49 Ten aanzien van de keuze uit meerdere modellen zegt hij dat het bijna niet mogelijk is om een stedebouwkundige te vragen om twee verschillende modellen te ontwerpen. Het voorbereidingskrediet is hier ook niet voldoende voor. Het grootste risico is dat bij inspraak de beide modellen bij elkaar worden ge voegd. DE VOORZITTER deelt mede dat er op 7 maart 1995 een extra vergadering van com missie financiën is geweest. Er is toen gesproken over de volgorde van een aantal prioriteiten, mede in het kader van de herschikking reserves en voorzie ningen. De afspraak is toen gemaakt dat de eerste prioriteit bij de Markt- Haventracé ligt. De afspraak is ook gemaakt om in het najaar, na de zomervakan tie, de overige prioriteiten en beschikbare middelen te bezien. Dit zal zeker gebeuren. Het lid KRAMER merkt op dat het college eerst van het CDA en de Hoekse fractie moet vernemen hoe zij tegenover het aangepast voorstel staan. Als dat geen uitkomst biedt, kan het college teruggaan naar het oorspronkelijke voorstel. Het lid VAN AART zegt geen wezenlijk verschil te zien met het eerste voorstel. Het plan wordt getoetst en gaat de inspraak in. En daar gaat het juist om. De inspraak had van tevoren moeten gebeuren. Het traject van deelkredieten was al de afspraak. Hij zegt dat het tweede voorstel zijn bezwaren niet wegneemt. Het bedrag en het plan blijft een eigen leven leiden. Het lid SCHIPPER zegt dat het plan onder de bevolking leeft, gezien de door hem ontvangen reacties. Het plan moet een draagvlak hebben. Met betrekking tot de andere projecten zegt hij geen moeite te hebben met de prioriteiten want deze staan in het beleidsakkoord. Hij zegt wel problemen te hebben met het half opleveren van uitgevoerde projecten. Ten aanzien van het plan vraagt hij het college hoe het de invulling ziet zon der te weten wat de knelpunten zijn. Hij zegt dat het Markt- Haventracé inderdaad een face-lift nodig heeft maar hij had een andere procedure en andere voorstelling van zaken verwacht. Het lid REIJNDERS zegt bij interruptie dat het voorstel aangenomen zal worden dankzij de collegiale opstelling van de wethouder en het bestuur. Het lid KRAMER zegt dat er gediscussieerd wordt met eigenlijke en oneigenlijke argumenten. In het seniorenconvent zijn afspraken gemaakt. Hij zegt het te betreuren dat het CDA en de Hoekse fractie zich laten leiden door oneigenlijke argumenten. Er worden afwegingen gemaakt die nu niet aan de orde zijn. Hij zegt verbaasd te zijn dat de heer Reijnders appelleert aan het collegiale optreden van het college. De WD vindt het niet meer dan normaal dat het college als eenheid optreedt. Het lid REIJNDERS merkt op dat het voor hem alleen een vaststelling was. Het lid KRAMER zegt dat de WD-fractie kan instemmen met het voorstel. Het raamkrediet is het maximum. Er zal over de invulling en uitwerking uitvoerig overleg zijn. Hij zegt dat het college niet op de details ten aanzien van fi nanciële aspecten terug hoeft te komen. Alles is nu besproken en het standpunt van het CDA en de Hoekse fractie zal niet wijzigen. Het college heeft een goed onderbouwd voorstel gedaan, aldus spreker. Het lid SCHOUWENAARS zegt dat het bijna onmogelijk is om het anders te doen omdat er anders een grote achterstand zal ontstaan. Hij zegt om die reden ak koord te gaan met het voorstel. Hij hoopt dat tijdens het traject commitment van de andere partijen zal ontstaan.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1995 | | pagina 49