- 90 -
kinderboerderij, hoewel er geen dekking was, toch was opgenomen. Geantwoord
is toen dat de exploitatiekosten ervan zeer gering zouden zijn. In de com
missievergaderingen werd gesteld dat voor de f 30.000, exploitatiekosten
een relevante begrotingspost zou worden gezocht, dan wel dat deze uit de
post onvoorzien zouden worden gedekt.
Hij is van mening dat de voorzitter de raad op zijn minst op het verkeerde
been heeft gezet, erger nog bewust heeft misleid.
Het lid SCHIPPER is eveneens van mening dat grote vraagtekens gezet moeten
worden bij de manier van handelen t.a.v. de kinderboerderij. Tevens heeft
hij grote bedenkingen tegen de genoemde exploitatiekosten van f 30.000,-
Hij verzoekt het college dringend die kosten nader te bezien.
Het lid REIJNDERS stelt dat thans geen besluit wordt genomen t.a.v. de
kinderboerderij. Hij heeft er moeite mee om daar nu reeds op vooruit te
lopen. Tevens neemt hij uitdrukkelijk afstand van hetgeen door het lid
Jansson is gezegd t.a.v. de voorzitter.
Het lid JANSSON zegt dat het verslag van de commissie thans aan de orde is,
zodat z.i. terecht daarop is gereageerd.
Het lid REIJNDERS vindt het niet juist dat deze beschuldigingen, bij afwe
zigheid van de voorzitter van de commissie financiën, thans worden geuit.
Het lid JANSSON deelt mede dat "zeer gering" iets anders is dan een bedrag
van f 30.000,Hij kan zich niet voorstellen dat de voorzitter daar niet
van op de hoogte was.
Het lid VAN HAM is van mening dat dit thans niet aan de orde is.
Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat het college de overlast door het
verkeer op het middenhaventracé wil beperken. Een facelift is nooit een
onderdeel geweest van het plan. Hij deelt mede dat de omwonenden zullen
worden geïnformeerd, waarna met een eventueel aangepast voorstel naar de
raad zal worden gekomen.
Het lid KRAMER is van mening dat een facelift niets anders is dan een op
knapbeurt
De VOORZITTER stelt dat de intentie van het college t.a.v. de kinderboerde
rij duidelijk is. De exploitatiekosten, het aanzien ervan en de continu
ïteit zijn zaken waar uitdrukkelijk naar zal worden gekeken. De opmerkingen
richting de voorzitter van de commissie kunnen wellicht beter in die com
missie worden geuit.
Het lid JANSSON vraagt of het college het er mee eens is dat er een gewel
dig verschil zit tussen "een gering" en een bedrag van f 30.000,
De VOORZITTER deelt mede dat men het volste recht heeft om hierop n.a.v.
het verslag terug te komen.
Ten aanzien van IV.1., te weten:
de financiële consequenties, voortvloeiende uit het huisvestingsplan van
het Stadsgewest Breda, rekening houdende met het door burgemeester en wet
houders gewenste voorbehoud, zegt het lid REIJNDERS dat de C.D.A.-fraktie
een voorbehoud ten aanzien van dit agendapunt wil maken. Door hem is in de
commissie er reeds op gewezen dat de gemeente Etten-Leur ook een dergelijk
voorbehoud zal maken. Inmiddels is ook duidelijk dat andere gemeenten aar
zelen. Ook hij vraagt zich af of dit het meest geëigende tijdstip is om een
dergelijk besluit te gaan nemen. Naar zijn mening doet het voorliggende
voorstel sterk vermoeden dat in hoge mate de gemeente Breda hier achter
zit. In het kader van de integratie van de beide gewesten is het tijdstip
echter erg ongelukkig gekozen. Om thans de huisvesting van het Stadsgewest
aan de orde te stellen komt niet taktisch en geloofwaardig over.
Hij wil dan ook het voorbehoud maken dat er een duidelijk programma van
eisen op tafel moet liggen voor wat betreft een gemeenschappelijke integra
le huisvesting van de beide gewesten.
Het lid KRAMER deelt mede dat het Stadsgewest in het verleden een aantal
gebouwen heeft afgestoten en naar de Schorsmolenstraat is verhuisd. Thans
blijkt het gebouw in het geheel niet te voldoen en moet er een nieuw gebouw
komen. Hij heeft het idee dat de voorzitter van het Stadsgewest hieruit een
slaatje wil slaan. In het stuk betreffende de huisvesting wordt gesteld,
dat "wij" er van uit zijn gegaan dat de meest geschikte lokatie voor de
nieuwe huisvesting de gemeente Breda is. Hij vraagt zich af wie "wij" zijn.
Wellicht kan wethouder van de Wetering, als lid van het D.B. van het Stads
gewest, daar meer over vertellen. Spreker vindt het een nogal pedante uit
spraak. Het komt vreemd over om nu reeds Breda daarvoor te kiezen; waarom
geen centralere plaats? Dat is één van zijn grote bezwaren. Er is slechts
naar een lokatie in Breda gekeken.
het lid REIJNDERS merkt op dat de voorzitter van het Stadsgewest tevens
gezegd heeft dat de nieuwe huisvesting voor een deel decentraal blijft voor
uitvoeringstaken, zoals brandweer en g.g.d. Verder is over de huisvesting
nog weinig te zeggen. Dat kan bij de diskussie over de hoofdstruktuur ter
sprake komen. De vestiging van de hoofdzetel van de politieregio was een
slecht voorbeeld vanwege de decentrale ligging. Er moet een plaats gekozen
worden die het meest efficiënt is. Voor vestiging in Breda wil hij op zich
niets afdingen, maar in het nieuw te vormen gewest is deze lokatie bij
uitstek decentraal.
Het lid KRAMER is van mening dat er wel erg veel geld mee gemoeid is, ter
wijl de lokatie aan de rand van het nieuw te vormen gewest ligt. Hij stelt
dan ook voor om thans een tijdelijke oplossing te zoeken voor een aantal
diensten. Konkreet betekent het voor hem dat het college een afwijzend
standpunt dient in te nemen en dit aan het D.B.van het Stadsgewest mee
deelt
Tevens vraagt hij aan wethouder van de Wetering, als D.B.-lid, waarom voor
de decembervergadering een agenda met 29 punten is samengesteld, waaronder
een aantal zeer belangrijke. Hij vindt dat onbehoorlijk en vraagt zich af
of dat wel van goed bestuur getuigt.
Het lid SCHIPPER heeft niet veel toe te voegen aan hetgeen is gezegd. Ook
hij vindt het onverstandig om op dit moment tot deze kapitale investering
over te gaan. Hij stelt dan ook voor om tegen het voorstel te stemmen.
De VOORZITTER antwoordt dat de huidige huisvesting niet best is. Duidelijk
is ook dat in eerste instantie is gekeken naar de mogelijkheid tot huur.
Uiteindelijk heeft dat niet tot resultaat geleid en is gekozen voor nieuw
bouw. Met de onzekere toekomst is echter rekening gehouden. Het gebouw zal
flexibel worden ingericht. Om die reden is ze van mening dat meer vertrou
wen in het voorstel getoond dient te worden.