- 4 -
Aan 92% van de doelgroep wordt opvang geboden door een gediplomeerde lei
ding, waardoor men verzekerd is van een goede kwaliteit van opvang. Het
gemeentebestuur heeft echter ook een verantwoording. Ze vraagt dan ook
nadrukkelijk meer daadkracht.
Overal hangt een prijskaartje aan, aan enkel mooie woorden heeft de S.P.Z.
niets. Om een redelijk voortbestaan van het werk te garanderen komt ze met
de volgende tussenoplossing, waardoor het mogelijk is om de leiding een
half uur per dagdeel extra uit te betalen. Voor de S.P.Z. betekent dit
f 25.000,aan extra kosten. De extra inkomsten van f 5.000,en
f 10.000,kunnen daarvan worden afgetrokken, zodat een bedrag van
f 10.000,overblijft. Als de S.P.Z. bereid is de ouderbijdrage met f 2,50
per maand per kind te verhogen betekent dat f 5.000, aan inkomsten. Met
een compromis van een extra subsidie door de gemeente van f 5.000, zal de
S.P.Z. een redelijke garantie voor het voortbestaan kunnen worden geboden.
Ze verzoekt dan ook om een extra subsidie van f 5.000,toe te kennen. Bij
afwijzing zal ze de raad om een uitspraak vragen.
Het lid WIJBENGA-HELMER is van mening dat het op dit moment niet de juiste
tijd is om een uitspraak te doen over punt 2 van het voorstel. Ze vraagt om
in de raadsvergadering van maart a.s. met een voorstel te komen, waarin een
integtrale afweging van het welzijnsbeleid gemaakt kan worden. Alsdan is er
een beter inzicht in de financiële middelen van de welzijnssektor. Er moet
gekomen worden tot een structurele oplossing.
Ze verzoekt het voortouw te nemen en sturing te geven aan de ontwikkelingen
van het peuterspeelzaalwerk. Bij de behandeling van de welzijnsnota zullen
kaders aangegeven moeten worden, waardoor het bestuur en de leiding weten
waar ze aan toe zijn.
Het lid VAN BRENKELEN staat positief tegenover het werk van de S.P.Z. Hij
is van mening dat het vrijwilligerswerk is vervangen door een professionele
leiding. Deze leiding heeft dan ook recht op een redelijke vergoeding. Die
verantwoordelijkheid ligt echter bij het bestuur. Zonder financiële steun
van de gemeente is een exploitatie echter niet te maken. Hij pleit er dan
ook voor om het gat van f 5.000,-- te dichten via een extra subsidie door
de gemeente. Hij beschouwt dat dan niet als een structurele bijdrage.
Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL is van mening dat het gevoerde beleid van
de S.P.Z. respect verdient. Door twee leidsters wordt leiding gegeven aan
19 peuters. Hiervoor krijgen ze het minimumloon. Ze voelen zich echter
onderbetaald en er wordt aktie gevoerd om erkenning als basisvoorziening en
uitbetaling volgens het C.A.O. Dat betekent dat de subsidie van f 56.000,
drastisch omhoog zal moeten, via f 79.500,naar f 108.500,
Uit het overleg is naar voren gekomen om de C.A.O. Welzijn los te laten en
uit te betalen volgens de daadwerkelijke uren.
Ze deelt mede de peuterspeelzalen in de regio benaderd te hebben. De situa
tie in Etten-Leur is alom bekend. In Oosterhout heeft men gekozen voor één
betaalde kracht met een minimumloon en één vrijwilligster die f 1.000,
per jaar ontvangt.
In Breda heeft enkele jaren geleden een harmonisering plaatsgevonden.
De leidsters worden niet volgens het C.A.O. uitbetaald. Men raadt het af
omdat er momenteel bij het rijk teveel op de rol staat.
Ze zegt vervolgens respect te hebben voor het bestuur en het vele vrijwil
ligerswerk. De ouderbijdrage is reëel en mag niet veel hoger worden.
- 5 -
Voorts is er een reorganisatie gaande in het gehele welzijnsveld. Ze vraagt
het college met spoed het mogelijke samengaan van de kinderopvang en het
peuterspeelzaalwerk te onderzoeken, en nog dit jaar van start te gaan met
een erkende instelling voor kinderopvang. Ze ziet er dan ook geen hiel in
om tussentijds tegemoet te komen aan de wensen van de leiding. Deze komen
er relatief toch niet zo heel slecht vanaf. De ouderbijdrage vindt ze thans
ook hoog genoeg. Wel vraagt ze het college om de inkomensafhankelijke bij
drage als één van de mogelijkheden te bezien en in het overleg mee te ne
men. Dat overleg dient zo spoedig mogelijk te geschieden.
Wethouder KRIJNEN-BOOT deelt mede dat het bestuur van de S.P.Z. kan voldoen
aan de wettelijke verplichtingen wat betreft het minimumloon.
Het college zal zich inzetten om over enkele maanden te komen tot een posi
tionering van het peuterspeelzaalwerk. De eerstkomende raadsvergadering zal
een beleid of hoofdlijnen worden ingebracht. Een nadere uitwerking zal
daarna moeten plaatsvinden. Vóór eind 1993 zal dat gerealiseerd moeten
zijn. Op dat moment kan een duidelijke en goed afgewogen beslissing worden
genomen. Voorshands is er thans geen aanleiding om een maatregel te tref
fen.
Het lid BROEDERS-DE BRUIJN zegt nogmaals de positionering en een betere
salariëring los te willen koppelen. Omdat volgende raadsvergadering geen
voorstel is te verwachten is ze gekomen met een tussenoplossing. Het samen
gaan van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk zal ook geld kosten. Ze
blijft dan ook bij haar voorstel tot de genoemde tussenoplossing.
Het lid WIJBENGA-HELMER verwacht dat bij de behandeling van de nota het
mogelijk moet zijn om aan te geven of de gemeente naar een basisvoorziening
toe wil. Daar kan de raad zich toch over uitspreken. Dat geeft dan ook
duidelijkheid naar de leiding.
Wat betreft de inkomensafhankelijke bijdrage is ze van mening dat dit voor
haar fractie niet aanvaardbaar is. Een ouderbijdrage van f 40,is op dit
moment voldoende.
Het lid SCHIPPER constateert dat er een gat is van f 5.000,als de ouder
bijdrage met f 2,50 wordt verhoogd. Het college is pas bereid om dat gat te
dichten als een wettelijke regeling dat zal opleggen. Hij stelt voor om een
extra subsidie van f 5.000,te betalen, zodat er in 1993 nog volop de
tijd is om het totale werk te bezien in al zijn aspecten. Tot slot wil hij
de autonomie van de S.P.Z. geen enkel geweld aandoen.
Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL vindt het een goede zaak dat het overleg
op korte termijn van start zal gaan. Ze vindt het van groot belang dat
eerst de C.A.O. Welzijn wordt afgewacht, zodat iedereen weet waar men aan
toe is. Vooruitlopend daarop moet men geen beslissingen nemen terzake. Het
is een goede zaak eerst alles op zijn merites te bekijken.
Het lid SCHIPPER is van mening dat het college niet dient te bepalen of de
ouderbijdrage inkomensafhankelijk moet worden. Dat is duidelijk een compe
tentie van het bestuur van de S.P.Z.
Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL deelt mede dat dit als suggestie wordt
meegegeven. Natuurlijk is dat aan het bestuur van de S.P.Z. om te beoorde
len.