40
Hij stelt vast dat ook de wethouder in grote lijnen dezelfde gedachten heeft
over het bedrijventerrein. Beslissingen van deze aard dienen aan de struktuur-
visie en de positioneringsnota gekoppeld te worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
14. Voorstel tot vaststelling van het verdeelbesluit ten
behoeve van het bouwprogramma 1995 in de gesubsi
dieerde sector.
Het lid KRAMER merkt op dat het bouwprogramma in de gesubsidieerde sector een
duidelijk voorstel is. Hij zegt hiermee in te stemmen.
Met betrekking tot punt 4 van het voorstel stelt hij voor om de zin "8 wonin
gen, door SWZ toe te wijzen..." te veranderen in "8 woningen, door SWZ in prin
cipe toe te wijzen...". Hierdoor wordt voorkomen dat de grens te star wordt
gehanteerd zodat discussie mogelijk blijft.
Het lid REIJNDERS zegt dat de toewijzing een kritisch proces is. Het moet via
objectieve en meetbare criteria gebeuren. De genoemde criteria zijn goed maar
mager. Hij vraagt zich af of doorstroming het enige criterium moet zijn. Er
spelen ook sociale en economische factoren mee. Deze factoren zijn niet terug
te vinden. Hij vraagt de wethouder om een nadere toelichting.
Het lid SCHIPPER merkt op dat agendapunt 14 over de verdeelsleutel gaat en
agendapunt 15 over het beleid. In het kader daarvan zegt hij de opmerkingen van
het lid Reijnders te ondersteunen, doch hij wil deze plaatsen onder agendapunt
15.
WETHOUDER VAN DE WETERING stelt vast dat de raad akkoord gaat met het voorge
stelde deelbesluitDe toewijzing van woningen door de gemeente is gebaseerd op
inschrijving. Diegene die zich het eerste heeft ingeschreven komt als eerste in
aanmerking mits hij aan de bepaalde criteria voldoet. Bij de SWZ wordt gekeken
naar een puntenstelsel
Er moet bij de doorstroming aan twee aspecten worden gedacht. Ten eerste is het
van groot belang om goedkope huurwoningen vrij te maken voor de minder draag-
krachtigen. Aangezien er weinig goedkope huurwoningen zijn, zal het college
trachten deze woningen vrij te maken. Ten tweede wordt getracht om diegenen
die, qua inkomen, in een té goedkope woning zitten in een andere woning te
plaatsen.
Er is wel gesteld dat wanneer de SWZ de 8 woningen niet kan verkopen deze te
ruggaan naar de gemeente.
Het lid KRAMER vraagt of punt 4 niet gewijzigd kan worden zoals hij eerder
heeft aangegeven en of het bedrag van 810,00 voor de huur flexibeler toege
past kan worden.
WETHOUDER VAN DE WETERING merkt op dat het bedrag van 810,00 van toepassing
is op nieuw te bouwen woningen. De mensen die in aanmerking kunnen komen voor
een koopwoning zitten juist in een woning met een lage huur.
Het lid REIJNDERS vraagt aan de wethouder of de genoemde voorwaarden naast
voorwaarden komen die in een reguliere procedure gelden.
WETHOUDER VAN DE WETERING zegt dat de inkomensgrens het belangrijkste criterium
is. De genoemde voorwaarden worden wel reguliere normen. De koopprijs, inko
mensgrens en de bouwsom zijn vastgesteld in overleg met de RVC. Het aanpasbaar
bouwen is een wens van de RVC en is door het gemeentebestuur opgelegd aan die
gene die gaat bouwen.