- 8 -
Vóór stemmen de leden: Kramer, Wijbenga-Helmer en Jansson.
Tegen stemmen de leden: Broeders-de Bruijn, van der Stee-van Agtmaal,
Vrolings, Kamp, van de Wetering, van Aart, van Opdorp, van Brenkelen,
Huijssoon, Schouwenaars, Krijnen-BootSchipper, Reijnders en van Ham.
De VOORZITTER deelt mede dat het voorstel van de V.V.D. met 14 tegen en 3
voor is verworpen.
Hij concludeert vervolgens dat het voorstel van burgemeester en wethouders
is aangenomen.
13. Behandeling beroepschrift van de
Stichting Scouting Zevenbergen tegen
het raadsbesluit dd. 3 november 1992
tot vaststelling van het subsidie
1993.
Het lid VROLINGS is van mening dat de subsidieverordening op een juiste
wijze is toegepast. Tevens constateert hij dat de gebruikers van de accom
modaties de laatste jaren huurverhogingen in rekening zijn gebracht op
basis van het wettelijk vastgestelde percentage. De subsidiabele huisves
tingskosten zijn echter gemaximeerd, t.w. f 20.000, voor één en
f 30.000,voor twee accommodaties.
De argumenten van de Stichting Scouting vindt hij niet onredelijk. Hrj
verzoekt het college ernstig te bezien of de maximum bedragen voor huisves
tingskosten afzonderlijk kunnen worden geïndexeerd.
Daarnaast wil hij graag weten welke lijn het college gaat voeren m.b.
huurverhogingen inzake gemeentelijke accommodaties. Is dat het maximum
toegestane (6%) of wordt voor gebouwen, welke achterstallig onderhoud heb
ben, minder dan het gemiddelde van 4,75% berekend?
Het lid SCHOUWENAARS is van mening dat het hier om de subsidieverordening
gaat. In de commissie is geconstateerd dat deze niet meer voldoet een het
doel en de geest die door de raad destijds is bedoeld. Hij verzoekt het
college dan ook het al dan niet indexeren van de huur bij jeugdaccommoda
ties nader te bezien.
Het lid WIJBENGA-HELMER vraagt wanneer het college de subsidieverordening
denkt aan te passen. Tussen 1989 en 1992 is de huurprijs aanzienlijk ver
hoogd. Terzake zal dan ook een beslissing moeten worden genomen.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt, dat gezien het ongewenste effect, de
systematiek van subsidiëren nader bezien zal worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
14 Voorstel tot vaststelling van het
volumebesluit 1993 stads- en dorps
vernieuwing
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
15. Voorstel tot het instemmen met di
verse financiële stukken van het
Woonwagenschap Breda (in liquida
tie), alsmede tot het voteren van
een krediet terzake.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
16. Voorstel tot het vestigen van een
recht van opstal ten behoeve van de
bouw van een transformatorstation
door de N.V. PNEM.
De VOORZITTER deelt mede dat dit agendapunt van de agenda is afgevoerd.
17. Voorstel tot het aangaan van een
grondruil met Projectcom B.V. te
Prinsenbeek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
18. Voorstel tot verkoop van industrie-
grond aan Schapers en Zn. B.V.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
19. Behandeling van eventuele vragen,
die vóór of op de dag der vergade
ring zijn ingekomen en eventuele
rondvraag (ingevolge artikel 37 van
het reglement van orde)
Er zijn vragen ingekomen van de fractie van de Hoekse Lijst.
Deze luiden als volgt:
Helaas moeten wij u berichten, dat een aantal toezeggingen/verzoeken niet
door u wordt nagekomen. Dit veroorzaakt in grote mate ontevredenheid bij
onze fractie en het bestuur en geeft de indruk dat uw toezeggingen loze
beloftes zijn. Ook krijgen wij hierdoor het gevoel, dat de leefbaarheid in
de kerkdorpen geen enkele prioriteit bij u heeft.
Een aantal concrete voorbeelden.
1. Juni 1991 is door u toegezegd, dat een aantal werkzaamheden met betrek
king tot de inrichting en een kleine uitbreiding aan de Zevensprong
konden worden uitgevoerd. Gelden waren hiervoor gereserveerd. Een be
langrijk deel kwam zelfs uit eigen vermogen van de Stichting.
Constant telefonisch overleg heeft geleid tot een gedeeltelijke uitvoe
ring. In december 1992 deelt u mede aan het bestuur dat alles wordt
opgeschort om redenen die in principe niets te maken hebben met de pro
blemen in de welzijnssector.
Vraag: Waarom komt u de afspraken in een tijdsbestek van ruim 1§ jaar
niet na?