-6-
11. Voorstel tot wijziging van de finan
cieringsregeling huisvesting gemeen
teambtenaren Zevenbergen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
12. Voorstel tot het beschikbaar stellen
van een waarderingssubsidie aan de
Zevenbergse Radio en Televisie Stich
ting.
Het lid SCHIPPER zou op zich graag een subsidie beschikbaar stellen. Wanneer
echter gekeken wordt naar de kwantiteit en de kwaliteit van het gebodene
dan moet helaas worden vastgesteld dat dit ver onder de maat is. Eerder is
besloten om een ruime financiële bijdrage te verlenen bij het opstarten van de
stichting, waarbij gesteld is dat het daarbij zou blijven.
Hij verwacht los van de vraag of de omroep een nuttige funktie kan hebben,
dat dit een gebed zonder einde wordt. Hij is van mening dat zeker eisen gesteld
zouden moeten worden om te kunnen spreken van een waarderingssubsidie.
Het lid VAN DER STEE- VAN AGTMAAL merkt op dat de stichting nog in een begin
stadium verkeert. Zij onderschrijft het standpunt van het college dat in de
toekomst een goede financiële basis bij de stichting aanwezig moet zijn. Op dit
moment geeft zij de Omroepstichting het voordeel van de twijfel. Voor de aan
staande begrotingsbehandeling wenst zij echter een goede evaluatie om te kunnen
vaststellen hoe hiermee in de toekomst verder gegaan moet worden.
Het lid WIJBENGA-HELMER is van mening dat het nog te vroeg is om een oor ee e
geven over de toekomstige financiële mogelijkheden van de stichting. Dit
mede afhankelijk van de reklame-ontvangstenOp voorhand geeft zij te kennen er
niet voor te voelen veel geld voor een lokale omroep uit te geven. Tegen de
voorgestelde waarderingssubsidie heeft zij geen bezwaar.
Zij acht het voorbarig om hieraan strukturele consequenties te verbinden.
De stichting moet de kans krijgen zich de komende tijd te bewijzen. Een kriti
sche evaluatie is te zijner tijd gewenst. «n
Het lid BROEDERS- DE BRUIJN is van mening dat de lokale omroep geleidelijk aan
steeds meer vorm krijgt. Zij deelt niet de mening van de heer Schipper
Het feit dat nog geen volledige uitvoering is gegeven aan de doelstellingen
heeft naar haar mening alles te maken met de financiële mogelijkheden en het
wachten op de reklame-vergunningZij is ervan overtuigd dat, wanneer de stich p
ting een adekwaat beleid voert, zij een aanwinst zal zijn voor de gemeenschap.
Zij stemt in met gestelde inzake de evaluatie aan het einde van het jaar. Aan
de hand hiervan kan dan eventueel bijstelling van het subsidie plaatsvinden en
wel in negatieve of positieve zin.
Wethouder KRIJNEN-BOOT stelt dat op dit moment nog geen waardeoordeel over
lokale omroep is te geven. Zij is het ermee eens dat hier een toegevoegde waar
de voor het verenigings- en maatschappelijk leven aanwezig kan zijn. Zij zegt
toe voor de begrotingsbehandeling een evaluatie te laten plaatsvinden.
Het lid SCHIPPER zegt graag subsidie beschikbaar te willen stellen indien die
toegevoegde waarde groter zou zijn geweest. Hij wijst op de start van de lokale
omroep waarbij is gesteld dat een en ander budgettair neutraal zou verlopen^
Hij stelt nogmaals, op zich geen moeite te hebben met een bedrag van f. 3.500,-
als waarderingssubsidie. De vraag is of het aanslaat bij de bevolking.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
-7-
13. Voorstel tot het voteren van een kre
diet ten behoeve van de inrichting
van het terrein aan de Kerkhofweg
voor de aanleg van een kinderboerde
rij met infrastrukturele voorzienin
gen.
