85 4. Ingekomen stukken en mededelingen. N a v punt I. D. 1., notulen van de commissie WZ/onderwijs/soc. zaken vraagt het' lid REIJNDERS naar een antwoord op de daar door hem gestelde vragen over de algehele vervangingsregeling Hij heeft van het college hierop nog geen antwoord ontvangen. De VOORZITTER zegt toe dit mee te nemen in het college. N.a.v. punt IV. 1., het niet vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c van de wet op de kansspelen (verordening auto matenhallen)wil het lid REIJNDERS het standpunt van zijn fractie nogmaals onderstrepen. In 1988 is door de raad de beslissing genomen geen automatenhal len toe te staan. Zijn fractie houdt vast aan het besluit wat toen genomen is. Het lid KRAMER zegt dat Zevenbergen als centrumgemeente een bepaalde functie krijgt. De WD is van mening dat er een beleid op tafel moet komen met een visie waaruit blijkt waar Zevenbergen op dit gebied staat. Er moet een goe afgewogen beleid komen t.a.v. deze materie. Hij wil erop aandringen en een. toezegging krijgen dat het meegenomen wordt in de herorientatre/herinrichtmg van de markt en het (uitgaans)centrum. Het lid VAN HAM is van mening dat een vergunning voor een automatenhal separaat behandeld kan worden van de functie die de gemeente Zevenbergen in de regio moet vervullen. In 1988 is vastgesteld dat er een soort netwerk van speelauto maten in Zevenbergen aanwezig is waardoor de behoefte hieraan goed genoeg ver vuld kan worden. De VOORZITTER zegt dat er beleidsuitgangspunten moeten zijn maar, dat dit pas mogelijk is aan de hand van het terzake uit te brengen rapport van de commissie Nijpels. Het lid REIJNDERS merkt nog op dat er voor zijn fractie geen reden is om °P beleid zoals het de afgelopen jaren gevoerd is en wat gebaseerd is op het be sluit van 1988, terug te komen. Het lid KRAMER blijft van mening dat er een duidelijk beleid gevoerd moet wor den wat af en toe getoetst moet worden en waarbij men zich dient af te vragen wat op termijn de visie Zevenbergen is m.b.t. dit soort zaken. Het lid VAN HAM merkt op dat zijn fractie van mening is dat zeker gekeken moet worden naar wat men beleidsmatig wil. De VOORZITTER zegt dat er in de commissie is toegezegd dat er beleidsmatig gewerkt gaat worden aan een gemeentelijke aanpak op dit terrein. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees ter en wethouders. 5. Voorstel tot vaststelling danwel aanpassing van diver se belasting- en tarievenverordeningen. Het lid KRAMER zegt het belangrijk te achten dat tijdens de voorjaarsnota e.e.a. nogmaals vergeleken zal worden. T.a.v. de tarieven en belastingen moet deze problematiek in totaliteit bezien worden. Hij wil er in de commissie van april '95 nader op in gaan. 86 Het lid VAN HAM sluit zich aan bij de heer Kramer. Hij wil er wel enkele kant tekeningen bij maken. Het gaat hier om drie zaken; het doorschuiven van de kosten door de centrale overheid naar de gemeenten, tarievengelijkheid en ta- rievenongelijkheid in het kader van de gemeentelijke herindeling en de kosten dekking op onderdelen. Over deze drie onderdelen zou hij nader willen discussi ëren m.b.t. de voorjaarsnota en dan in eerste instantie tijdens de commissie vergadering. Hij vraagt tevens of het college op korte termijn een mogelijke tarievendifferentiatie kan onderzoeken. Het lid REIJNDERS wacht af wat het college met de tarievendifferentiatie gaat doen. Wat betreft de forse verhogingen van de tarieven vindt hij dat hierover een publikatie moet komen in Het Midden waarin uitgelegd wordt wat er verhoogd wordt en waarop deze verhogingen gebaseerd zijn. Verder sluit hij zich aan bi] de heer Kramer m.b.t. de voorjaarsnota. De VOORZITTER antwoordt dat in de totale afweging van inkomsten en uitgaven de lastendruk een belangrijk aandachtspunt voor de raad en het college is. Ook moet er gekeken worden naar de herindeling en naar de bestanddelen welke er in de tarieven zitten. Tevens is goede voorlichting m.b.t. de opbouw der tarieven (o.a. via het Midden) belangrijk. De voorjaarsnota is er om het inzicht hierin te krijgen en behandeling hiervan is gepland in de raadsvergadering van mei. De najaarsnota komt in de raadsvergadering van december aan de orde. Met betrekking tot de tarievendifferentiatie merkt hij op dat hier op terugge komen zal worden zodat in de loop van 1995 in de commissie hierover beraad slaagd kan worden. Kostendekking is hierbij dan ook een punt van aandacht. Het lid KRAMER concludeert dat de voorjaarsnota op 24 april in de commissie komt. Hij acht het van groot belang dat de opbouw van de tarieven naar de bur gers toe goed wordt duidelijk gemaakt. Ten aanzien van de tarievendifferentiatie zegt hij dat de argumentatie om dit niet te doen geen hout snijdt. Hij sluit zich hierbij aan biD de heer van Ham. Hij is van mening dat er in april op teruggekomen moet worden door het college. De VOORZITTER antwoordt dat het college zal nagaan of het mogelijk is om in april terug te komen op de tarievendifferentiatie. De VOORZITTER stelt voor om hier in de volgende commissievergadering op terug te komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van Burgemees ter en wethouders. 6. Voorstel tot vaststelling van een verordening m.b.t. de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen van de algemene dienst van de gemeente Zevenbergen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees ter en wethouders. 7. Voorstel tot winstneming uit exploitatiegebied de Koe koek. Het lid SCHIPPER is van mening dat er een onjuiste financieringsmethodiek wordt toegepast bij bestemmingsplannen. Er wordt hier een voorschot genomen uxt een bestemmingsplan wat nog in uitvoering is.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1994 | | pagina 50