israirï -v-ri--.™.'
60
Tevens dient na een jaar een evaluatie plaats te vinden, gevolgd door een even
tuele bijstelling.
Het lid SCHOUWENAARS onderschrijft de opmerkingen van de van
Hor- si-ee inzake de hoogte van het percentage. Hij acht het gestelde
temi]n welke door een Uitkeringsgerechtigde gewerkt moet
vreemde zaak. Met name uit een oogpunt van bevordering van deeltijdbanen.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat tot nu toe met de vrijstellingsregeling
in'is'he^^d^teTvln^enkelen eens dat het activeren en scheppenen
banen het eerst aangewezen middel is om werklozen aan de ar eihti
deelnemen. De premiëringsregeling is echter een goede prikkel en
Er wordt in eerste instantie een voorzichtig beleid voorgestaan
kan eventueel een bijstelling plaatsvinden in positieve zin.
De differentialie is ingebracht omdat voor verschillende groepen ook versch 3
spreekster
Het lid WIJBENGA-HELMER ondersteunt de opmerkingen van de heer van Brenkelen
dat de nadruk moet leggen op het activeren. ,orno7lnnen Echter
Zij erkent dat het in de praktijk veelal zal gaan om i-oudergezinnan Echter
het uitsluiten van andere mogelijke situaties gaat haar te ver. Zij pleit er
voor om alle situaties gelijk te trekken.
Zij handhaaft haar in eerste termijn gedane voorstel.
Het lid VAN DER STEE- VAN AGTMAAL wijst eveneens op het belang van een evalua-
zïj drïn^ï ernoiaaan om een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken. Er die
nen zo weinig mogelijk belemmeringen te zijn.
Het lid VAN BRENKELEN steunt de door de andere sprekers voorgestelde wijzigin
Itj i^voorstande^van het to eenvoudig mogelijk hanteren van oplossingen.
Het lid SCHOUWENAARS steunt eveneens de door de andere sprekers voorgestelde
wijzigingen.
Wethouder KRIJNEN-BOOT motiveert nogmaals de keuze vooreen ^te^fplaatsvin-
nremiebeleid. Zij is bereid op korte termijn een evaluatie te laten plaatsvin
den. Tevens wil zij meegaan met het voorstel om de premie van 25%t°®tepassen
bij 1-oudergezinnen met kinderen tot 12 jaar. De overige suggesties wil zij
meenemen bij de genoemde evaluatie.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt zonder hoofdelijke stemming beslo
ten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
11.Voorstel tot intrekking van het mini
mabeleid en vaststelling van de gewij- I
zigde verordening bijzondere bijstand.
Het lid HUIJSSOON is verheugd met dit voorstel waardoor een grotere doelgroep
wordt bereikt. Ook de uitbreiding van de bijzondere bijstand met maatschappe
lijke participatie acht hij een goede zaak.
61
Het feit dat het budget wat voorheen voor dit doel werd ingezet, niet werd
benut heeft zijns inziens mede te maken met de te summiere voorlichting. Hij
dringt dan ook aan op een goede voorlichting bij de doelgroep.
Het toevoegen van de nog niet bestede minimagelden aan de algemene reserve
heeft zijn instemming doch dan met de toezegging dat, indien het nu beschik
baar komende bedrag niet toereikend mocht zijn, hier weer een beroep op kan
worden gedaan.
Het lid SCHOUWENAARS acht een goed en zo breed mogelijk aangezet minimabeleid
erg belangrijk. Hij is dan ook blij met dit voorstel. Hij onderschrijft de
opmerking van de heer Huijssoon terzake de maatschappelijke participatie en het
belang van een goede voorlichting.
Het lid WIJBENGA-HELMER merkt op dat het gevoerde minimabeleid niet goed tot
zijn recht is gekomen. Wellicht dat met de nieuwe regeling meer mensen bereikt
kunnen worden. Zij stemt dan ook in met het voorstel en is benieuwd naar de
resultaten van de evaluatie welke over een jaar plaatsvindt.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat op dit punt wel aan voorlichting is ge
daan. Aan de wijze van voorlichting zal thans meer aandacht worden geschonken.
Er zijn thans meer beleidsvrijheden en mogelijkheden om meer elementen onder te
brengen bij de bijzondere bijstand. Er wordt thans individueel rekening gehou
den met het besteedbaar inkomen om de maatschappelijke participatie te verbete
ren. Over een jaar zal bij de evaluatie bekeken worden om welke aantallen en
bedragen het in deze gaat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
12.Voorstel tot het voteren van een kre
diet voor de financiering van de aan
stelling van een functionaris voor
begeleiding van moeilijk plaatsbare en
minder gemotiveerde schoolverlaters.
Het lid VAN BRENKELEN is verheugd met dit voorstel. Het past in het standpunt
zoals reeds eerder door hem is verwoord. Hij is benieuwd naar de evaluatie in
juni 1995.
Het lid WIJBENGA-HELMER stelt dat de gemeente vanwege maatregelen van de rijks
overheid risico's loopt te moeten investeren in de jeugdige werklozen. Het
onderhavige voorstel acht zij een goede zaak. Zij neemt aan dat het gemeentebe
stuur nauwe contacten met de functionaris onderhoudt en de ontwikkelingen op de
voet volgt. Graag wil zij tussentijds in de commissie op de hoogte gehouden
worden
Wethouder KRIJNEN-BOOT onderkent dat landelijke maatregelen de gemeenten nopen
tot extra inzet. Er is thans een goede opzet gekozen om schoolverlaters te
begeleiden en te stimuleren. Zij zegt toe de commissie tussentijds te informe
ren over het verloop van het project.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
13.Voorstel tot het voteren van een kre
diet t.b.v. het aanbrengen van een
brandmeldinstalaatie en het uitvoeren
van onderhoudswerkzaamheden aan de
kelder in de oudheidkamer/de Schuur.