgezet is afgespro
ken en hij vindt het spijtig dat deze procedure, die in oktober reeds is afge
sproken, thans problemen oproept.
De VOORZITTER concludeert dat de meerderheid van de raad met het voorstel in
stemt, met dien verstande dat het C.D.A. en het lid HUIJSSOON moeten worden
geacht te hebben tegengestemd.
12d. Voorstel tot vaststelling van een be
stemmingsplan Zwanengat/De Hil.
Het lid REIJNDERS zegt tegen dit voorstel dezelfde, zoniet ernstigere bezwaren
te hebben als tegen het vorige, omdat het hier geen conserverend-, maar een
fors uitbreidingsbesluit betreft.
Hoewel de wethouder zegt dat deze procedure reeds langer bekend was, stelt hij
dat als bij zijn fractie bekend was geweest dat slechts enkele uren voor de
raadsvergadering de stukken zouden worden bezorgd, zijn fractie reeds eerder
bezwaar hiertegen aangetekend zou hebben. Ook wil hij onderstrepen dat zijn
fractie reeds in een vorige raadsvergadering heeft gesteld niet meer over een
structuurvisie te willen beslissen. Hij vindt het een onjuiste gang van zaken
dat het college de structuurvisie dan maar in stukken heeft geknipt en een
deel daarvan in de raad heeft gebracht. Hoewel hij ook hiertegen bezwaar zou
kunnen maken, zegt hij het bij het reeds bij eerdere agendapunten verwoorde
bezwaar te willen houden.
Het lid SCHIPPER zegt bij het vorige agendapunt reeds te hebben aangegeven dat
zijn fractie niet akkoord zou gaan met het onderhavige voorstel. Het gaat hem
hierbij niet zozeer over de vraag of er geen dringende behoefte bestaat aan
meer industrieterrein, maar over de totale invulling van dat gebied. Daar zijn
nogal wat bezwaren tegen en in die zin wil hij de zaak duidelijk kunnen over
wegen en alle aspecten goed kunnen nagaan. Hij sluit zich dan ook aan bij de
woorden van het lid Reijnders en spreekt de hoop uit dat meerdere fracties
hier zo over denken.
Het lid SCHOUWENAARS zegt voor het voorstel te zijn, omdat dit reeds maanden
bekend is en er slechts één alinea is gewijzigd.
Het lid HUIJSSOON zegt het jammer te vinden wegens het te laat ontvangen van
stukken tegen dit voorstel te moeten stemmen.
WETHOUDER VAN DE WETERING antwoordt dat het zijns inziens geen zin heeft om
naar aanleiding van de ingenomen standpunten met tegenargumenten te komen. Wel
wil hij erop wijzen dat op dit raadsvoorstel 2 andere zienswijzen zijn ingeko
men van enkele inwoners van de Koperslagerij en 1 ondernemer. Voor wat betreft
de ondernemer zijn de zaken reeds besproken en behoeven er geen veranderingen
te worden aangebracht. Naar aanleiding van de opmerkingen van de bewoners van
de Koperslagerij is er een wijziging aangebracht, omdat, hoewel de verwachte
uitbreiding van de verkeersdruk waarschijnlijk mee zal vallen, we in staat
zijn zodanige voorzieningen te treffen dat het verkeer gedwongen zal worden om
via de M285, of via de Industrieweg en dan ter hoogte van de M285 op het nieu
we terrein in te buigen, zodat de door de bewoners voorziene overlast wordt
voorkomen. Hiermee is aan alle bezwaren tegemoetgekomen en hij vindt het dan
ook spijtig dat een aantal raadsleden zich niet in het voorstel kan vinden.
Het lid GERLA zegt in tweede instantie dat de V.V.D. voor het raadsvoorstel
zal stemmen.