Het lid WIJBENGA-HELMER zegt dat het bij het onderhavige voorstel gaat om een
forse investering met redelijk hoge strukturele lasten. Voor haar heeft de
kinderboerderij geen prioriteit. Tevens maakt deze voorziening geen deel uit
van het beleidsakkoord. Zij wijst op het belang om ten aanzien van onderhoud
van akkommodatie en dieren goede afspraken te maken met de op te richten stich
ting kinderboerderij
Terzake het milieu educatief centrum binnen dit complex is zij van mening dat
binnen het onderwijs aan dit punt meer aandacht geschonken zou kunnen worden.
Tevens bieden omliggende grotere plaatsen zoals Breda en Oosterhout prima moge
lijkheden op milieu-educatief gebied. Graag verneemt zij of in stadsgewestelijk
verband mogelijkheden zijn om op dit punt een funktie te vervullen.
Terzake het dekkingsplan heeft zij grote moeite met het voorstel om de exploi
tatielasten voor 1994 te dekken uit de post onvoorzien. Voor de volgende jaren
zal binnen de begroting een post moeten worden opgenomen. Dit is een verant
woordelijkheid voor de nieuwe raad. Zij gaat dan ook niet met dit voorstel ak
koord en stelt voor dit punt op te nemen in het nieuwe beleidsakkoord en de
nieuwe raad de dekking te laten aangeven voor de strukturele lasten van
f.30.000,waarbij dan de opzet van het milieu educatief centrum kritisch
bezien moet worden.
Het lid VROLINGS is van mening dat het bij het onderhavige voorstel gaat om een
verantwoorde investering voor een voorziening waaraan vele mensen plezier kun
nen beleven. Hij stemt in met het voorstel om de exploitatielasten voor dit
jaar te dekken uit de post onvoorzien. Voor de komende jaren gaat hij ervan uit
dat de kosten struktureel gedekt kunnen worden. Het feit dat de exploitatielas
ten binnen de aangegeven grenzen kan blijven is naar zijn mening mede te danken
aan de gekozen konstruktie om de verantwoordelijkheid voor het dagelijks onder
houd in handen te geven van vrijwilligers.
De stichting heeft zijns inziens een verantwoordelijke taak op zich genomen om
met levende have te werken. Dit element moet in de toekomstige bruikleenover
eenkomst goed tot uitdrukking worden gebracht. Hij acht het noodzakelijk dat
een regelmatig toezicht plaatsvindt door een dierenarts.
Gegeven de situatie dat de kinderboerderij dicht bij de woonbebouwing aan de
Vlimmeren is gelegen, acht hij het van belang dat het terrein goed wordt onder
houden en een verrijking blijft voor de bewoners ter plaatse. Hij vraagt of
inzicht is in de mogelijke overlast van mest e.d. voor de omgeving. Tenslotte
merkt hij op dat de kinderboerderij inderdaad niet in het gesloten beleidsak
koord is opgenomen. Het beleidsakkoord is echter grotendeels uitgevoerd, zodat
hij het een juiste zaak acht dat nieuwe zaken worden opgepakt die in de gemeen
schap leven. De realisering van een kinderboerderij is daar zijns inziens een
goed voorbeeld van Hij kan akkoord gaan met het voorstel, waarbij hij ervan
uit gaat dat de nadere invulling zal geschieden in goed overleg met de commis
sie onderwijs en welzijn.
Het lid SCHIPPER onderschrijft de vraagstelling van Mevr. Wijbenga inzake de
prioriteit van deze voorziening. Hij is overigens wel van mening dat deze voor
ziening in een behoefte voorziet. Het milieu educatief centrum was onderdeel
van het beleidsakkoord. Dit in tegenstelling van een kinderboerderij. Hij heeft
grote twijfels of bij een verantwoord beheer de geraamde exploitatielasten
voldoende zullen blijken te zijn. Hij vraagt dan ook in de toekomst rekening
te houden met een hoger bedrag.