- 77 - Toch vernemen wij gaarne waarom het sinds de beleidsvoorbereidende vergadering van maart jongstleden 8 maanden moest duren voor ons een voorstel bereikt, valt aan de burger niet uit te leggen. Niet om wille van de polemiek voorzitter, doch om wille van het welbevinden van de ambtelijke staf, enkele opmerkingen met betrekking tot uw personeelsbe- Wij^menen dat op het personeelsbeleid, net als de andere onderwerpen van be leid, uw funktioneren als college mag worden getoetst. Wij houden staande dat u op dit punt vele steken heeft laten vallen en dat u alles op alles moet zet ten om die fouten recht te breien. Uw opmerking dat met publiciteit ruis in de communicatie optreedt en dat daardoor de mogelijkheid van woord en wederwoord wegvalt, achten wij volkomen misplaatst. U verwart hier oorzaak en gevolg. De publiciteit is juist het gevolg van uw miscommunicatie met de ambtelijke stat en niet andersom. Tot slot voorzitter, het funktioneren van het college. Het CDA meldt dat u zich laat leiden door bureaucratische in plaats van poli- tieke impulsen. Zij beschuldigt u van bestuurlijke traagheid. De PvdA heeft voortdurend kritiek op het financiële beleid en vraagt om meer "interactie", wat dat ook wezen mag. De Hoekse Lijst biedt spontaan een nieuwe wethouder aan. Voldoende argumenten, dachten wij, waarmee deze raad aangeeft op zowel d« Po litieke als de personele samenstelling van dit college volledig te zijn uitge keken. Tot slot spreekt namens de Hoekse Lijst het lid Schipper: Ten aanzien van de reorganisatie merkt hij op dat deze tot doel heeft meer output en produktgericht te gaan werken. Het college zal dan wel moeten aange ven welke output men verwacht en welke eisen men stelt aan het eindprodukt. Daarnaast konkludeert hij dat het afgelopen jaar te weinig aandacht is besteed aan het optimaliseren van het werkklimaat. Daardoor is het spanningsveld in de organisatie vergroot. Tevens deelt hij het standpunt dat diskussies over indr viduele personeelsleden intern moeten worden gevoerd. Er zijn echter ook daar grenzen. Hij doet echter niet de toezegging dat geen persoonlijke gesprekken zullen worden aangegaan. Dat is mede afhankelijk van het werkklimaat. Hij zegt vervolgens akkoord te gaan met het voorstel inzake de herindeling. Overigens heeft hij niet de illusie dat de gemeenteraden van Hooge en Lage Zwaluwe en Klundert hun standpunten zullen wijzigen door politiek overleg. Eerst zal er bestuurlijke besluitvorming moeten zijn voordat tot een verant woorde visie kan worden gekomen met betrekking tot de nieuw te vormen gemeen te. Op dit moment is een volledige openheid naar de toekomstige partners be langrijk. Gewerkt moet worden aan een goede vertrouwensrelatie, ondanks de verschillen van inzicht. De toenemende criminaliteit en het gevoel van onveiligheid blijft hem grote zorgen baren. Hij mist konkrete voorstellen van het college met een plan van aanpak. Ook de afhandeling van de verkeersoverlast op de Moerdijkseweg vindt hij onvoldoende. Een aktievere opstelling spreekt hem meer aan .Hij vraagt of er iets aan de verkeerssnelheid en de inrichting van de weg gedaan kan worden. - 78 - Daarnaast is hij van oordeel dat een spoedige vaststelling van het HSL-tracé veel irritatie kan voorkomen. Via het stadsgewest en de provincie kan door bundeling van krachten wellicht meer bereikt worden. Overigens ziet hij een dergelijke voorziening in ons land niet zitten. Tijdsbesparing is er nauwe lijks en het economisch voordeel pakt negatief uit. Ten aanzien van het onderwijs deelt hij mede bereid te zijn om een substan tiële bijdrage te leveren voor de kosten van conciërges. Het basisonderwijs verdient die hulp. Hij zegt vervolgens van mening te blijven dat het creëren van behoefte aan kinderopvang niet zijn invalshoek is. Behoefte daaraan moet uit de maatschap pij naar voren komen. In de praktijk blijkt dan ook dat het niet is aangesla gen bij het bedrijfsleven. Hij vraagt wat het college daaraan wil gaan doen. Wellicht is het beter om de energie en de financiën te steken in het peuter- speelzaalwerk. De plannen ten aanzien van het Kompas ondersteunt hij. Een voorstel terzake ziet hij graag tegemoet. Het antwoord van het college terzake de klachten over de vuilstortplaats acht hij niet korrekt. Hem is bekend dat met name het IHM daarmee problemen heeft gehad. Hij vraagt tevens of het college bereid is om op de afvalstoffenheffing, en met name de kostendekkendheid, terug te komen. Ten aanzien van de regionale milieudienst wil hij eerst het onderzoek afwach ten, waarbij de organisatie, de financiële struktuur en het kwaliteitsniveau voor hem het belangrijkste zijn. Op dit moment wil hij echter geen carte blan che geven. Hij vraagt of er in 1994 in de vrije sektor een aantal woningen gebouwd kunnen worden in de kerkdorpen, met name de 3 geplande woningen in De Vier Uitersten. Het provinciaal beleid inzake de woningbouw is hem een doorn in het oog. De burgemeesters van enkele grote steden hebben naar zijn mening een te grote invloed. Het wordt tijd dat daarin verandering komt. Hij is daarnaast van mening dat er behoefte bestaat aan ouderenhuisvesting in relatie tot de zorgsektor. Hij vraagt of het uit te voeren onderzoek niet ge- kombineerd had kunnen worden met het onderzoek door het Stadsgewest. Tot slot deelt hij mede dat hij hoopt dat de beraadslagingen ten aanzien van het beleidsakkoord en de zetelverdeling in alle oprechtheid zullen plaatsvin den. De VOORZITTER schorst hierna de vergadering. Na 30 minuten heropent de VOORZITTER de vergadering. b. Antwoorden van burgemeester en wethouders op de tweede ter mijn. De VOORZITTER deelt mede dat de baten van de ongemakkentoeslag tot op zekere hoogte rechtstreeks ten goede van de burgers zullen komen. Het college heeft gemeend dit via de afvalstoffenheffing te moeten doen. In het antwoord is ge detailleerd aangegeven hoe dat zal gebeuren. In zijn totaliteit komt dit neer op ruim f 75.000, Het college zal zich er nog over beraden of en op welke wijze dit aan de burgers zal worden duidelijk gemaakt.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1993 | | pagina 41