- 22 -
5. Voorstel tot vaststellen van:
- de le wijziging van de tabel, beho
rende bij de legesverordening 1995;
- de le wijziging van de verordening
marktgelden 1995 en
- de 2e wijziging van de verordening
reinigingsheffingen 1995.
Het lid REIJNDERS zegt met betrekking tot de 2e wijziging van de verordening
reinigingsheffingen dat het college in februari een voorstel heeft voorgelegd
waaruit bleek dat verhoging onontkoombaar was. Hij merkt op dat de verhoging
naar zijn oordeel niet nodig was. Het voorstel is desondanks toch aangenomen.
Het college heeft nu geconstateerd dat verhoging inderdaad niet nodig is. Hij
merkt op dat het college het voordeel voor dit jaar maar voor de helft mee wil
rekenen.
Hij betreurt het dat er niet over de effecten van gescheiden inzameling wordt
gesproken. Hij veronderstelt dat de effecten aanzienlijk zouden moeten zijn.
Hij verzoekt het college om de vinger aan de pols te houden en over de voort
gang bericht uit te brengen omdat hij voorziet dat verdere verlaging tot de
mogelijkheid zal behoren. Met betrekking tot de marktgelden merkt hij op dat
de marktkooplieden hun afval voortaan mee naar huis moeten nemen om zwerfvuil
tegen te gaan. Hij vindt dat het college veel eist van de burgelijke gehoor
zaamheid. Hij vraagt het college goed te controleren dat de markt inderdaad
schoon wordt opgeleverd.
WETHOUDER JANSSON merkt op dat door het doorberekenen van externe factoren in
het tarief de vorige tariefsverhoging en de huidige tariefsverlaging tot stand
is gekomen. Het college heeft de vorige keer bewust gekozen voor een verhoging
en nu voor een verlaging. De burger merkt tussentijds niet veel van de wijzi
gingen omdat het tarief aan het eind van jaar wordt verrekend. Met betrekking
tot de papierprijs zegt hij dat men niet kan voorzien of de papierprijs snel
zal gaan dalen. Het college heeft mede daardoor een substantieel bedrag terug
willen geven aan de burger. Met betrekking tot het gescheiden inzamelen zegt
hij dat er voor het afvalstoffentarief nog onvoldoende zicht is op de effec
ten. Hij zegt toe dat wanneer dat wel het geval is, in commissieverband hier
op teruggekomen wordt. Met betrekking tot de marktgelden en het opruimen van
het vuil zegt hij niet uit te gaan van burgelijke ongehoorzaamheid. In over
leg met de marktcommissie is afgesproken dat zij zorg zullen dragen voor het
afvoeren van het vuil. Het college zal erop toezien dat dit gebeurt.
Het lid REIJNDERS zegt dat de doorsnee burger niet geïnteresseerd is in de op
bouw van het afvalstoffentarief maar wel in de hoogte van het tarief. Hij zegt
er problemen mee te hebben als het tarief onnodig hoog blijkt te zijn. Hij
vindt de benaderingswijze van het college, inzake de papierprijs, risico mij
dend. De gemeente had zijns inziens best een klein risico mogen lopen. Hij
zegt dat met de aangeboden, al gescheiden, componenten op de milieustraat een
behoorlijk voordeel zal ontstaan. Met betrekking tot de marktgelden merkt hij
op dat de wethouder zijn uitspraak over burgerlijke ongehoorzaamheid verkeerd
uitlegt. Hij bedoelt dat het college veel van de burgers eist. Hij vraagt het
college hierop goed toe te zien.
WETHOUDER JANSSON deelt mede dat ook hij vindt dat de tarieven niet onnodig
hoog mogen zijn. Maar ook niet te laag anders komt de kostendekkendheid in het
geding. Hij zegt dat explosieve stijgingen voorkomen dienen te worden. Als de
daling van de papierprijs doorzet dan zal per 1 januari a.s. wederom een ver
laging plaatsvinden. Op de effecten van de milieustraat is nog geen inzicht.
Op dit moment leidt de milieustraat nog niet tot een minder te storten tonna
ge.