- 58 -
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het mogelijk is om 2 verschillende ad
viescommissies te hebben. Ze konkludeert dat de meerderheid van de raad echter
kiest voor een commissie zonder raadsleden. Ze staat er daarom ook positief
tegenover
Het lid BROEDERS-DE BRUIJN stelt voor om met een nieuw raadsvoorstel te komen,
waarin alles is uitgewerkt.
Het lid VROLINGS wil niet zover gaan, indien de toezeggingen die gedaan zijn
worden nagekomen en de uitvoeringsaspekten in de commissie O W aan de orde
komen
De VOORZITTER konkludeert dat hetgeen is toegezegd verder zal worden uitge
werkt, waarna de details in de commissie verder zullen worden besproken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders, met inachtname van hetgeen is besproken.
12. Voorstel tot vaststelling van het
"Overzicht vermeerdering huisves
ting 1995-1997".
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
13. Voorstel tot het achterwege blij
ven van de vaststelling van het
plan van nieuwe scholen 1994/1995.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders.
14. Voorstel tot instemming met de
notitie inzake de organisatie van
het muziekonderwijs.
Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL stemt in met het voorstel om tot de gemeente
lijke herindeling de samenwerking met de Stichting Muziekschool voort te zet
ten. Ze acht dat juist. Ook kan ze zich vinden in de verhoging met ruim
f 7.000,van het subsidiebudget en het éénmalig beschikbaar stellen van
f 7.500,voor de kadertraining van de leerkrachten in het basisonderwijs.
Inzake de huisvesting van het muziekonderwijs vraagt ze of het college alle
lokaties op een rij wil zetten, zodat bekeken kan worden welke lokatie het
meest geschikt is in de toekomst.
Het lid VAN BRENKELEN is tevreden ten aanzien van de ontwikkelingen in het
muziekonderwijs. Door het college zijn duidelijke signalen afgegeven aan de
Stichting Muziekschool en het Kreatief Centrum Noord West-Brabant. De nieuwe
beleidslijnen van de Stichting hebben in grote lijnen zijn instemming.
Ten aanzien van het voornemen om reeds in het schooljaar 1993/1994 met de
voorbereiding te starten om kadertraining te gaan verzorgen, merkt hij op dat
naar zijn mening 2 jaar geleden een vluchtig gesprek daarover heeft plaatsge
vonden. Over uitvoering en vormgeving is niet gesproken. Door de veranderingen
in het onderwijs treedt er een lastenverzwaring op voor de leerkrachten. Hij
is dan ook van mening dat muziekonderwijs op de basisscholen het best door
deskundigen kan worden gegeven. Of het mogelijk is dat de leerkrachten door
middel van de kadertraining daartoe in staat zullen zijn zal het overleg op 20
september aanstaande leren.
Hij steunt de doelstelling om alle leerlingen van het basisonderwijs muziekon
derwijs te laten genieten. De kadertraining is de beginfase om dat te berei
ken. In de volgende fase zal muziekonderwijs op de basisscholen moeten worden
gerealiseerd. Indien de kadertraining een beginfase is, kan hij instemmen met
de voorliggende notitie. Vervolg zal echter noodzakelijk zijn.
Het lid BROEDERS-DE BRUIJN zegt de ontwikkelingen kritisch te zullen volgen.
Het is zaak om een nauw kontakt met de Stichting te onderhouden. Ze gaat ak
koord met de samenwerking. Ook met de strukturele verhoging van de subsidie
kan ze instemmen.
Ten aanzien van de kadert raining merkt ze op dat door haar fraktie er eerder
op is aangedrongen om te onderzoeken op welke manier de gemeente kunstzinnige
vorming, in samenwerking met het onderwijs, meer kan stimuleren. Dat doel is
tweeledig. Enerzijds bereik je een grote groep kinderen, anderzijds dient de
gemeente haar waardering te laten blijken aan de scholen. Daar is het verlenen
van subsidie een goed middel voor.
Het eerste resultaat is de éénmalige subsidie voor die kadertraining. Ze ziet
dat als een eerste aanzet. Ze verwacht dan ook nog meerdere voorstellen.
Daarnaast zal de gemeente dan de scholen meer garanties moeten bieden, onder
andere dat de subsidie beschikbaar blijft na de invoering van algemene muzika
le vorming op de scholen.
Ze ziet het echter als voorwaarde dat alle basisscholen aan het projekt zullen
deelnemen, dit om te voorkomen dat kinderen buiten de boot zullen vallen.
Tevens stelt ze voor om een subsidiebedrag vast te stellen voor kunstzinnige
vorming in het basis- en middelbaar onderwijs. Ze vraagt om dit te onderzoeken
en in het overleg met de scholen mee te nemen.
Het lid WIJBENGA-HELMER deelt mede dat de Stichting de laatste maanden veel
energie heeft gestoken in nieuwe ontwikkelingen. Het resultaat hiervan is de
totstandkoming van een nieuw beleidsplan. Ze kan zich vinden in de verdere
samenwerking tot de gemeentelijke herindeling. Ook met de strukturele verho
ging van de subsidie heeft ze geen probleem. Ook het plan tot de kadertraining
wordt door haar van harte ondersteund.
Wel heeft ze moeite met het uitgangspunt, waarin aangegeven wordt dat met in
gang 1 januari 1994 uitsluitend jeugdige leerlingen voor subsidiabele lesgel
den in aanmerking komen. Hoe staat het college tegenover de positie van oude
ren? Ze vraagt daaraan aandacht te besteden.
Tot slot deelt ze mede dat ze het plan tot A.M.V. en het opheffen van de
wachtlijstproblematiek met interesse tegemoet ziet. Ze verzoekt het college
duidelijke kaders aan te geven waarbinnen het nieuwe beleid zich zal moeten
ontwikkelen. Een subsidiekontrakt is een uitstekend middel om te toetsen of we
op de goede weg zijn.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat de nodige gesprekken hebben plaatsgevon
den met de gemeente Oudenbosch en de Muziekschool.
Daarmee is een stuk vertrouwen gegroeid, het bedrijfsplan ziet er goed uit en
oogt haalbaar. Ook in uitvoerende zin ziet het er goed uit. Met de scholen is
op korte termijn overleg. Het is een goede zaak om de kinderen op school met
muziekonderwijs in aanraking te brengen.
Ze deelt verder mede dat blijkens informatie het de beste methode is om een
leerkracht van de school, via kadertraining, dat onderwijs te laten geven.
Daar zal dan ook voor gekozen worden.
Inzake de kontinuïteit van het lesgeven in muziekonderwijs is ze het er mee
eens dat die er zal moeten zijn. Vandaar dat er de nodige ondersteuning en
begeleiding zal moeten volgen. Dat zal uiteraard ook financiële konsekwenties
hebben