- 103 - Het lid REIJNDERS hecht er belang aan dat alles duidelijk wordt uitgespro ken. Hij wijst erop dat de nieuwe struktuur zal ingaan op 1 september 1993. Op dat moment zal de herindeling nog 2 jaar op zich laten wachten. Dat er dan geen problemen worden verwacht is op dit moment echter niet te voor zien. Signalen over de herindeling zullen in ieder geval tijdig moeten worden opgepakt, zodat daar rekening mee kan worden gehouden. Hij is eveneens voorstander van hetgeen door het lid van Ham als wijziging is aangegeven m.b.t. de afdeling POI. De VOORZITTER is van mening dat er praktisch gewerkt dient te worden. Met het personeel en de vakorganisaties is overeenstemming bereikt. Voor hem is dat heel belangrijk. Indien de raad dit afwijst, is hij voornemens om het voorstel thans aan te houden en terug naar het G.O. te gaan om daar nader over te spreken. In de raadsvergadering van februari 1993 zal dan met een voorstel worden teruggekomen. Hij vraagt zich af of dit dat allemaal waard is. Hij stelt voor om thans het voorstel ongewijzigd aan te nemen en na ongeveer een jaar opnieuw te bezien hoe een en ander in zijn totaliteit funktioneertDe mogelijkheid zou er dan moeten zijn om bij te stellen. Hij pleit dan ook voor deze tussenoplossing. Het lid VAN HAM zegt dat de gehele raad van oordeel is dat één onderdeel gewijzigd dient te worden. Hij vindt dat het college niet het recht heeft om daar op deze manier mee om te gaan. In de startfase dient het anders te gaan en hij verbaast zich erover dat het college de mogelijkheid om recht streeks bij POI betrokken te zijn niet met beide handen aangrijpt. Het lid JANSSON acht het een plicht van het college om de reorganisatie te evalueren. De volledige raad heeft thans een standpunt ingenomen en het college zal dat in het G.O. moeten verdedigen. Het lid REIJNDERS sluit zich aan bij de vorige spreker. De VOORZITTER zegt toe dit mee te nemen naar het G.O., met name om de rechtsgeldigheid te verkrijgen. Overeenstemming zal noodzakelijk zijn. Hij concludeert dat de raad het rapport aanneemt, met inachtname van de wijzi ging t.a.v. de afdeling POI. Het lid VAN HAM merkt nog op dat in de groen-lichtvergadering is gezegd dat hierop in de raad zou worden teruggekomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders, met inachtname van hetgeen is besproken t.a.v. de afdeling POI. 12. Behandeling beroepschrift van de Stichting Peuterspeelzalen tegen het raadsbesluit dd. 22 september tot afwijzing van een verzoek om aanvullende subsidie. Het lid WIJBENGA-HELMER is het eens met het standpunt van de commissie bezwaar-en beroepschriften. Wel wil ze graag naar een structurele oplossing voor de peuterspeelzalen. Ze hoopt daar bij de behandeling van de notitie in februari 1993 nader op in te kunnen gaan. - 104 - Ze voegt er aan toe dat er nogal wat verwarring is ontstaan door de Wet Loonkostenreduktie. Indien beide partijen wat allerter geweest zouden zijn had de spraakverwarring geen half jaar hoeven te duren. Het lid HUIJSSOON zegt dat de commissie ook kennis heeft genomen van de brief van de SPZ. De commissie concludeert echter dat er geen argumenten worden aangevoerd die de rechtmatigheid van het besluit aantasten. Al de onzekerheden m.b.t. de loonkosten vallen echter buiten de rechtmatig heid van het thans te nemen raadsbesluit. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 13. Voorstel tot subsidiëring van de lokale omroep Zevenbergen Radio- en Televisie Stichting ZRTS Het lid SCHIPPER is van mening dat destijds is gesteld dat het een "self supporting" stichting zou worden. Nu blijkt dat er reeds financiële proble men zijn. Hij kan op dit moment niet beoordelen of een bedrag van bijna f 30.000,wel of niet goed is. Dat zal pas over een aantal jaren blijken. Als start kan hij leven met een bedrag van f 18.500,ten laste van de CAI. Hij gaat wel akkoord met het voorstel, echter onder het voorbehoud dat de waarderingssubsidie van f 10.000,geen structureel karakter heeft. Dat hij het een forse bijdrage vindt laat hij echter duidelijk blijken. Het lid WIJBENGA-HELMER hoopt van harte dat de ZRTS erin zal slagen de komende jaren verantwoorde programma's te maken, zodat het een aanwinst voor onze gemeente zal zijn. Ze heeft er geen probleem mee om een bedrag van f 18.500, beschikbaar te stellen voor de kosten van de aansluiting. Inzake de éénmalige waarderingssubsidie stelt ze dat deze éénmalig moet blijven. Ze vindt het geen goed idee om dit bedrag om te slaan in de CAI- kosten. Over een jaar zal deze zaak geëvalueerd moeten worden. Duidelijk zal aangetoond moeten worden dat in een behoefte wordt voorzien. Ze acht het een goed initiatief, maar het heeft echter geen prioriteit. Het lid VROLINGS heeft goede hoop in het slagen. Het kan een nieuwe dimen sie toevoegen aan de lokale samenleving. De samenstelling van de programma commissie biedt naar zijn mening een garantie voor een voldoende variëteit in de programmas Hij kan instemmen met de aansluitkosten t.l.v. de CAI. Ook hij gaat ervan uit dat de waarderingssubsidie eenmalig is. Hij vraagt nog welke kriteria het college hanteert bij de evaluatie. Het voldoen aan een behoefte is voor hem erg belangrijk. Daarnaast acht hij het noodzakelijk dat in de programmacommissie represen tanten uit de kerkdorpen zitting zullen hebben. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat door de raad destijds is aangegeven hoe de samenstelling van de programmaraad moet zijn. Het college is van mening dat een lokale omroep een welkome aanvulling kan zijn voor de ge meente. Met het voorliggende voorstel wordt de start mogelijk gemaakt. Het is op dit moment een eenmalige subsidie. Na de evaluatie zal bezien worden hoe verder gegaan dient te worden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1992 | | pagina 62