- 16 - Wat betreft het subsidiebeleid: dat wordt nog nader uitgewerkt in een ODRP- advies Ze betreurt het dat het college een half jaar nodig heeft gehad om de vra gen van de raad te beantwoorden. Ze stelt vast dat de ODRP-nota is her schikt door het college en dat de betrokken instellingen pas op de valreep erbij zijn betrokken. Ze verzoekt het college dan ook om met doelmatiger overleg en meer tempo te werk te gaan. T.a.v. de centrale doelstelling stemt ze in, mits de uitgangspunten worden gehanteerd. Graag wil ze eraan toevoegen dat de gemeente positief en en thousiast ondersteunend initiatieven dient te beoordelen. Wat betreft de prioriteitsstelling en financiële middelen zegt ze dat deze beoordeeld zullen worden aan de hand van de voor te leggen deeldoelstellin- gen en werkplannen. Daarbij zal tevens het ODRP-advies moeten worden be trokken. Ze ondersteunt de uitgangspunten van het college over de nieuwe organisa tievormen. Het overleg met die instellingen zou echter nog tot bijstelling kunnen leiden. Ze verzoekt daarvoor een nauwkeurig tijdpad aan te houden, zodat een en ander uiterlijk in januari 1994 vorm krijgt. T.a.v. het kinderopvangwerk merkt ze op dat ze de reaktie afwacht van het voorstel van de drie frakties. Inzake de huisvesting zal eveneens spoedig met de instellingen overlegd moeten worden. De brief inzake het gebruik van Het Kompas loopt dan ook teveel vooruit op de ontwikkelingen. De VOORZITTER is van mening dat met de nota kan worden gekomen tot een goed basispakket aan voorzieningen en aktiviteiten. Van tijd tot tijd zal tot bijstelling gekomen moeten worden. Evaluatie zal waarschijnlijk in het begin van de nieuwe raadsperiode plaatsvinden. Door een nieuwe subsidie-opzet zal duidelijk moeten worden wat de resulta ten zijn van de gemaakte afspraken. Gezien de informatie vanuit de instellingen zou het moeilijk zijn om de edukatieve sektor en het SKW bij elkaar te brengen. Thans wordt de onder brenging bij de Markenlanden gezien als een praktische oplossing. Wat betreft de kleine kernen deelt ze mede dat het voor de hand ligt dat het college de goed lopende vrijwilligersorganisaties niet zal gaan veran deren. Ze zegt verder dat door het GOW reeds een duidelijke stap is gezet. Het lijkt voor de hand liggend om het op die manier te gaan doen. Inzake het SKW kinderwerk is ze van mening dat dit een onderdeel is van het algemeen opbouwwerk. Het is echter zeker niet de bedoeling om zaken te gaan versnipperen. Bestaande voorzieningen zullen niet worden aangetast, integendeel- Het college richt zich op versterking van de organisaties. Ze deelt verder mede dat in december 1993 met een afronding gekomen zal worden. De raad zal uiteraard op de hoogte gehouden worden van het verloop van de besprekingen. Ook zegt ze dat de financiële middelen in de welzijnssektor zullen blijven totdat duidelijk is wat er noodzakelijk is. Wat betreft de huisvesting deelt ze mede dat aan Het Kompas een duidelijke rol wordt toebedacht. Ze zegt vervolgens dat de positie van de SPZ in alle rust zal worden beke ken. Ze heeft er op dit moment geen behoefte aan om tegenargumenten in te brengen op de motie van de drie frakties. Nu reeds een besluit nemen kan leiden tot frustraties later. Ze deelt tot slot mede dat in de volgende commissievergadering een stappen plan zal worden bekend gemaakt. Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL wil een stemverklaring afleggen t.a.v. de motie van de overige frakties. Ze herhaalt dat het niet zo is dat ze geen waardering heeft voor het peuterspeelzaalwerk en de leiding. Het toekennen van een extra subsidie schept echter een precedent. Er zal eerst integraal al het werk bezien moeten worden. Evenzo distancieert ze zich van de verho ging van de ouderbijdrage tot f 42,50. Het lid VAN BRENKELEN ziet het stappenplan graag in de eerstvolgende com missievergadering tegemoet, zodat de voortgang bewaakt kan worden. Tevens vraagt hij het college zelf de verantwoordelijkheid te nemen t.a.v. de uitvoeringsfase Het lid WIJBENGA-HELMER is m.b.t. de genoemde precedentwerking van mening dat er geen vergelijkbare situatie is. Reeds jaren werkt het SPZ tegen een betaling beneden het gangbare niveau. Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL merkt bij interruptie op dat er in Zeven bergen meer verenigingen zijn die regelmatig om een extra subsidie verzoe ken. Het lid WIJBENGA-HELMER zegt dat dit niet vergelijkbare situaties zijn. De SPZ heeft inmiddels haar kwaliteit bewezen. Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL blijft erbij dat er eerst integraal een evenwichtige afweging gemaakt dient te worden. Het lid WIJBENGA-HELMERS zegt dat er alsnog die afweging gemaakt kan wor den, los van die extra subsidie van f 5.000, Verder vraagt ze wat het college met de ingediende motie gaat doen. Het lid BROEDERS-DE BRUIJN is eveneens van mening dat de extra subsidie los gezien moet worden van de beslissing tot erkenning als basisvoorziening. Ze vraagt verder of de kwestie van de financiën nog in de begrotingsbehan deling aan de orde komt. Tevens wil ze weten of de instellingen bij het stappenplan betrokken zullen worden. Ook t.a.v. Het Kompas vraagt ze of de door het college uitgedane brief een verklaring is of dat reeds een besluit daarover genomen is. Wat betreft de sociale vernieuwing is ze verheugd dat het college bereid is dit integraal bij het welzijnsbeleid te betrekken. De VOORZITTER bevestigt dat de uitvoering inderdaad een verantwoordelijk heid van het college is en dat via de commissie de raad op de hoogte zal worden gehouden. Ze deelt verder mede dat eerst een aantal mogelijkheden op een rij gezet moet worden om tot een verantwoorde keuze te komen m.b.t. de scenario's. Inzake de ingediende motie zegt ze vervolgens dat het college door de meer derheid van de raad voor een voldongen feit wordt geplaatst. Wat betreft de financiën is het college van mening dat het geld voorlopig in de sektor zal worden gelaten. Het stappenplan zal uiteraard met de instellingen besproken worden. Ook deze zullen gesprekspartners moeten leveren. Wat betreft Het Kompas is ze er voorstander van dit gebouw in de welzijns sektor te betrekken. De brief was bedoeld als reaktie op hetgeen reeds werd gezegd over het betreffende gebouw. Besloten wordt echter door de raad. Ze vraagt tot slot of er over de motie nog stemverklaringen afgelegd willen worden

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1993 | | pagina 9