- 113 -
Hij is dan ook verheugd met het voorstel en hoopt dat de overeenkomst met de
winkeliers waterdicht is om eventuele risico's, bij bijvoorbeeld overname van
bedrijven, zoveel mogelijk te beperken.
WETHOUDER KRAMER constateert dat het voorstel bij de raad een juichende in
stemming ondervindt.
Hij is het niet eens met het lid Reijnders dat dit voorstel last-minute-werk
is. Er is reeds meer dan een jaar over gesproken en het college wilde een en
ander voor 1 januari 1997 afgerond hebben.
Namens het college uit hij zijn waardering voor de vereniging, die zich enorm
heeft ingespannen om de benodigde gelden bij elkaar te brengen.
Daarnaast stelt hij dat de gemeente, als er zoveel miljoenen in de infrastruc
tuur worden gestopt, toch de verplichting heeft om iets te doen aan de aankle
ding. Hij is van mening dat er voor het creëren van sfeer meer nodig is dan
alleen nieuwe infrastructuur of wat lampjes.
Voorts acht hij het van belang dat het gehele Havengebied bij de sfeerver
lichting wordt betrokken, vooral ook vanwege de reeds door het lid Reijnders
aangehaalde, onlangs gecreëerde inkijk vanaf de provinciale weg. Door de line
aire structuur van het geheel zal het gebied meer uitnodigen een bezoek aan
het centrum te brengen.
Wat betreft het onderhoud zegt hij dat een en ander in een convenant met de
winkeliersvereniging duidelijk zal worden vastgelegd.
Het lid REIJNDERS zegt, naar aanleiding van reacties op zijn uitspraak dat ook
dit voorstel last-minute-werk is, dat boven het voorstel duidelijk staat dat
het hier een 'gewijzigd' voorstel betreft, wat te elfder ure nog veranderd is.
Uit het verslag van 4 november blijkt dat toen nog duidelijke meningsverschil
len bestonden tussen de gemeentelijke delegatie en de mensen van Shoppy. Der
halve mag zijns inziens zeker over last-minute gesproken worden, temeer waar
duidelijk is dat een en ander nog nader moet worden uitgewerkt en er ook nog
een overeenkomst moet worden opgesteld; iets waarvoor het college thans ook
machtiging verzoekt.
Omdat het lid SCHOUWENAARS nogal kleinerend over het bedrag spreekt, wil hij
daarbij een kanttekening maken. Ook hij is van mening dat het hier geen bij
zonder hoog bedrag betreft, doch gekwalificeerd tegen de achtergrond van het
feit dat de winkeliers zaten opgezadeld met een niet verplichtend karakter,
waardoor sommigen niet mee wilden doen, vindt hij het verheugend dat toch nog
anderhalve ton bij elkaar is gebracht. Hij is van mening dat dit voldoende
resultaat is om er een gemeentelijke bijdrage tegenover te zetten.
Het lid WIJBENGA-HELMER vraagt nogmaals of de overeenkomst met de winkeliers
door het college zelfstandig wordt afgesloten, of dat de raad daar nog inzage
in krijgt.
WETHOUDER KRAMER stelt voor om het convenant in de eerstvolgende commissiever
gadering voor te leggen. Hij is niet de mening toegedaan dat het daarna nog
door de raad behandeld moet worden, omdat deze overeenkomst een nadere uitwer
king is van het voorstel.
Wat betreft de opmerkingen in tweede instantie van het lid Reijnders betref
fende het last-minute-werk zegt hij dat het onderliggende voorstel nagenoeg
gelijk is aan het eerste. Het enige verschil betreft de voorkeur van het col
lege voor het in lineaire structuur aanbrengen van de sfeerverlichting, ter
wijl er in het M.K.B-rapport sprake is van een kernwinkelgebied. Omdat de
realisatie van dit kernwinkelgebied nog wel enige jaren op zich zal laten
wachten, heeft het college voorgesteld een en ander los van elkaar te zien.
Daarop heeft Shoppy gevraagd of het aanbrengen van de sfeerverlichting in het
gehele gebied betekent dat het college afstapt van een kernwinkelgebied.