85
Zij betreurt het dat niet in de nota is vermeld dat de vrouwenraad al weer
enkele jaren stabiel en op een positieve wijze aktief is en deelneemt in vele
organisaties in en buiten Zevenbergen.
Zij acht de nota voorts erg toegespitst op de vrouw en het vrijwilligerswerk.
Zij pleit er tenslotte voor om vrouwen meer kansen te geven binnen het ambte
lijk apparaat".
Het lid SCHIPPER zegt dat hij in een zin op blz. 44, bij het voorstel tot her
ziening van het plan buitengebied, de essentie mist. Bij de behandeling van de
commissieverslagen onder agendapunt 4, zal hij dit aan de orde stellen.
De notulen worden met inachtneming van het bovenstaande vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Het lid SCHOUWENAARS vraagt naar aanleiding van het verslag van de commissie
openbare werken, milieu en personeel naar de problematiek van de regionale
stortplaats. Zevenbergen heeft vanwege de stortplaats met een behoorlijke
stankoverlast te maken. In de door de Provincie verstrekte vergunning is met
name de geur-emissie aan strikte regels gebonden.
De stankoverlast waarmee Zevenbergen nu te maken heeft gaat boven de vergunning
uit, ook al wordt het slib s'morgens gestort en afgedekt. De definitieve oplos
sing moet met de verbrandingsoven komen.
Hij vraagt het college om met de vergunningverstrekker contact op te nemen en
controles uit te oefenen om verdere overtredingen van de vergunning te voorko
men.
Met betrekking tot de personele bezetting binnen de sector burgerzaken zegt hij
te concluderen dat men in de eerstvolgende commissie-vergadering een voorstel
van het college kan verwachten omtrent deze problematiek.
Het lid SCHIPPER onderstreept de problematiek van de vuilstortplaats. Hij wijst
erop dat de stankoverlast een negatieve invloed kan hebben op de keus van be
drijven om zich op het industrieterrein Moerdijk te vestigen. Hij vraagt aan
het college om de naleving van de vergunning goed te volgen en zonodig maatre
gelen te nemen.
Ten aanzien van het commissie-verslag van openbare werken merkt hij op dat er
sprake is van inconsistent beleid bij het verlenen van vergunningen voor meste-
rijen. Er is een aanvraag geweest op basis van een goedgekeurd bestemmingsplan.
Die aanvraag is niet gehonoreerd met als reden, de cumulatieve geur-emissie.
Het verbaast hem dat korte tijd later wel een vergunning wordt afgegeven, maar
dan voor de helft van het aantal varkens dat in de vergunning vermeld stond.
WETHOUDER JANSSON antwoordt dat er contact is geweest met Caldic Chemie, het
Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest en Gedeputeerde Staten Het staat niet
vast dat de stankoverlast van de regionale stort afkomstig is. De stankoverlast
kan ook door Caldic Chemie zijn veroorzaakt. Er is aan Caldic Chemie gevraagd
na te gaan of alle maatregelen genomen zijn om de stank-emissie tegen te gaan.
Vragen van dezelfde strekking zijn aan de beheerders van de regionale stort
plaats en in de richting van Gedeputeerde Staten gesteld. Hier is nog geen
reactie van binnen. Het college zal erop toezien dat de reactie op korte ter
mijn binnen komt.