36
Het college heeft moeten constateren dat de Vrouwenraad gewikkeld was in een
bepaalde situatie wat een belemmering is geweest om de zaken op te pakken. Nu
is er stabiliteit en is men eenduidig. Met betrekking tot de herinrichting van
het Markt- en Haventracé krijgt de Vrouwenraad de kans om hun visie te geven.
Het lid BROEDERS-DE BRUIJN merkt op dat een commissie het emancipatiebeleid uit
dient te voeren. De deskundigheid moet in de organisatie aanwezig zijn.
Het lid WIJBENGA-HELMER vraagt aandacht voor professionele ondersteuning om het
jaarlijks budget concreet te kunnen gebruiken. Deze ondersteuning kan dan door
terugkoppeling met de commissie plaatsvinden.
Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL vraagt op welk termijn men de vrouwelijke
huisarts kan verwachten. Met betrekking tot punt 5 op pagina 21 (projecten)
vraagt zij of het genoemde vrijwilligers werk in een breder kader geplaatst kan
worden.
WETHOUDER KRIJNEN-BOOT antwoordt dat met het onder punt 5 bedoelde vrijwilli
gers- werk niet bedoeld wordt dat vrouwen zich alleen met vrijwilligerswerk in
de zorg bezig zouden moeten houden. Het geldt voor het hele brede scala van
vrijwilligers werk. Op de plaatsing van een vrouwelijke huisarts heeft de ge
meente nu minder zeggenschap dan voorheen. Het college zal het nauwlettend
volgen.
Het lid VAN DER STEE-AGTMAAL stelt voor om de vestiging van een "vrouwelijke
huisarts" mee te nemen met de herindeling. Met betrekking tot de projecten zegt
zij dat alleen projecten toegespitst op vrijwilligerswerk ingediend kunnen
worden. De vrouw kan ook ander werk doen. Zij zegt dit open te willen houden
als de commissie gaat beoordelen welke projecten door zullen gaan.
WETHOUDER KRIJNEN-BOOT zegt te betwijfelen of de gemeentelijke herindeling meer
mogelijkheden voor de vrouwelijke huisarts zal opleveren. Het zal een kwestie
van aanbod zijn.
Het college zal in overleg met de Vrouwenraad bekijken wat voor ondersteuning
er nodig is. Het zal voornamelijk een ambtelijke ondersteuning zijn. Met het
actieplan is het niet de bedoeling om de commissie het uitvoerend orgaan te
laten zijn. Het college wil de commissie de taak toebedelen om de zaak goed te
bewaken en afspraken te maken betreffende het concreet stappenplan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
12. Voorstel tot het adviseren van het rijk inzake de
Trajectnota A4/A16.
Het lid SCHIPPER zegt met punt 1 van het voorstel akkoord te gaan. Ten aanzien
van punt 2 vraagt hij of het college de op- en afritten bedoeld of alleen een
aansluiting. In het kader van het opgaan en verlaten van de nieuwe weg is dit
van essentieel belang.
Met de keuze, onder punt 3, om de lokatie van de aansluiting van de A16 op te
schuiven in noordelijke richting wordt een verkeerde keuze gemaakt. Als de
afslag t.a.v. de A16 gehandhaafd blijft, moet de afrit wel verbreed worden en
is er geen enkel verkeerstechnisch probleem. Het station is dichtbij, de be
reikbaarheid blijft intact en het benzinestation kan blijven staan. Het is
jammer dat in dit voorstel een groot stuk kapitaal- vernietiging geïntroduceerd
wordt omdat met name een benzinestation verplaatst moet worden. Onder punt 4
wordt om een reactie op de Al6 gevraagd.