V
- 9 -
besluit:
dat het taakonderdeel van een zodanige omvang dient te zijn dat een
adequate begeleiding van de vrijwilligers binnen het kinderwerk in de
kerkdorpen gewaarborgd is.
S.J.Schipper
B.J.G.Vrolings
A. P. J.M.van der Stee-van Agtmaal
Het lid SCHIPPER is van mening dat er veel irritatie voorkomen had kunnen
worden als er op een juiste manier met de informatie was omgegaan. Hij is
niet bereid om het Welzijnsprogamma t.a.v. de professionele instellingen
goed te keuren.
T.a.v. de Cultuurnota vindt hij het jammer dat deze vergezeld gaat van de
mededeling dat er weer een nota volgt.
Het lid JANSSON acht het excuus van de wethouder weinig onderbouwd. Het
college zal zich steviger in het welzijnsveld moeten opstellen en laten
zien wat het wil. Hij kan zich vinden in de afspraak om de consequenties
van het V.O.G.-rapport buiten de besluitvorming van heden te laten. De
doelmatigheid van de uitgaven in beide sektoren staat niet vast.
T.a.v. de muziekschool vraagt hij of door de verhoging van f 10.000,het
aantal uren voor Zevenbergen per saldo zal stijgen, of is dat bedrag
uitsluitend bedoeld om de tariefsverhogingen op te vangen.
Tot slot deelt hij mede met het amendement geen problemen te hebben.
Het lid BROEDERS-DE BRUIJN acht opname van het werkschema Emancipatie in
het Welzijnsprogramma wel noodzakelijk. Inzake de kunstzinnige vorm is ze
eveneens van mening dat dit in de nota wordt beschreven. Hetzelfde geldt
voor het mediabeleid. In de Cultuurnota zou aangegeven kunnen worden welk
belang het college hecht aan het lokale mediabeleid.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het zeker niet de bedoeling is om het
Welzijnsprogamma buiten de begrotingsbehandeling te houden. Volgende keer
zal dit weer een integraal onderdeel daarvan uitmaken. Wat het amendement
betreft is ze van mening dat het een overbodige toevoeging is.
Het lid REIJNDERS acht het amendement echter een verbetering. Hiermede
wordt meer recht gedaan aan de positie van vrijwilligers.
Wethouder KRIJNEN-BOOT deelt verder mede dat zeker alle informatie is
gegeven aan de raad en commissies. Het is daarnaast zeker niet de bedoeling
om nog 13 nota's te laten volgen.
Ze is van mening dat wel op een andere manier met de instellingen zal
moeten worden omgegaan. De toetsingskaders zullen moeten worden aangegeven,
op basis waarvan de gesprekken zullen moeten plaatsvinden.
Het lid JANSSON merkt bij interruptie op dat, indien blijkt dat de doel
stellingen niet worden gehaald, het verantwoord is om de doelstellingen bij
te stellen, dan wel de budgetten aan te pasen. Wat hem betreft is er alle
reden voor dat laatste. Gebleken is dat voor bepaalde aktiviteiten geen
markt is
Het lid REIJNDERS is eveneens van oordeel dat er serieus mee moet worden
omgegaan, vandaar dat een afzonderlijke behandeling van het V.O.G.-rapport
noodzakelijk is.