88
Hij merkt op dat wanneer er nu vanuit de raad een andere aanpak wordt gevraagd,
hij twee jaar op het verkeerde been is gezet.
Het lid REIJNDERS zegt dat in de algemene beschouwingen van vorig jaar septem
ber door het CDA duidelijk is gesteld voorstander van een manege op deze loka-
tie te zijn, welke onmiskenbaar in een behoefte voorziet
WETHOUDER VAN DE WETERING verduidelijkt dat de vier fracties regelmatig uit
spraken doen en wensen neerleggen. Zolang die wensen niet gehonoreerd zijn in
raadsuitspraken of in de vorm van toezeggingen van het college, worden die
wensen niet uitgevoerd, aldus spreker.
Het lid SCHIPPER deelt mede dat de Hoekse Lijst, bij de begrotingsbehandeling
1994, duidelijk kenbaar heeft gemaakt om een manege op die plaats te legalise
ren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
5. Voorstel tot aanbieding van de ontwerp-begroting voor
het jaar 1996 alsmede tot vaststelling van de behande
lingsprocedure.
Het lid KRAMER zegt dat het voorstel en de wijze van behandeling in de commis
sie aan de orde is geweest. De fractievoorzitters zijn het er over eens dat
iedereen de vrije hand moet krijgen. Er is wel afgesproken om detailvragen en
vragen van technische aard zoveel mogelijk in de commissie aan de orde te stel
len. Uit het raadsvoorstel blijkt dat dit soort vragen alleen in de commissie
financiën kunnen worden gesteld. Van de voorzitter van de commissie financiën
heeft hij begrepen dat deze er mee akkoord ging om de vragen in de verschillen
de commissies aan bod te laten komen. Hij verzoekt het college hiervan nota te
nemen
Het lid SCHIPPER steunt het voorstel van de heer Kramer.
DE VOORZITTER antwoordt dat er geen bezwaar is tegen het voorstel van het lid
Kramer om in alle commissies de voor de portefeuille relevante vragen te stel
len. De afspraak is om de behandeling op hoofdlijnen te houden en de detailvra
gen in de commissies te stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van Burgemees
ter en wethouders.
6. Voorstel tot vaststellen van de jaarrekeningen van de
algemene dienst en het grondbedrijf over 1994.
Het lid KRAMER spreekt vooral zijn waardering uit voor de onderbouwing en ver
werking van de jaarrekening. Uit het accountantsrapport blijkt dat er meer dan
naar behoren door de ambtenaren werk is geleverd. Door het accountantsburo zijn
wel enkele opmerkingen geplaatst voor verbetering die eventueel nodig zijn of
al in gang zijn gezet.
Het lid SCHOUWENAARS spreekt eveneens zijn waardering uit en vraagt aandacht
voor de adviezen van de accountant.
DE VOORZITTER antwoordt dat men goed op weg is om de jaarrekening tot het be
doelde toetsingsinstrument te maken. Zij zegt toe om op de aangegeven opmerkin
gen van het accountantsburo in te gaan. Het college zal de woorden van waarde
ring aan de betrokkenen en de portefeuillehouder overbrengen.