-54-
Het lid REIJNDERS gaat er van uit dat t.a.v. de verschillende onderdelen nog
een voorstel zal worden voorgelegd. In dat geval kan hij met het onderhavige
voorstel instemmen. Hij constateert dat inmiddels een te grote druk op de
draagkracht van de burgers wordt gelegd. Dit moet integraal worden afgewogen.
Hij wacht die discussie in een volgende vergadering af.
DE VOORZITTER concludeert dat de raad instemt met het voorstel en dat de WD-
fractie en de Hoekse Lijst worden geacht te hebben tegengestemd.
16.Voorstel tot het beschikbaar stellen
van een krediet ten bedrage van
f.43.870,-ten behoeve van onderhouds
werkzaamheden aan 2 Noorse woningen, (j
Het lid KRAMER merkt op dat geruime tijd geleden is afgesproken om het gemeen
telijk woningbezit volledig af te stoten. Hij wijst op een soortgelijke kwestie
vorig jaar, waarbij dit uiteindelijk heeft geleid tot verkoop van de woning.
Hij voelt er niet voor om nu een dergelijke investering te doen terwijl de raa
unaniem heeft uitgesproken dat deze woningen verkocht dienen te worden.
Het lid SCHOUWENAARS herinnert de wethouder aan de uitspraak in de commissie
dat een actief verkoopbeleid gevoerd zal worden.
Wethouder JANSSON antwoordt dat nog enkele woningen in gemeentelijk bezit zijn.
Er zal terzake een actief verkoopbeleid worden ontwikkeld waarbij ook deze
woningen worden betrokken. Het onderhoud is thans hard nodig is. Of de kosten
bij een verkoop worden terugverdiend blijft altijd de vraag Het plegen van
onderhoud aan dergelijke woningen zal bij de afweging betrokken moeten worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
17.Voorstel tot het voteren van een kre
diet ten bedrage van f.20.000,- ten
behoeve van het technisch onderhoud
aan het pand Pr.Hendrikstraat 4-6.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
18.Behandeling van eventuele vragen,
die vóór of op de dag van de vergade
ring zijn ingekomen en eventuele rond
vraag (ingevolge artikel 37 van het
reglement van orde).
-55-
Vragen zijn ingekomen van de Hoekse Fractie.
Wethouder VAN DE WETERING beantwoordt deze als volgt:
Vraag 1. Op welk tijdstip worden de brieven van de heer van Zuijlen volledig
beantwoord?
Antwoord:De brief van de heer van Zuijlen van 27 oktober 1993 is beantwoord bij
schrijven van 11 januari 1994, verzonden 10 februari 1994. Over de in
houd van de volgende brieven zal met hem een gesprek plaatsvinden
Als achtergrondinformatie willen wij nog het volgende opmerken. In de reactie
van de gemeente in februari wordt in algemene zin op de brieven van de heer van
Zuijlen ingegaan. Vandaar de reactie van hem en van de Hoekse Fractie dat de
vragen niet beantwoord zijn. Het leeuwedeel van de vragen omdat het of sugges
tieve opmerkingen betreft of vragen die bij de gemeente niet thuishoren c.q.
die nog veel te vroeg gesteld worden.In het gesprek a.s. maandag zal ons in
ziens hem duidelijk gemaakt moeten worden wat de gemeentelijke positie is in
deze materie, wat het gemeentelijk doel is en waarom op zijn suggestieve vragen
niet wordt ingegaan. Het gestelde in de brieven richting provincie en richting
bewoners kan hierbij van nut zijn.
Vraag 2. Welke eisen zijn door u geformuleerd in het kader van de HSL, variant
A 16?
AntwoordVerwezen wordt naar de brief d.d. 16 juni verzonden naar het provinci
aal bestuur inzake het ontwerp memorandum nieuwe HSL-nota. Deze brief
lag ter inzage bij de ingekomen stukken.
Vraag 3. Welke acties heeft u gepleegd richting centrale overheid om de huidige
geluidsoverlast te verminderen?
Antwoord:Jarenlang hebben we aangedrongen op het treffen van maatregelen in het
kader van het meerjaren uitvoeringsprogramma geluidhinderbestrijding.
Toen bleek dat we in dat programma m.b.t. de problematiek in Zevenberg-
schen Hoek steeds opschoven in tijd zijn we tevens tot andere acties
overgegaan. In mei 1988 hebben wij opdracht gegeven tot een akoestisch
onderzoek naar de geluidsbelasting op de gevels van de woningen als
gevolg van de aanwezigheid van rijksweg 16 en de spoorlijnen Dordrecht-
Roosendaal en Dordrecht-Breda. In november 1990 is gepoogd met de be
trokken instanties, waarvan de N.S. en RWS de belangrijkste waren, tot
overeenstemming te komen inzake een concrete aanpak van de problema
tiek. In december 1992 is in een gesprek met de Hoofdingenieur-Direc
teur van de RWS over de mogelijke verbreding van de A16 nadrukkelijk
ingebracht dat een integrale aanpak van de geluidsoverlast noodzakelijk
is. In 1992 is opdracht gegeven tot het actualiseren van de akoestisch
onderzoeken. De rapportage is uitgebracht in februari 1993. In het ka
der van de mogelijke aanleg van een HSL is richting provincie aangege
ven dat de centrale doelstelling van de gemeente is dat de geluidsover
last die de bewoners thans ondervinden teruggebracht dient te worden
tot de voorkeursgrenswaarde, zowel voor wegverkeerslawaai als voor
railverkeerslawaai.In het kader van de inspraakprocedure op landelijk
niveau zullen we ook in die geest reageren.
Vraag 4.Zijn er al toezeggingen van de centrale overheid?
Antwoord:Inzake het nemen van maatregelen: nee.